Dankzij een dubbeloptreden van Oneohtrix Point Never en Barn Owl, kreeg de Belgische concertganger weer een mooie kans om op de hoogte te worden gehouden van de muziek die dezer dagen in Amerika de kop opsteekt.
Met Barn Owl in gewone letters op de affiche, onder de vette karakters van hoofdact Oneohtrix Point Never, kreeg de bezoeker een ietwat vertekend beeld van de groep als “opwarmertje”. Dat dit duo niet van California naar Europa kwam gereisd voor een pleziervakantie mocht het publiek meteen ervaren. De sfeer die het duo in de zaal neerpootte mocht er in ieder geval zijn, hoewel die best weinig in het verlengde lag van OPN’s geluidscollages. Wie derhalve de grote overstap niet kon maken, bleef onverschillig bij de opener of verliet de zaal tijdens het tweede optreden.
Barn Owl (foto: Arne De Crom)
Een reverse vervorming veegde het vorige van tafel en duwde de heren richting ruisconstructies. Hier zorgden afgelijnde synthesizerpatronen met bleeps voor de warme klanken. In tegenstelling tot het album ‘V’ durfde het duo voluit te gaan voor ongemaskerde, doffe beats als ritmische slagen, opnieuw vergezeld door noises van verschillende toonhoogtes. Het viel op dat beide artiesten steeds met geest en gelaat waren gebonden aan hun apparatuur. Links stond Evan Caminiti met zijn machinerie (met daarboven een spaghetti van kabels) in voor de vaste lagen en kleurrijke drones. Daarnaast bevond zich de wat beweeglijkere Jon Porras die de ritmes en passende effectjes stuurde.
Barn Owl (foto: Arne De Crom)
Barn Owls muziek was zelden monochroom. Ze ontwierpen meestal een pikzwarte basis die als kader diende voor hun kleurrijke motieven. Deze variërende harmonieën ontstonden voornamelijk vanuit feedback geluiden of resonanties van hoge tonen. In het geval van ‘Void Redux’ waren het de synth-golven die met hun schitterende samenklanken het vaste frame overstemden.
Met nu en dan een gewichtige stilte die een welkome scheut zuurstof tussen de dichte geluidsbundels injecteerde, eindigde Barn Owl met een indrukwekkend rijk geluidspallet. Het drievoud van dreunende onderlaag, pruttelende beats en melodische waves bracht hier wederom een prachtig klankuniversum. Wie erin verzonk kon wegdromen naar donkere sterrenstelsels waarin natuurwetten ruimtelichamen met immense proporties in beweging brachten.
Oneohtrix Point Never (foto: Arne De Crom)
Inderdaad: nummers. OPN bracht zijn set namelijk niet in één continue lijn, maar in afzonderlijke stukken waartussen er geapplaudisseerd werd. Op die manier kreeg de luisteraar nooit de mogelijkheid om echt door te luisteren. Los van deze heikele punten, maakte Lopatin zijn promotie naar het elektronicalabel Warp wel waar. Productietechnisch zat alles zeer goed en zo kon de luisteraar genieten van knappe geluidscollages met een verscheidenheid aan bonte klanken. In het begin van de set kwam ‘Still Life’ voorbij met beelden - die trouwens ook op YouTube te zien zijn - van een soort videogame robotarm die door een kwikachtige substantie komt bovendrijven. Het leek alsof twee beelden hier door elkaar morphten. Dat was hetzelfde geval met de muziek: stukken werden doorprikt met allerhande knipsels zoals junglegeluiden en stemgeneurie.
Deze mengvormen maken van OPN’s muziek iets absurd maar tegelijk intrigerend. Naast de onafgewerkte lo-fi aanpak en de “I don’t care”-mentaliteit die daar soms bij aansloot, koos Lopatin net zoals op zijn nieuwe album af en toe voor harde, repeterende stukken. Zo bracht ‘Problem Areas’ een verfrissende wind in het hele gebeuren met de snel opeenvolgende noten uit de middenregisters, die keihard door de zaal daverden. Hierop werden hyperartificiële afbeeldingen van objecten zoals kogels weergegeven als trofeeën.
Oneohtrix Point Never (foto: Arne De Crom)
Wie het album ‘R Plus Seven’ al gehoord had, kreeg niet veel nieuws voorgeschoteld. Pas aan het einde kwamen enkele ongekende tracks voorbij en werden de originele nummers meer bewerkt.
Na een ambient slotstuk sloot Lopatin bedaard af, waarna hij na een enthousiast applaus overhaald werd om nog een bisnummer te spelen. Daarmee gaf hij er een laatste lap op in de lijn van het repetitieve nummer ‘Boring Angel’, maar nog een stuk ruiger, met verspringende orgelakkoorden in technoformaat. Wie hier met genot stond te luisteren kon zonder de minste aarzeling Lopatin’s nieuwe album aanschaffen. Zij die verloren liepen in deze introverte geluidspuzzel mochten zich hoe dan ook gelukkig prijzen met de sterke prestatie tijdens het voorprogramma.