Een dag Couleur Café staat normaal garant voor dampende lijven die hun multiculturele konten tegen elkaar schurken op broeierige muziek. De eerste dag van Couleur Café deed zijn uiterste best om aan die verwachtingen te voldoen: dansende massa's legio, maar muzikaal werden niet alle verwachtingen ingevuld.
Waalse volksmennerij was er wel. De Franse Diam's opende op het Universpodium en sleurde zonder moeite de voornamelijk Waalse mensenmassa mee. Diam's is in Vlaanderen een nobele onbekende, maar in Wallonië blijkt deze prompte rapster een grote rap-ster te zijn. Al snel waren we getuige van ware K3-toestanden waarbij kleine kindjes allerhande vrolijk alle raps meezongen. Diam's dj wist zijn meesteres en het uitzinnige publiek tot nog grotere feeststemming te drijven door speels beats van Usher's 'Yeah' of 'Ladies Night' door de droge beats te mixen. Een verdrinkende, akoestische piano begeleidde een anti-Vlaams Belangsong die luid werd meegekeeld. Muzikaal was dit optreden niet meteen een hoogstandje, maar een verbazingwekkend spektakel was het dankzij het publiek wel.
Franstaligen boven op Couleur Café, want met Patrick Watson had het festival een Franstalige Canadees uit Montréal uitgenodigd. De man wordt gepromoot als de nieuwe Jeff Buckley en als hij zijn keel openzet is die vergelijking niet verwonderlijk: een stem als een klok die loepzuiver de hoogte in kan, maar ook hartverwarmend en met een lichthese touch de middentonen kan opzoeken. Het grote verschil bleek te zijn dat Buckley's gitaarspel bij wijlen fenomenaal was en dat Watson zijn piano slechts degelijk beheerste.
De nummers dreven allemaal in de melancholie en er werden ook referenties gemaakt aan hedendaagse rockgroepen als Coldplay en met hun tweede setnummer bewezen ze dat de ze Grote Encyclopedie van het Rockritme in huis hebben. De 'Gymnopédie' van Satie werd even door de reggaemalemolen gehaald waarbij hier en daar toch een glimlach op de gezichten verscheen. Hoe hard de mannen van Patrick Watson ook probeerden, ze kregen geen climac of zelfs dynamiek in hun set. Het verdict moge dan ook zijn: Patrick Watson maakt koptelefoonmuziek die misschien niet meteen op een sfeerfestival als Couleur Café had moeten staan.
Dé grote naam van de dag was uiteraard James Brown, de Soul Brother No. 1, The Godfather of Soul, The hardest working man in showbiz, Mr. Dynamite. De oervader van hip hop, soul en funk, de werkgever van helden als Maceo Parker en Bootsy Collins staat op zijn 75 nog steeds zijn mannetje op het podium, weinig bejaarden doen hem dat na. Jammer genoeg was de man in vergelijking met zijn oude platen en opnames nog maar een schim van zichzelf, al deed ie enorm zijn best om dat te verbergen. Het was een grootse funkshow vol getalenteerde muzikanten (zijn zoon/gitarist buiten beschouwing gelaten) die de grootmeester opvingen als hij in moeilijkheden kwam. Want het bleek dat Browns stem niet meer is wat ze geweest is. Bijgevolg vertolkte James Brown procentueel nog niet de helft van de nummers en besteedde hij die liever uit aan gastzangers en zijn volborstige koor, zoals bijvoorbeeld de klassieker 'Cold Sweat'. De twee échte gitaristen die Brown bij had konden een stuk spelen: een jonge snaak die in de huid van B.B. King kroop en een ware jazzer die elk een meer dan boeiende solo gaven, alsook topsaxofonist Elroy.
Het showaspect was hoog en James Brown & co balanseerden dan ook op de rand van de afgelikte kitsch. Enkele kranige danspasjes met een gaste bewezen dat Brown nog mee kan met zijn eigen show, maar het enige dat het concert ontbrak om memorabel te worden genoemd, was 's mans dood. Nummers als 'Sexmachine' en 'I Feel Good' hadden nog steeds een heerlijke groove, maar schoten vocaal net iets te kort om zo lang uitgemolken te worden. James Brown, gepensioneerde p-funkateer.
Echt funky klonk het voor het podium van het Belgische The Peas Project, zonder twijfel een groep die de erfenis van James Brown en de hele Blaxploitation-scene wil laten voortleven. Een dikke anderhalf uur tapten deze Brusselaars uit de vaatjes van Curtis Mayfield, Marvin Gaye en James Brown. Hun eclectische funkset dwong met een onvoorstelbaar hoog tempo de menigte tot dansen: snelle samba werd gewisseld met slow funk en zelfs even een melancholische Italiaanse melodie die meteen door stomende funk werd omgevormd. Sterren van de avond waren ongetwijfeld de charismatische, zwarte zanger die zo uit een jaren'70 badass funkfilm als 'Snatch' is gestpat en de retestrakke drummer die het publiek met ritmewisselingen om de oren sloeg maar ze toch aan het dansen hield. De blazers waren enorm op elkaar ingespeeld, maar zochten vaak toevlucht tot unisono melodieën. Hoe het ook zij: de rauwe funk, de emotie, de groove was hier wel authentiek en uit het hart. Een waardiger afsluiter voor de eerste dag van Couleur Café hadden we ons niet kunnen bedenken.