Een pianorecital meemaken in Bozar is niet altijd even dankbaar, door de mindere akoestiek die het geluid uit de zaal te sterk maakt en de piano zelf te stil en te wollig. Voor een jong genie op het klavier als Rafal Blechacz moet echter de uitzondering gemaakt worden om eens naar Brussel af te zakken. Zeker in een programma met Bach en Beethoven, naast zijn specialiteit Chopin. Desondanks lag de grootste overtuigingskracht in zijn interpretatie van Szymanowski.

Sinds de jonge Pool Rafal Blechacz in 2005 alle onderdelen van het Chopin concours won, is hij een graag geziene gast op de internationale podia. En terecht, zo kon men een vijftal jaar geleden op het Klarafestival horen toen hij een indrukwekkend Chopin-recital gaf met de 24 preludes als hoofdwerk. Ondertussen heeft hij er met zijn 27 jaar ook al vier gelauwerde cd-opnames opzitten bij Deutsche Grammophon. Twee daarvan zijn gewijd aan Chopin, een aan de Weense klassieken Haydn, Mozart en Beethoven en zijn laatste bevat werk van Debussy en zijn landgenoot Szymanowski. Niet alleen de enorme muzikale zeggingskracht valt hierbij op, maar vooral ook de grote briljantie, de pareling, de transparantie in zijn touché. De supervirtuoos die Blechacz is, stelt hijzelf in de schaduw van zijn poëtisch-intellectuele persoonlijkheid die nadrukken legt op architectuur en kleuren.

Rafal Blechacz (foto: Felix Broede / DG)
Rafal Blechacz (foto: Felix Broede / DG)
In Bozar werd het gewaarworden van de pianist die Blechacz op cd is, soms versluierd door de weinig bevorderende akoestiek. Zijn hyperverfijnde, snelle nootjes versmolten soms in de ruimte. Zeker in de derde partita van Bach, die bijwijlen wat haastig klonk, is de transparantie zo belangrijk dat de ruimte problematisch kan worden. Blechacz benaderde het werk op bijna feminiene manier, met een mooi en beheerst spel van dynamieken, zonder echter in Perahiaanse esthetiek te vervallen. Op die manier vormde het barokwerk een quasi-preluderende inspeeloefening op de Beethovensonate. De zevende sonate vormt een hoogtepunt in het vroege oeuvre van de componist, waarbij het 'Largo e mesto' telkens weer een emotionele mokerslag blijft. Het hoefde niet te verbazen dat Blechacz hierin een onvolprezen spanningsgevoel en tristesse kon overbrengen. Ook over de drie andere delen niets dan lof, waarin de virtuoos met humor en stijlgevoel de kleine finesses manifest maakte, die deze muziek telkens opnieuw tot een genotservaring maakt.

Na de pauze volgde het repertoire waarmee Blechacz roem vergaarde. Chopins eerste 'Ballade' werd in al zijn dramatische kracht geponeerd door een pianist die dit werk zo goed kent dat hij in staat is elke luisteraar bij zijn nekvel te grijpen. Ook de twee 'Polonaises, opus 26' bracht Blechacz met onfeilbaar en contrasterend karakter tot expressie, een perfect rubato hanterend en op meesterlijke wijze spelend met texturen. Al deze kwaliteiten kwamen ook terug in de aanpak van Szymanowski's eerste pianosonate, hoewel dit een veel minder toegankelijk werk is. De densiteit is dusdanig dat het soms zoeken is naar betekenis, wat door het geboden materiaal niet altijd even dankbaar is. In elk geval was de toewijding van Blechacz voor deze partituur enorm. Hij vertolkte ze dan ook met een enorme perfectie en gaf een maximum aan input om dit emotioneel geladen stuk over te brengen. Het zijn slechts deze twee eigenschappen van absolute foutloosheid en toewijding die tot een maximale overtuigingskracht kunnen leiden. In de twee middendeel verblufte Blechacz met poëtische muzikale tekening, in de hoekdelen met virtuositeit, waarvan de fuga aan het slot een mooi voorbeeld was.

Kortom bood afgelopen woensdag in Bozar fenomenaal pianistiek werk in een gevarieerd en genereus programma. En dat dan nog door zo'n jong genie!

Meer over Rafal Blechacz


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.