Kwadratuur interview

Wanneer ze gerubriceerd wordt, komt ze steevast in het vakje van de folk terecht. En laat ze zich daar nu zelf niet goed thuis voelen, ondanks de ontroerende eenvoud van de melodieën, het frêle stemgeluid, de zacht getokkelde gitaren en de bij momenten heel zoete, maar vooral kleurrijke arrangementen. Hoe dan ook, misschien moeten Bunyan en haarluisteraars zich niet te veel zorgen maken over dat folketiket. De kansen dat Vashti Bunyan met een nieuwe cd 'Lookaftering' op de proppen zou komen, hebben decennialang ver onder de kiesdrempel gelegen. Het verhaal dat uitmondt in het ontstaan van 'Lookaftering' zal dan ook een zware test zijn voor wie in toeval gelooft. Bunyan geeft zelf commentaar bij een leven dat veel heeft van een roadmovie, met opmerkelijke gastrollen voor paard en kar, een hippiegemeenschap, de Rolling Stones, internet, royalties managers en een hip Brits platenlabel.

Geïsoleerde muzikant

Dat de muzikale carrière van Vashti Bunyan niet steeds op algemeen applaus onthaald zou worden, werd voor het eerst duidelijk in 1965 toen ze van de kunstschool gegooid werd, omdat ze meer oog had voor gitaar spelen en songs schrijven dan voor schilderen. Het vervolg van haar muzikale loopbaan voerde haar langs de nachtclubs van Soho (Londen), waar ze verstilde liefdesliedjes zong zonder dat er ook maar iemand luisterde. Nog datzelfde jaar veranderde die situatie, toen ze in contact kwam met Andrew Loog Oldham, manager van de Rolling Stones. Hij liet haar de Jagger/Richard-song 'Some Things Just Stick in Your Mind' opnemen en de aandacht van tv, radio en dagbladen kwam op gang. Bunyan werd getipt als de nieuwe Marianne Faithfull en de vrouwelijke Bob Dylan. Met deze mooie promotionele referenties is ze echter nooit opgezet geweest. "Bob Dylan was zo'n grote held voor mij dat vergeleken worden met hem totaal niet klopte: ik kwam simpelweg nog niet eens in zijn buurt. En de vergelijking met Marianne Faithfull ging al helemaal niet op: ik schreef mijn nummers meestal zelf, speelde zelf gitaar en was bovendien meer geïnteresseerd in muziek op zich dan in het op een podium staan. Ik was eerder een wat geïsoleerde muzikant die een pad bewandelde dat niet veel Britse meisjes geprobeerd hadden: eenvoudige, akoestische songs in de mainstream pop binnensmokkelen."

Haar tweede single (een nummer van Led Zeppelins Jimmy Page) kon echter de lijn niet doortrekken en de daaropvolgende drie nummers werden zelfs niet uitgebracht. Een ontmoeting met folkbekendheid Donovan in 1968 veranderde haar leven, zij het niet meteen muzikaal. In volle hippieperiode had Donovan het plan opgevat om op het Schotse eiland Skye een eigen gemeenschap te stichten en Bunyan werd door hem persoonlijk gevraagd zich bij hen aan te sluiten. Samen met haar vriend, de kunststudent Robert Lewis, begonnen Lewis en Bunyan in juli 1968 aan de grote tocht vanuit Kent richting Schotland. De versleten wagen en het paard Bess waarmee het tweetal de tocht wilden volbrengen, kochten ze met £100 die Donovan hen leende. Tijdens hun trip dwars door Engeland verzagen de twee in hun levensonderhoud door klusjes als het onderhouden van tuintjes en het uitvoeren van schilderwerk. Toen de reizigers in 1969 Skye bereikten, bleek Donovan reeds vertrokken naar Los Angeles en Lewis en Bunyan reisden door naar de Hebriden.

Lichtgewicht popzangeres

Haar trektocht naar het noorden had Bunyan echter onderbroken voor een paar concerten in Nederland en België. Op de terugreis nam ze de trein via Londen, een ritje waarop ze 'Diamond Day' schreef, het nummer dat haar carrière een nieuwe wending zou geven. Nadat ze het nummer had laten horen aan Joe Boyd (producer van onder andere Nick Drake, Pink Floyd, Fairport Convention, Incredible String Band en Nico) boekte deze voor Bunyan een opnamesessie met ondermeer Robin Williamson (Incredible String Band), Dave Swarbrick en Simon Nicol (Fairport Convention). Bunyan was niet onverdeeld gelukkig met het resultaat: Williamsons viool was niet meteen wat Bunyan zelf in gedachte had en haar vraag om overdubs werd door Boyd afgewezen. In de strijkarrangementen van Robert Kirby (die deze taak ook op zich genomen had voor Nick Drake's 'Five Leaves Left') kon ze zich wel vinden. Wat vreemd voor een folkzangeres? Misschien, maar Bunyan beschouwde zichzelf dan ook niet als dusdanig. "Ik heb mezelf nooit als een folkzangeres gezien. Ik hield van de eenvoud en de schoonheid van traditionele muziek, maar mijn muziek was helemaal niet zo sterk in de folk geworteld. Mijn muzikale invloeden waren eerder een mix van klassieke kamermuziek en Amerikaanse pop uit de jaren '50. Van meedoen met de folkmusici van die tijd was dus hoegenaamd geen sprake. Ze wilden trouwens toch niets met mij te maken hebben, voor hen was ik maar een lichtgewicht popzangeres."

De release van de lp 'Just Another Diamond Day' op Boyds Witchseason-label bleef zonder noemenswaardig resultaat en in 1970 besloot Bunyan zich "definitief" uit de muziekwereld terug te trekken en verder rond te trekken door Ierland en Schotland met paard en wagen, Lewis, de kinderen, de honden en de kippen. In 1992 liep haar relatie met Lewis op de klippen en vestigde Bunyan zich in Edinburgh. De muzikale loopbaan, die op dat moment al meer dan twintig jaar begraven leek (haar gitaar had ze weggegeven aan één van haar kinderen), werd haar terug onder de neus gewreven toen ze in 1997 een internetaansluiting nam en haar eigen naam intikte via een zoekmachine. Tot haar eigen verbazing stelde ze vast dat haar bijna dertig jaar oude album even zeldzaam als gegeerd geworden was.

Met behulp van Paul Lambden (royalties manager van Ryko Music) trachtte ze de rechten op de opnames te recupereren. Ze had haar verleden echter verder weggestopt dan goed bleek, want toen ze Lambden contacteerde en hij haar om een exemplaar van de opnames vroeg, kon ze hem er geen bezorgen. Alle platen had ze weggegeven, alleen een tape met onvolledige tracks had ze nog in haar bezit. Waar de muzikale inbreng van de Incredible String Band haar niet zo bevallen was bij de opnames van 'Just Another Diamond Day' haalde deze groep haar nu wel uit de problemen in de persoon van Raymond Greenoaken, uitgever van Be Glad, het fanzine van de band. Dankzij de tape die hij Bunyan bezorgde kon de zoektocht naar haar verloren geraakte rechten beginnen en verscheen er in 2000 een heruitgave van 'Just Another Diamond Day' op het re-issue label Kitty Kitty.

Mac

Bunyan bleek echter meer te zijn dan een verloren stuk geschiedenis. Artiesten als Glen Johnson (Piano Magic), Simon Raymonde (ex-Cocteau Twins), Kieran Hebdan (Four Tet) en Devendra Banhart wilden haar wat graag strikken voor een samenwerking. In mei 2005 maakte Bunyan haar entree op het befaamde Britse label FatCat, de thuishaven van Múm, Black Dice, Janek Schaefer, Mice Parade en Animal Collective, als gaste op 'Prospect Hummer' van deze laatste band. Een half jaar later, maar dan dertig jaar na haar debuut, verscheen tenslotte haar tweede album, 'Lookaftering', eveneens op FatCat. Zoals de technologie haar met een internetzoektocht in staat had gesteld te weten te komen dat luisteraars op zoek waren naar haar opnames, zo stelde die technologie haar ook in staat om deze keer het album naar eigen wens te vormen. "De eerste royalties voor de heruitgave van 'Just Another Diamond Day' heb ik besteed aan een Mac, een klein keyboard, een mixer en een muziekprogramma. Ik kan geen noten lezen, maar met dit materiaal kon ik anderen wel laten horen wat ik als arrangement wil." Met deze arrangementen trok ze naar haar producer en stadgenoot Max Richter (wiens 'The Blue Notebooks' in 2004 op FatCat verscheen). "Sommigen arrangementen bleven zoals ze waren, anderen werden uitgebreid en sommige arrangementen schreef hij zelf. Met Richter werken was één van de leukste periodes uit mijn leven: hij was eindeloos geduldig, een goede producer, altijd positief en motiverend." Wie Bunyan algemeen vraagt naar het grote verschil tussen de muziekbusiness in 1970 en deze van 2005 krijgt geen antwoord van Protools, samplers of royalties, maar een uitgesproken menselijk antwoord: "Het grootste verschil is dat muzikanten meer in mekaars band komen meespelen en dat er meer onderlinge "vrijgevigheid" is dan toen. Zoals ik het me herinner, natuurlijk." Dit had ze reeds mogen ervaren in de aanvragen die ze kreeg om met artiesten samen te werken, maar de lijst artiesten die op 'Lookaftering' opdraven is nog indrukwekkender: harpiste Joanna Newsome, Adem Ilhan (Adem), Devendra Banhart, Adam Pierce (Mice Parade), Robert Kirby (Nick Drake) en Kervin Barker (Espers).

Bovendien zorgt de indrukwekkende bezetting voor een heerlijk licht en toch rijkelijk breed geschakeerd geluid, waarbij Bunyans gitaar en haar ontwapenende, soms licht aarzelende stem omgeven worden door strijkkwartet, harp, hobo, hoorn, fluit, blokfluit, dulcimer, glazen, harmonium, Rhodes, Hammond, trompet, piano, mellotron, pneumonium en vibrafoon. In tegenstelling tot bij 'Just Another Diamond Day' mocht Bunyan voor 'Lookaftering' wel gebruik maken van de studiotechnieken (overdubs) die haar zo boeien. Dit vertaalde zich echter niet in een album vol abstracte, elektronische geluiden of vervormde klanken. Integendeel, het geheel klinkt alsof het – mits een voldoend aantal muzikanten – zo op het podium gebracht kan worden. "Dat pleit dan voor de productie van Max Richter! Het album bestaat helemaal uit overdubs. Ik speel diverse gitaarpartijen. De strijkers, Adem, Devendra Banhart en zijn vrienden en Robert Kirby werden opgenomen in Londen en Joanna Newsom in Glasgow. Blokfluiten, Hammond, Rhodes en wijnglazen werden door Max Richter toegevoegd. In 'Here Before' zitten heel wat elektronische snufjes (achterwaarts gespeelde geluiden, KVM) en verspreid over het hele album zijn er ook klanken die niet zomaar live te reproduceren zijn."

Geen rancune

Wanneer Bunyan nu terugkijkt naar het verleden doet ze dit niet met de rancune die misschien te verwachten zou kunnen zijn. Joe Boyds idee van 'Just Another Diamond Day' mag dan niet helemaal aangesloten hebben bij wat ze zelf wilde doen met haar muziek, volgens Bunyan heeft hij een grote rol gespeeld in het terug uitbrengen van 'Just Another Diamond Day'. Toch schiet de idee wat het album had kunnen zijn, had ze zelf aan het roer gestaan, wel eens door haar geest. "Ik heb veel nagedacht over hoe het geweest zou zijn als ik de mogelijkheden had gehad om mijn eerste plaat in eigen beheer uit te brengen. Die zou in elk geval minder folky geklonken hebben, aangezien het Joe Boyds idee was om mensen als Robin Williamson, Dave Swarbrick en Simon Nicol te laten meespelen. Of het daarmee een betere of een slechtere plaat geworden, zou zijn, dat weet ik echter niet." Dat 'Lookaftering' voor Bunyan een echte plaat van nu is, mag blijken wanneer ze vertelt dat alle nummers recentelijk geschreven werden. "Ik begon songs te schrijven in 1963: ongelukkige liefdesliedjes van een 18-jarige. 'Just Another Diamond Day' kwam op een moment dat ik songs schreef over mijn dromen en er niet aan dacht dat ze opgenomen zouden kunnen worden. Mijn nieuwste nummers liggen eigenlijk meer in de lijn van mijn eerste: ze gaan meer op het innerlijke dan op het uiterlijke, meer over het verleden dan over de toekomst." En dat het verleden haar gevormd heeft, mocht ze tijdens het schrijven aan 'Lookaftering' duidelijk ondervinden. "Ik woon nu al een tijdje terug in de stad en ik dacht dus dat mijn nieuwe nummers meer een stadssfeer zouden hebben. Het verbaasde me dan ook dat de teksten die bij me opkwamen ze pastoraal bleken te zijn. Al die jaren in de natuur hebben dus duidelijk hun invloed gehad."

Meer over Vashti Bunyan


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.