Naar jaarlijkse traditie presenteert het Rivierenhof een meesterlijke reggae-affiche in het kader van zijn openluchtconcerten. Een omgeving met veel bomen, water en een uiterst sfeervol, halfopen amfitheater zijn de vaste waarden in dit unieke kader. Het hoeft dan ook geen betoog dat optredens in het Openluchttheater steevast een unicum zijn en dat er tussen publiek en artiest vaak iets extra ontstaat. Ditmaal moest het water er aan geloven. De dansende fonteinen die publiek van podium scheiden bij groepswissels konden de menigte niet langer stuiten, met een overheerlijk watergevecht als gevolg.
Hittegolf overspoelt Openluchttheater
De avond komt zwoel en langzaam op gang dankzij een zorgvuldige selectie van beste reggaehits, gepresenteerd door Civalisee Foundation. De ska- en dubgolven vloeien door de arena en inkomhal van het feitelijke concerttheater, waar de nodige eet- en drankkraampjes verdere sfeerbrengers zijn. Niets is heerlijker dan rond 21u op een broeierige zomeravond een tapasschotel of smakelijke wrap te bestellen, biertje erbij en maar heen en weer wiegen op zwoele reggaetunes. Zeker de wetenschap dat even later de fabuleuze Skatalites het podium betreden werkt optimaal. Van deze inmiddels meer dan veertig jaar oude band zijn niet veel originele leden meer aanwezig. Zonder Lloyd Brevett aan de contrabas en af en toe "jah jah jah jah jah ... rastafari" kelend, ziet de groep er niet hetzelfde uit. Gelukkig doet de enige nog aanwezige originele muzikant, meesterdrummer Lloyd Knibb, zonder enige moeite zijn duit in het zakje door na elk nummer mooi zijn toms af te gaan en te eindigen in een inmiddels vastgeroeste roffel. Spreekt voor zich dat bekende James Bond themes of de alom gekende meezinger 'The Guns of Navarone' voor massaal jolijt zorgen. De vaste cocktail van aanstekelijke basismelodie, doorgedreven drum- en baswerk en afwisselend gesoleer van de verder uiterst strakke blazers zorgt voor een voortdurend spervuur van hoogtepunten. Geen wonder dat The Skatalites zowel jong als oud blijven bekoren en dat hun shows, hoe lang ook, telkens als té kort overkomen.
Een half uurtje ombouwtijd achter de verlichte watermuur op de lome beats van Kruder en Dorfmeister zijn een perfecte gelegenheid om de cocktailbar achteraan eens te verkennen. Niet veel later gooit de Jah Messenger-begeleidingsband de eerste sensuele reggaetunes de lucht in. Het publiek krijgt even tijd om zich opnieuw te settelen tijdens vier heerlijke reggaedubs, vooraleer Jah Messengers soulvocaliste de lont aan het vuur steekt. Warm golvende zanglijnen vullen het geheel mooi aan en openen het moment dat levende legende en tientonner Dean Frazer naar voren treedt. Dat deze op ongeveer 90% van alle reggaeplaten de saxpartijen ingespeeld zou hebben mag dan al lichtelijk overdreven zijn. Dit neemt niet weg dat zijn uiterst virtuoze en vingervlugge jazz- en bluespartijen een heus authentiek spektakel vormen. Een vrij lang uitgesponnen, erg trage en soulvolle interpretatie van Marley's 'Redemption Song' gaat misschien iets té veel de jazztour op, maar de introversie van de man z'n muziek vormt een mooie afwisseling. Met Andrew Tosh, zoon van dé grote reggaester Peter Tosh, is het wel net even anders. Ondanks het feit dat Andrew begenadigd is met de stem van zijn vader maar niet met diens live overredingskracht, spat het spel toch open. Enkele eigen nummers ten spijt, worden vaders 'Get Up Stand Up', 'Down Presserman' en 'Johnny B Good' met de nodige spirit en een stevig tempo gebracht. Nogmaals is het belang van een krachtige blazerssectie duidelijk, terwijl Dean Frazer zich ook als begunstigd achtergrondzanger nuttig maakt.
Hét hoogtepunt flitst echter een klein uur later volledig in zwart op podium. In traditionele klederdracht wipt de 'Messenger' Luciano als een kind over en weer en toont zich heer en meester als gevoelsprofeet en vredebrenger. Als rootsreggae vandaag op wereldschaal nood heeft aan een gezicht, mag het dat van Luciano wel zijn. Met nummers als 'Give Praise for the Leaders', 'Silver and Gold' of 'Serve Jah Warrior' heeft de man regelrechte hits in zijn broekzak. Een dijk van een stem en een bedwelmende melodie zijn telkens van de partij. Maar het is vooral 's mans tomeloze energie die een extra dimensie veroorzaakt. Nog geen tien minuten na opkomst wrikt Luciano zich door de watermuur heen in het publiek om iedereen mee te laten zingen. Niet gek veel later heeft het optreden wat weg van een traditioneel Afrikaans feest waarin de menigte zichzelf uitbundig uitleeft en naar hogere sferen toe neigt. De goeroe en frontman uit de meest bizarre capriolen, waagt zich zelfs aan een salto op beton en zorgt met zijn uptempo passages voor het vuurwerk dat al de hele avond in de lucht hangt. Geen wonder dat de enkelingen die zich tijdens de show in de beek waagden op een plots tijdstip bijval krijgen van een niet te stoppen massa. Waar security zich onmachtig voelt, acht Luciano zich des te machtiger als verkondiger van de goede boodschap en als aanvurende profeet. Met het gevolg dat niet veel later een heus watergevecht uitbreekt dat eindelijk de nodige verkoeling brengt na een hittegolf van meer dan tien dagen. Gelukkig is een reggaepubliek een rustig publiek, en blijft alles beperkt tot een bemoedigende, zelfs emotionele sfeer zonder baldadigheden. Iedereen krijgt waar men voor gekomen is (artiesten inbegrepen): een unieke sfeer en ambiance waarover nog enkele jaren mag gesproken worden. Enkel de organisatie zal zich allicht even in de haren gekrabd hebben. Maar laat het een troost zijn: voor hetzelfde geld stond Lordi op het podium.