De opvolger van The Dresden Dolls' titelloze album heet 'Yes, Virginia...' en doet het opvallend goed. Sinds het flamboyante cabaretpunkduo vorige zomer op Werchter de pannen van het dak speelde (en dat in een marquee, kan je nagaan) is de boel voor hen ontploft. Vorig jaar speelden ze nog voor 500 man in de AB Box, vandaag is dat bijna het vierdubbele en staan ze op het hoofdpodium. Niet slecht voor twee geschminkte freaks.
Waar zijn micro's nu weer goed voor?
De Amerikaanse singer-songwriter Thomas Truax nam de openingsact voor zijn rekening en bracht toffe liedjes ten gehore, badend in een sfeer van humor. Zijn zelfgebouwde instrumenten Sister Spencer (een mechanisch toeterende en blazende klok op stoomenergie) en The Backbeater (een ronddraaiende pick-upantenne die op zijn rug een shufflegroove ten beste gaf) voorzagen zijn liedjes van de nodige originaliteit. Zo heeft Truax ook letterlijk elke kant van de zaal gezien toen hij wilde te weten komen waar hij het beste unplugged klonk. Een trilapparaat tegen zijn snaren werd ook zeer functioneel gebruikt om een ingetogen vlinderliedje mooi te begeleiden. Verre van slecht.
Tonnen, vuilbakken en rototoms
De street performers van Bang On! waren ongepland opgepikt door de entourage en brachten een zelfgemaakt drumstel van vuilnisapparatuur mee. Blikken, tonnen, dozen en vuilniszakken op staanders zorgden voor een leuke set waar de heer en dame (in vuilnistenue, uiteraard) met volle overgave meer dan behoorlijke percussiestukken op speelden. Ook het publiek mocht hun groepsnaam tijdelijk meebrullen, wat het performancegehalte danig opdreef. Roadies gingen zelfs rond met vuilemmertjes om wat spontane giften op te halen. Zoals dat op straat ook gebeurt, weet u wel?
Subtiliteit met temperament
Het Amerikaanse kwartet Devotchka bracht erg mooie popsongs, verpakt in een zuiderse sfeer en met enkele gedurfde polkawendingen. Gitarist-zanger Nick Urata zong met exotische stem en gebruikte een theremin om alles wat op te vrolijken. Met de originele aanvullingen van tromboniste-contrabassiste Jeanie Schroder en violist-accordeonist Tom Hagerman kwam Devotchka voor de dag als een originele bende. Een nummer als 'C'est Ce La – Part II' dartelde tussen verschillende genres door en spreidde leuke bongopartijtjes tentoon. Drummer Shawn King nam soms tijdens zijn spel een extra trompet in de mond en ook de twee Dresden Dolls kwamen een nummer meejammen. De wel zeer sterk geherinterpreteerde cover van The Velvet Undergrounds 'Venus in Furs' was gewaagd maar geslaagd. Een stelletje om in de gaten te houden: sfeer verzekerd.
Een dubbelzinnig aandoende uitvoering
De act van The Dresden Dolls werd geopend met een acrobate die in een gordijn de meest geflipte trucjes uithaalde. Zo hing deze bevallige dame op een bepaald moment in grand écart in de lucht zonder haar handen ergens aan vast te houden: letterlijk adembenemend. Amanda Palmer en Brian Viglione kwamen met veel grandeur het podium op en hielden die ook wel eventjes vast. 'Sex Changes', 'Missed Me', 'Backstabber' en 'Coin-Operated Boy' mochten de set vlammend openen. Viglione's drumstel ademde door al zijn poriën en de man speelde met een originaliteit en een dramaqueen-gehalte waar geen enkele andere drummer van terugheeft. En hoewel Palmer zogezegd slecht bij stem was, was daar niets van te merken. De akoestische covers kwamen echter al zeer vroeg in de set naar boven: na een semi-geïmproviseerde uitvoering van Françoise Hardy's 'Tous les Garçons et les Filles' waren de T-Rex-cover 'Cosmic Dancer' én de versie van Neutral Milk Hotels 'Two-Headed Boy' toch iets te veel van het mooie. Uiteraard maakte een schitterende versie van 'War Pigs' veel goed, maar 'First Orgasm' en 'Mandy Goes to Med School', waren toch niet onmiddellijk dé nieuwe nummers waar men op zat te wachten? Waar bleven 'Modern Moonlight', 'Dirty Business' of 'Necessary Evil'; songs waarvan een luisteraar de eerste keer al dacht: "dit wordt een live-knaller"? Het swingende 'Half Jack' was uiteraard een alom meegezongen geven-en-nemen-spelletje, hoewel de indrukwekkende maar nogal uitgesponnen drumsolo van Viglione waarschijnlijk slechts een zeer klein deel van de zaal kon boeien. 'Girl Anachronism' blijft een atoombom tijdens een optreden en hoewel de Jacques Brel-cover 'Amsterdam' als bisnummer sterk was, blijft het verwonderlijk dat het duo opteerde voor zoveel covers en enkele nieuwe pareltjes gewoon links liet liggen. Maar uiteraard is dit het stellen van hoge eisen: The Dresden Dolls is en blijft een livegroep die een uiterst authentieke en overtuigende stijl heeft en dat op de planken met bombast en theatraliteit in de verf zet. De hele avond was trouwens een zeer coherent totaalspektakel dat soms zelfs iets weg had van een rondtrekkende circustent. De finale bestond uit Viglione die eigenaardig genoeg zijn niet steeds even goed werkende gitaar (de man trapte enkele keren op zijn plug) uit frustratie aan diggelen mepte. Na een korte twijfel over de relevantie van deze onverwachtse daad, kon de rakker toch nog even charmeren door als een stoute kemphaan van het podium te hoppen. Het duo uit Boston was over het algemeen oerdegelijk en amusant, ondanks hun nogal teleurstellende setlist.