Ze hadden evengoed The Satanic Everly Brothers kunnen heten, maar undergroundlegenden Mark Lanegan en Greg Dulli besloten om samen door het leven te gaan als The Gutter Twins. Met 'Saturnalia' tekenden ze alvast voor de eerste essentiƫle plaat van dit jaar. Ze kregen dan ook meer dan terecht het enige zaalconcert van Domino 2008 toegewezen. De Ancienne Belgique was volledig uitverkocht voor hun eerste doortocht op Belgische bodem.
Beide heren betreden de scène in feilloze maatpakken en krijgen ondersteuning van enkele gewaardeerde leden van The Twilight Singers, de band die Dulli oprichtte nadat Afghan Whigs ophielden te bestaan. De verlichting komt steevast van achteraan op het podium, zodat het publiek nauwelijks een glimp van hun gezichten kan opvangen. De hele zaal baadt zo in een fin de siècle sfeertje waar de spanning van afdruipt. Dulli begroet het publiek met een korte "Bonsoir, AB! Ca va?" en zet meteen in met het slepende gitaarmotiefje van 'The Stations', een donker epos dat eindigt in een indringende close harmony tussen de jankende Dulli en brombeer Lanegan.
The Gutter Twins putten gretig uit hun eersteling 'Saturnalia', maar vergeten ook hun gezamenlijke verleden niet. In het gedreven openingstrio nestelen zich het magnifieke 'God's Children' alsook het door een groovende drumbeat gedreven 'All Misery / Flowers'. Dan volgt een huiveringwekkende adaptatie van Massive Attack's 'Live With Me', dat eerder al door The Twilight Singers onder handen genomen werd. Terwijl Dulli zich vol overgave op zijn gitaar gooit, blijft een lijzige Lanegan onbeweeglijk aan zijn microfoon gekluisterd. Het gebrek aan bindteksten wordt ruimschoots goedgemaakt door de bovennatuurlijke cool van het duo. Het mystieke 'Seven Stories Underground' neemt even gas terug voor de potente rocker 'Idle Hands', waar een typische Dulli-riff centraal staat. Even later volgt een ietwat ongewone cover van – we kid you not – José González. Met Dulli op piano krijgt 'Down the Line' een stevig rockend jasje aangemeten en voor het eerst verheft Lanegan zijn doorrookte stem. De band lijkt dan definitief vertrokken, maar na nauwelijks 45 minuten klinkt het plots het afsluitende "Thank you very much.". De groep verdwijnt van het podium en het verbouwereerde publiek kan zijn teleurstelling nauwelijks verbergen.
Lanegan komt nog terug voor de bissen, maar zijn partner in crime blijft achter de coulissen. De overgebleven Gutter Twin graaft dan maar wat dieper in zijn solowerk. Onder andere 'Hit the City' en 'Metamphetamine Blues' leveren nog 15 minuten intrigerend songmateriaal op, maar de chemie tussen de twee grootheden wordt niet meer geëvenaard. Het zet een kleine domper op de feestvreugde, want The Gutter Twins waren goed op weg om de zaal volledig van zijn sokken te blazen. De machtige mix van duivelse blues, verslavende gospel en epische rock scheerde hoge toppen, maar de ultieme apotheose bleef ietwat achterwege. Graag een revanche op de zomerfestivals!