"Never change a winning team." Als er één slogan is die voor het Boechoutse Sfinks festival niet opgaat, is het wel deze. De jaarlijkse tendens van dit wereldmuziekevenement om podia toe te voegen, weg te laten en nieuwe culturele broeihaarden in het leven te roepen, heeft zich in 2008 helemaal gemanifesteerd. De titel van deze editie was immers 'Sfinks Mixed', met als opzet een uitgebalanceerd evenwicht te presenteren in muziek, woord en beeld. Vreemd genoeg werd echter gesnoeid in het totale muzikale aanbod (geen openlucht cirkelpodium, geen dancetent of –cabans meer) waardoor de multiculturele kruistocht doorheen het weekend net iets meer voorgekauwd werd. Meer nog, met het afschaffen van de (quasi) gratis verwelkomingavond op donderdag als voorproef voor nakend weekend heeft de organisatie een duidelijke statement gemaakt. Een meer geconcentreerd en afgebakend festival met minder onverwachte verrassingen was het resultaat. Gelukkig hielp een stevig zwoel zomerweer met tropische temperaturen gedurende drie dagen om geruchten als "het gaat financieel helemaal niet goed met het Sfinks" de kop in te drukken. Met een dag minder op het programma werd de kaap van 30.000 bezoekers immers toch mooi overschreden.
De rode draad doorheen de thema-avond 's vrijdags was Balkan-en zigeunermuziek. Het Belgische straatcollectief Va Fan Fahre heeft het driedaags multicultureel spektakel dan ook met verve open getrokken. Dit gezelschap rond accordeonist Michael de Schryver en met leden uit rangen van Think of One, Flat Earth Society, Galatasaray... wist met veel dolle koperblazers en snelle, strakke knipogen richting ska en feestmuziek een aanvankelijk nog aarzelend publiek al snel op de knieën te krijgen. Een betere opwarmer voor de roadshow van the Gypsy Queens and Kings bleek nauwelijks mogelijk. Onder leiding van Fanfare Ciocărlia bracht dit Balkanspektakel zo'n twee uur bombastisch vertier (letterlijk vormgegeven door imposante tuba's). Een fel en energiek spel in hoog tempo bood niet enkel een mooi platform voor de krachtige stem van de Bosnische Liljana Buttler of de heldere zang van Florentina Sandu, kleindochter van de Taraf de Haïdouks-stichter Nicolae Neascu. Een schrik voor overdaad omwille van zeven uur brassbandgekte op vrijdag werd door het erg afwisselende spel van the Gypsy Queens and Kings moeiteloos weggekeild en zowel een introductie als uittocht met een heus stukje flamenco heeft het publiek meer dan aangenaam verrast.
Zaterdag wist traditiegetrouw te openen met een aardig stukje rootsreggae uit eigen bodem. Een strak en toegankelijk spel en enkele populariteitstruckjes van Zionyouth zoals het citeren van Bob Marley deden het zelfs beter dan de nogal weinig overtuigende prestatie van de stevig uitgedunde, Jamaïcaanse legende The Gladiators die later hetzelfde podium inkleurden. Meer memorabel bleek de passage van The Garifuna Umalali ('Stem') Project: een vocale samensmelting van vrouwen uit Belize, in het leven geroepen door Ivan Duran en wijlen Andy Palacio. Dit stuk heerlijk frivool Afrikaanse ritmen en gezangen bracht een eerste globaal "het is weer Sfinks"-gevoel op de been. Tegelijkertijd kende de oververhitte en dus niet al te dicht bevolkte clubtent zijn eerste voltreffer: het ingetogen, bekoorlijke spel van songwriter Maalesh wat een zomerse cocktail inhield van Afrikaanse, Oriëntaalse en Arabische invloeden. Ook op het derde feitelijke muziekpodium, de voor velen nog steeds moeilijk aanvaarde Global Hiphop-tent, heeft vooral Mc Sagas uit Kaapverdië een mooie indruk nagelaten met zijn erg melodieuze, narratieve songs (en soulvolle backings van Family Complow). Verder bleek ook nu het genre vaak nogal vanuit een agressieve, militante invalshoek benaderd te worden, wat in iets té schril contrast stond met de omringende kids-village, een jongeren speelparadijs waar zorgeloosheid telkens hoogtij viert. Al even vreemd bleek de verschijning van het Mexicaanse Nortec Collective, een nogal statisch, techno-achtig dancegegeven dat het gemis aan een echt etnisch dancepodium van weleer in de aandacht bracht en nogal ongelukkig geklemd zat tussen woestijnblues van de Malinese diva Babani Koné en de rootsreggae van The Gladiators. Dan maar beter overschakelen naar zowat het muzikaal hoogtepunt van zaterdag (en bij uitbreiding het hele festival), de passage in de Clubtent van A Filetta, het vocaal collectief dat al dertig jaar de muzikale traditie van Corsica uitdraagt. Hun intieme en vaak complexe muziek kreeg het publiek opmerkelijk stil. Dat de zangers, in een halve cirkel opgesteld, dicht bij elkaar stonden en zo een nauw blok vormden en vaak fysiek contact hadden, was daar zeker niet vreemd aan: zonder theatraliteit werd hierdoor duidelijk gemaakt hoe essentieel concentratie en samenzang was voor deze breekbare muziek. Bovendien stelde de uitgekiende opbouw - vijf blokken van telkens enkele korte stukken- het publiek in staat om de opgebrachte aandacht te doseren en vol te houden. Een meesterlijk staaltje vocale muziek in een weldoordachte setting! Nadien trok de levende Congolese legende Werrason met zijn heerlijke soukous feestbende de zaterdagavond maar echt goed op gang. Met het allergrootste Afrikaanse concert ooit op zijn cv (700.000 bezoekers!) had ook de concerttent moeite de bijeengekomen, beweeglijke menigte op te slokken. De samensmelting van modern en traditioneel bereikte op Sfinks Mixed tegen het eind van de eerste volledige dag dan ook een absoluut hoogtepunt, waardoor zorgeloos verder feesten met een (helaas slecht afgemixte) Squadra Bossa ft. Buscemi en vrienden-set geen enkel probleem bleek.
Zondag is per definitie altijd een beetje rustdag, een moment dat gezinnetjes en kinderen meer opgang maken. Ook de ontdekkingstocht richting kleine cinematent (Cinema Cabana) en verhalentent krijgt dan iets meer aandacht, hoewel voor beiden van een succes nog niet echt sprake kon zijn (schuld van de zon?). De grillige capriolen van zowel het Indische Kawa Circus of de testosterongeladen acrobatie van het Afrikaanse Circus Baobab in openlucht, kregen dan veel meer bijval. Die laatste mocht overigens ook muzikaal openen in de Concerttent, kwestie van er meteen goed in te vliegen (vaak letterlijk zelfs). Wat volgde, was een meer consistent muziekprogramma waarbij vooral enkele aparte acts als de broze fadozangeres Lula Pene of de mooi opbouwende set van de New Yorkse / Mexicaanse latino-ladies van Pistolera in het oog en oor sprongen. Het meest opvallende optreden in de Clubtent op zondag kon het minste publiek bekoren. De vijf accordeonisten van Accordion Tribe begonnen ruim een kwartier te laat aan hun optreden en hadden maar even veel tijd nodig om de zaal twee derde leeg te spelen. De complexiteit van de muziek leende zich dan ook niet tot sfeermakerij en leunde niet meteen aan bij een of andere vlotte muzikale traditie. Hierdoor stond dit klasse-ensemble waarschijnlijk niet juist op het Sfinks podium, zelfs niet voor de Clubtent. Aan de muzikale integriteit en kwaliteit van de artiesten zal het echter niet gelegen hebben: vreemde accenten, complexe structuren en melodische elegantie behoorden allemaal tot het perfect uitgevoerde vocabularium. Hoewel de meeste aandacht vooraf uitging naar de mooie opeenvolging Marokaanse berberrock van het soms iets te gemakkelijk ambiance creërende Amarg Fusion en eeuwige grootmeester van de raï, Cheb Khaled, moesten beiden toch net hun muzikale meerdere erkennen in voorgaande acts. Een aardige dosis "Aïsha, Aïsha ..." op de achtergrond mocht het festival dan al aardig muzikaal afronden, de echte climax bleek een waar arsenaal van bliksemflitsen die fungeerden als afsluitend vuurwerk.
Sfinks bleek anno 2008 zijn rol als internationale, multiculturele entertainer weer aardig te vervullen. Dat de zon misschien eerder verantwoordelijk was voor de in alle media bejubelde, erg hoge opkomst dan de Mixed-formule die de huidige zapcultuur een beetje lijkt te weerspiegelen, is de logica zelve. Sfinks is immers altijd al 'Mixed' geweest. Mensen die her en der rondhangen met een cocktail in de hand, met kinderen op het springkasteel en met sfeervolle tropische klanken van bands met te moeilijk te onthouden namen, blijkt echter nog steeds gemeengoed. Verlanglijstje voor editie 2009: iets meer Oriëntaalse klanken, meer dans en dansgelegenheden, iets minder hiphopgekte, verkoeling in de Clubtent en (opnieuw) een tweede dranktoog.