De Nachten mocht dit jaar 15 kaarsjes uitblazen. Reden tot feest was ook de indrukwekkende nieuwbouw van de Singel, waarin een nieuw muziek- en literatuurpodium, artiesten/schrijvers over zich heen kreeg.
Opener van de Theaterstudio was Marble Sounds, dat eerder dit jaar nog het wondermooie ‘Nice is Good’ uitbracht. Het genre van de plaat valt te omschrijven als ‘Duyster’. Live ging dit echter niet meer op. Marble Sounds durfde harder gaan, af en toe werd zelfs geflirt met hardrock. En dat was jammer. Het dit-is-prachtige-muziek-gevoel verminderde drastisch en dit zorgde er ook voor dat het optreden, naast hoogtes, ook echt wel laagtes heeft gekend. Annelies Verbeke stond in voor de achtergrondzang van ‘Come Here’ en nam ook ‘Sky High’ voor haar rekening. Oorspronkelijk gezongen door een frêle Japanse, wordt dit nummer makkelijk verknoeid door de meesten. Niet zo voor Annelies. Met de beperktere reikwijdte van haar stem gaf ze het nummer een iets andere, zij het zeer geslaagde draai. Hoogtepunt blijft ‘My Friend’, met de wonderlijke sample van ‘Drinker’s Peace’ van Guided by Voices, dat met een heerlijk crescendo, niet in het minst te danken aan de trompet, eindigde in een wervelende apotheose. Een optreden met gemengde gevoelens.
Het Franse Starboard Silent Side bracht eerlijke, ingetogen en simpele folk. In een voor hen veel te grote Rode Zaal stonden ze desalniettemin hun mannetje. De violinist tilde met zijn instrument de nummers waarin hij figureerde naar een hoger niveau. Ook zanger Mij zorgde ervoor dat kijken naar het optreden gewoon al leuk was zonder naar de muziek te luisteren. Met flapperende handjes, flirtend met het snoer van de micro en huppelend op een bewonderenswaardige kleine oppervlakte ondersteunde hij zijn nummers alsof zijn leven ervan af hing. Leuk extraatje: tijdens afsluiter ‘Dwayne’ fungeerde het microsnoer zelfs even als strop.
‘Fuck culturele publiciteit!’ Deze woorden stuurde een leukerd vanuit het publiek de wereld in. Wat hij hiermee wenste te bereiken is tot nog toe niet geweten. Wat wel zeker is, is dat het de officieuze aankondiging was van Broken Glass Heroes, bekend van Benidorm Bastards en Tim Vanhamel. Broken Glass Heroes is duidelijk gegroeid in vergelijking met de voorbije zomer. Het samenspel was beter, de rock’n roll echter en het geheel strakker. Toch blijft het geen bijster boeiende ervaring. Oké, ‘Let’s Not Fall Apart’ en ‘Poor Little Rich Girl’ zijn niet slecht, maar een gans optreden blijft matig.
John Bramwell van I Am Kloot is het niet gewoon voor een zittend publiek op te treden. ‘You should try being up here, it’s really bizarre. You are all very well mannered…’ Of dit positief dan wel negatief opgevat dient te worden is nog maar de vraag. Hoewel de groep goed speelde, zelfs met een uitbreiding van twee man op de drie ‘klooten’ van normaal, leek het een emotieloos hoopje muzikanten. Misschien is dat ook wel een aangemeten air van ‘je m’en fous’. Jammer want op muzikaal vlak was er werkelijk weinig aan te merken. De opkomst met heroïsch trompetgeschal was ronduit indrukwekkend en de zaal die tijdens het openingsnummer een discobaleffect over zich heen kreeg gewoon erg mooi om naar te kijken. Een voorbode voor het muzikale luik van de rest van het optreden. ’s Mans bindteksten zijn wel niet meteen hoogvliegers, maar dat kan nog door de vingers gezien worden. Bij het verlaten van de zaal denkt een mens dan één ding: ‘Goed, maar er miste iets, je ne sais quoi…’
Het eveneens uit het Verenigd Koninkrijk komende These New Puritans kwam het podium op begeleid door een donkere, mysterieuze melodie doorspekt met geluiden die wel van een Formule-1 circuit leken te komen. Samen met het orkest, dat het optreden zonder meer naar een hoger niveau tilde, speelden ze een set in de volgorde van hun laatste CD ‘Hidden’. Het resultaat mocht er zijn. Een mens dacht haast gewoon naar de plaat te luisteren en niet naar de groep zelf. Jammer genoeg was ook hier het pijnpunt weer de zitplaatsen in de Rode Zaal. Rechtstaand zouden These New Puritans nóg beter tot hun recht komen
Dag twee van De Nachten mocht door Amatorski geopend worden. Deze Vlaamse groep maakt al een tijdje furore op de Vlaamse radiostations met hun dromerige, ingetogen muziek. Voor de gelegenheid stond SIC Ensemble mee op het podium, het is te weten, drie jongens met een saxofoon. Deze drie gaven, samen met de violiste, een extraatje aan het optreden. Amatorski bracht een heel verscheiden set. Nu eens deed de superverlegen zangeres denken aan Björk, wat in deze als een compliment beschouwd dient te worden. Dan weer verzonk een nummer in prettige noise of boorden harde bassen zich diep in het lichaam. Tijdens ‘Come Home’ en ‘The King’ was de rode zaal even een plaats om achterover in de stoel te leunen en heerlijk weg te dromen. Dit alles ten spijt was de spanningsboog niet heel de tijd gespannen.
FM Belfast, een IJslandse collectief, dat prettig gestoord blijkt te zijn, bracht een bescheiden feestje naar deSingel. Alles voorzien van een stevige beat kreeg de groep zelfs wat handjes in de lucht. Een prestatie! Naast het heerlijke taaltje tussen de nummers door (Engels met een IJslandse tongval) waren ook de gloeilampen aan de microfoonstandaards grappig om zien. Na een uitnodiging van de groep om ‘the finger’ te laten zien verzonk het begonnen nummer, doorspekt met heel wat Fuck You’s in achtereenvolgens een ode aan Rage Against the Machine, The Prodigy en Boys Noise.
Een mens zou zich al beginnen afvragen wanneer School of Seven Bells nu eindelijk eens zou stoppen met de intro als net dan de bom losbarstte. Met een uiterst bekoorlijke zangeres wist de groep van in totaal drie leden een heel optreden lang te boeien, ook al heeft één van de twee Deheza zussen de groep onlangs nog vaarwel gezegd. Van verdriet daarover was echter niets te merken. Van dromerig langs onversneden pop tot halve electro was voor School of Seven Bells geen probleem, niet in het minst te danken aan de echt wel heel sterke frontvrouw. Tijdens één nummer was zelfs de vergelijking met Arcade Fire, dat live met heel wat meer volk optreedt, niet ver weg. Tijdens de afsluiter werden alle registers opengegooid. Onder een ware apotheose van geluid werd de zaal getrakteerd op wat wel vuurwerk leek. Een erg mooi effect dat een erg mooie set perfect afsloot. Afgaan deden de shoegazers in stijl: zonder een woord te zeggen.
Dat Balthazar, rijzende ster in de Vlaamse rockscene, heel wat goede nummers heeft behoeft geen uitleg. Over het optreden kan heel wat verteld worden. Maar één woord vat het nog het best samen: Balthazar speelde strak. Of nee, zeg maar retestrak.
Met twee waren ze, maar ze maakten geluid voor vier. Blood Red Shoes speelde een denderende set in de Theaterstudio. De twee hadden voor de gelegenheid een woordje Nederlands geleerd en daar maakten ze gretig gebruik van. Met de nogal evidente uitleg: ‘Wij zijn Blood Red Shoes!’, kwam de groep op. Na ieder nummer werd de sympathieke boodschap ‘Dankjoewel!’ het publiek in gestuurd. Vriendelijke mensen die Laura-May Carter en Steve Ansell. Vreemd wel dat dat publiek relatief weinig hoofden telde. Zij die er niet bij waren hebben wel degelijk iets gemist. Want hoewel de meeste nummers niet zo erg van elkaar verschillen, wist de groep een hele set wel boeiend te houden. De basisformule, eerlijke rock met onmiskenbare punk-invloeden, werkt.
Voor mensen iets anders zouden beginnen denken: er is op De Nachten veel meer te beleven dan enkel muziek. De Roovers en sKaGeN lazen de twee avonden kortverhalen van literaire meesters tussen de optredens door. Vreemd hoe dit werkt. Een mens zou denken dat zoiets gedoemd is te mislukken. Voorgelezen literatuur is immers niet altijd even populair. Dit is buiten de voorlezers gerekend, echt professionals. Onder anderen Oscar Wilde, Remco Campert en Tsjechov wisten het publiek te boeien. Waanzinnig zeg! Op dag twee werd speciale aandacht gegeven aan de ter grave gedragen Harry Mulisch.
Wat leert een mens dan na twee dagen van De Nachten? Wel, literatuur en muziek kunnen wel degelijk naast elkaar bestaan en zelfs samenwerken. Ten tweede is het een bevreemdende en niet altijd even geslaagde ervaring in een theaterzaal naar een concert te luisteren. En drie: het nieuwe gedeelte van deSingel is een indrukwekkend staaltje architectuur.