Weinig artiesten kunnen zich zo veel en in gevarieerde bezettingen manifesteren als pianist Uri Caine. Bij sommigen vooral bekend om zijn conceptprojecten - rond Schumann, Mahler, Bach of Wagner - zou je haast vergeten dat hij zich ook wel eens inlaat met solo- of de klassieke triobezetting met bas en drums. Het was in deze laatste constellatie dat Caine een - kort - bezoek bracht aan BSBbis.
Wie bij aanvang nog niet overtuigd was van de muzikale kwaliteiten kon dit een uurtje later wel zijn. Dat de beperkte duur van de set geen probleem was had niets te maken met verveling bij het publiek. Uri Caine verstaat nu eenmaal de kunst om op 60 minuten te zeggen waar anderen een halve discografie voor nodig hebben. Uiterst geconcentreerde uitvoeringen waarbij zowel thema en improvisatie als arrangement en vrij samenspel onherkenbaar verweven worden. Duidelijk is het geenszins, fascinerend des te meer.
Probleemloos switchte het drietal van de ene stijl naar de andere: klassieke swing, virtuoze bop, vettige New Orleans straatmuziek, impressionistische mijmeringen, funk, pop ... De vlotheid waarmee er van stijl gewisseld wordt binnen één nummer, de bliksemsnelle overgangen - vaak binnen enkele seconden - zonder drastische breuken te creëren en de feilloze onderlinge coördinatie op het podium lieten geen ruimte voor een potje eclectisch aanmodderen. Hier geen hapklare stijloefeningen, maar een volwaardige integratie van stijlen.
Echter niet zonder humor: een volledig over the top relaxte ballad bleek een doeltreffende en subtiele parodie, respectvol genoeg om niet flauw lollig te worden. Sidemen Drew Gress op bas en Ben Perowsky op drums bleken voor dit soort spelconcept ideale partners. De stabiliteit van Gress bezat de flexibiliteit die nodig was om de complexe structuren te volgen en te ondersteunen. De ritmische timing van Perowsky was opmerkelijk: soms ronduit vrij, maar vaak balancerend tussen een swingritmiek - waarin in zijn geval klassieke ritmische patronen vermeden werden - en complete destabilisatie. Een rijkdom die ook bij Caine als pianist terug te vinden was: een wonderlijke combinatie van tweestemmige inventies van Bach, de ongeremde virtuositeit van de bop en Cecil Taylor-achtige erupties. Uitkijken naar zijn volgende doortochten is dus (alweer) de boodschap.