De anekdote is bekend. Toen Frank Zappa in 1976 een drummerauditie hield, besloot de 25-jarige Terry Bozzio onder het motto 'wie niet waagt niet wint' en met een klassiek slagwerkdiploma in zijn achterzak de proef te ondernemen. Nadat hij zag waaruit die zogenaamde proef bestond, probeerde hij er nog snel van onderuit te muizen, maar Zappa hield hem tegen en verplichtte hem af te maken waarvoor hij gekomen was. Toen alle andere drummerkandidaten zagen wat Bozzio voor zijn neus kreeg en met wat voor een grandeur hij zich er van af maakte, besloten zij zelf allemaal het hazenpad te nemen. Zappa liet hen gaan. Hij had zijn nieuwe drummer toch gevonden.
Bozzio mocht al meteen debuteren op 'Bongo Fury' (1976), een collaboratie van Zappa en Captain Beefheart. In zijn drie daarop volgende Zappaiaanse jaren speelde Bozzio op niet minder dan achttien albums als drummer en occasionele solozanger, terwijl Zappa speciaal voor hem de waanzinnige drumsolo 'The Black Page' pende: een werk dat jarenlang enkel door "skinny Terry" gespeeld kon worden. Begin jaren tachtig vormde hij samen met zijn toenmalige echtgenote Dale de new wave-band Missing Persons en verder werkte hij samen met letterlijk tientallen muzikanten uit de meest uiteenlopende genres. Een willekeurige greep uit de lijst: Herbie Hancock, Mick Jagger, Steve Vai, Jeff Beck, Tony Levin, Stevie Ray Vaughan, Don Dokken of Dweezil Zappa, naast groepen als Duran Duran en UK, maar even goed The Becker Brothers of Mike Pattons Fantômas.
Begin jaren negentig stelde Bozzio zichzelf het doel om het drumstel als melodisch solo-instrument te promoten. Ambitieuze, sterk oosters geïnspireerde soloalbums en instructievideo's volgden, waarop Bozzio het op ostinato's gebaseerde solodrummen tot ongekende pieken opvoerde ('Drawing the Circle', 1998) en klassieke composities voor orkest en slagwerk pende ('Chamberworks', 2005). Ondertussen bestaat Bozzio's steeds groeiende opstelling uit 62 delen, waarbij zowel diatonisch als chromatisch gestemde collecties tomtoms de plaats delen met Chinese gongs, driedubbele chinastacks, roto hi-hats, een marimba en maar liefst acht verschillend gestemde basdrums.
Momenteel toert Bozzio door Europa met de Amsterdam Percussion Group, een in 1980 (her)opgerichte slagwerkgroep die etnische en multiculturele muziek promoot, ondertussen op meer dan aanzienlijk hoog niveau werkt en sinds het toetreden van artistiek leider Josep Vicent in 1990 internationale bekendheid heeft vergaard. Hun klankkleurrijke tournee 'Ionisation' (genaamd naar het stuk van Edgard Varèse) wil aantonen dat percussie over een net even groot melodisch potentieel beschikt als eender welk ander instrument. En degene die daar achteraf nog aan twijfelt...
Harmonie door middel van contrast
In de grote zaal van het architecturaal verbluffende Amsterdamse Muziekgebouw aan 't Ij zit Terry Bozzio backstage aan zijn reusachtige set te sleutelen. Hij is van kop tot teen in het zwart gehuld: een spannende jeans, stevige bottinnen en twee versleten T-shirts over elkaar. Enkel het bijna vrouwelijke leesbrilletje dat op de punt van zijn neus dartelt verraadt het muzikale genie dat in de subtiel extravagante vijftiger schuilt. Na de vraag hoe lang het duurt om 's mans prachtige monster op te stellen, stelt men mij gerust: "Onze roadie Michel kan het in drie kwartier!" "Maak daar maar snel anderhalf uur van," mompelt Michel terwijl hij het slagvel op één van de achtentwintig toms schroeft. Bozzio zit nog met zijn hoofd bij zijn drums als hij de stijlvol geklede dertiger Josep Vicent omhelst, waarna hij me onmiddellijk begint uit te leggen dat zijn hondje gisteravond is gestorven doordat het beestje zijn nekspieren had verwond in een prikkeldraad. "He was my little friend, you know. My wife Ev is really upset." Ondanks het gevoelige onderwerp is de spontane toon van Bozzio's spraakwaterval meteen gezet.
Heren, jullie hebben beiden een indrukwekkende muzikale achtergrond, daarom de volgende subtiele uitdaging: hoe zouden jullie jezelf in één zin voorstellen?
BOZZIO: Wat denk je ervan als we elkaar voorstellen?
Lijkt me minstens even interessant.
BOZZIO: Voor mij is Josep zowel een dirigent als een drummer en een percussionist, en het feit dat hij zoveel tijd vrijmaakt in zijn leven om op zo'n geconcentreerde manier met muziek bezig te zijn, bewijst dat hij een groot artiest is. VICENT: Wat ik zo inspirerend vind aan Terry is dat hij een gerespecteerde muzikant uit de rockwereld is, maar er toch nog steeds alles aan doet om de grenzen van het drummen continu te verleggen op zowel zeer technische als gevoelsmatige wijze. BOZZIO: Josep bezit enorm veel passie, en dat is zeldzaam. Ik weet niet of dat aan zijn Catalaanse roots ligt, maar hij speelt met een natuurlijk gevoel. We zijn trouwens direct goede vrienden geworden, wat natuurlijk ook niet elke dag voorvalt. VICENT: Aanvankelijk speelden we gewoon samen, maar de sfeer zat zo goed dat we na korte tijd een zeer hechte groep begonnen te vormen die dagelijks over alle soorten muziek kon discussiëren. En het blijft maar groeien.
Waarom gebruiken jullie de titel 'Ionisation' van Edgard Varèse voor jullie voorstelling?
BOZZIO: Om te beginnen zijn we uiteraard allebei grote fan van Varèse en diens onmiskenbaar essentiële drumcompositie. Het begon toen we onszelf uitdaagden om Varèses stuk – dat aanvankelijk voor dertien slagwerkers gecomponeerd is – met z'n drieën te brengen, maar dat moeten we toch nog eens nader bekijken.
Kan je de specifieke stukken die je op deze tournee brengt even toelichten?
BOZZIO: We spelen werk van mensen die ons hebben beïnvloed en verder hebben we eigen stukken voorgesteld. Wat mijn eigen composities betreft: ik schrijf constant muziek. Sommige stukken blijven gewoon op mijn computer staan en andere kan ik naar buiten brengen, zoals enkele composities die we ook vanavond ten gehore zullen brengen. Drie ervan zijn al een tijdje oud en eveneens volledig elektronisch geschreven: 'Shuffle' en 'Advent' heb ik in 1990 voor het eerst opgenomen met een beatbox-opname als begeleiding, zonder dat er echter een vaste metrische structuur in zat. Ik heb de originele tapes behouden, er enkele overdubs bijgezet en vervolgens hebben Josep en ik beide nummers verder uitgewerkt om ze als een ensemble te kunnen spelen. Zo hebben we de structuur iets rechtlijniger moeten maken en de zang eraf gelaten. Dat was erg bevreemdend voor mij, aangezien het stukken van ruim vijftien jaar oud zijn en ik ze nu pas degelijk naar buiten kan brengen, so it took me a while to learn how to play my own music, you know? Als je met een tape soleert, kan je namelijk zuiniger drummen aangezien de groove toch steeds blijft gaan, dus hebben we bij sommige tapes elektronische loops en percussie toegevoegd om het geheel consistent te houden. 'Document 2.5' is een stuk dat eigenaardig klinkende oosterse zang bevat en qua metriek doet het me wat denken aan het vroege Weather Report.
Het lijken alleszins geen lekker wegklinkende radiodeuntjes.
BOZZIO: Weet je, ik probeer echt af te geraken van dat commerciëlere imago dat me al m'n hele leven achtervolgt. Het heeft als voordeel dat het tal van deuren voor je kan openen, maar ik wil niet langer gewoon beschouwd worden als "die drummende rockster daar". Daar heb ik echt genoeg van, ik ben niet gemotiveerd door geld of faam. (verbetert zichzelf snel) Wel, alleszins toch niet méér! (lacht) Orkestrale percussie en klassieke muziek boeien me nu veel meer. Het was Josep die daar het potentieel in zag om op die manier ook iets commerciëlere percussiestukken te spelen. Dat leek me een geweldig idee: zo heb ik enkele oudere composities uit de kast gehaald en ook 'The Black Page' voorgesteld, aangezien dat vlekkeloos in het kader paste. VICENT: Ik denk dat beide partijen elkaar aanvullen; er is een duidelijke balans in onze opvoering terug te vinden. We spelen ook enkele zachtere stukken en ik heb geprobeerd om kleuren aan Terry's werk toe te voegen en met duidelijke contrasten te werken. De niet-drummers die naar onze concerten komen, hebben mijns inziens de melodische partijen grotendeels ook als houvast nodig, anders blijft het hen niet boeien. Zo heb ik een stuk voor cajon geschreven – Terry is overigens een geweldige cajonspeler – en brengen we minimalistische werken zoals Simeon ten Holts 'Canto Ostinato'. Ook 'Go Between' van Ruud Wiener komt aan de beurt, zodat de hele avond een mengeling van ritmisch en harmonisch werk wordt. BOZZIO: Klopt, mede doordat Josep sommige van mijn stukken melodisch heeft ingekleed. Ik spring zelf nogal los om met mijn eigen werk, misschien zelfs te los: ik ben er absoluut niet gehecht aan. Josep is een dirigent die een stuk van op afstand kan bekijken, er een visie op kan projecteren en er zo op een zeer interessante manier mee kan werken. Dat is een soort van creatief denken dat ik niet heb. Spelen, improviseren, componeren... allemaal heerlijk, maar als een stuk af is, neemt het een eigen leven aan. Ik weet niet of ik altijd de juiste persoon ben om te beslissen hoe dat stuk dan moet voorgesteld of gebracht worden. Josep kan echter met gemak een structuur op een bepaalde muzikale sectie projecteren. VICENT: Een voorbeeld daarvan is de programmering van de avond, waar ik wel wat tijd in heb gestoken. Terry speelt op een bepaald moment een reusachtige, erg complexe solo over een elektronicatape met de titel '5 Flute Loops'. Na dat stevige labeur neemt hij even rust backstage en dan spelen wij de melodische ballade 'Milonga del Angel' van Astor Piazolla om het contrast goed in de verf te zetten. BOZZIO: Heerlijk is dat. Ik ben zelf een enorme Piazolla-fan: op mijn tournee met de Tosca Strings brachten we reeds zijn stuk 'Four for Tango'. Ik voel me ook op een bepaalde manier verwant met hem. Instrumenten zoals de bandoneon, de accordeon, de harmonica of de tamboerijn worden in de klassieke traditie steeds bekeken als bijna bizarre, grappige odd ball-instrumenten. Net als het drumstel, inderdaad. Daar ging hij tegen in, wat vergelijkbaar is met wat ik tracht te doen. Hij heeft namelijk gestudeerd met Nadia Boulanger en zij heeft hem overtuigd dat hij zich in plaats van op traditionele klassieke composities meer op tangomuziek moest concentreren. Zo heeft hij zijn klassieke training met zijn gevoel en liefde voor tango gecombineerd, wat hem dan die unieke en vernieuwende stukken heeft opgeleverd. Als melodische drummer voel ik me verwant met dat soort uitdagingen. Mede daarom spelen we tijdens deze tournee ook enkel stukken van mensen die we enorm respecteren, niet zomaar iets dat goed klinkt.
Is er dan een achterliggend concept dat jullie voorstelling 'Ionisation' samenhoudt?
VICENT: Het achterliggende concept is het aantonen dat percussie – en zelfs een drumstel – even melodisch kunnen zijn als een ander instrument. Toen we de composities bij elkaar zochten en arrangeerden, was dat ons uitgangspunt: melodisch spelen! BOZZIO: De productie van het geheel – dat moet ik even zeggen – is trouwens ook ronduit geweldig: de geluidsmannen, de lichtmensen, de crew... Allemaal zeer professionele vaklui. Ik wou echt dat ik mijn Nederlandse drumtech Michel, die ik via Erk Willemsen van Slagwerkkrant heb leren kennen, overal mee kon nemen! VICENT: Inderdaad, we zijn nu ongeveer vijftien jaar bezig met deze groep en aangezien we steeds projecten aangaan met mensen vanuit zeer uiteenlopende muzikale milieus, zijn we logischerwijze niet zomaar met alles tevreden. Kwaliteit is en blijft een prioriteit.
Magische Synchroniciteit (en andere filosofische beschouwingen)
Terry, heb jij een vast bepaald of regelmatig compositieproces?
BOZZIO: I go wherever the energy is, you know, and it works every different way. Ik probeer me nooit vast te pinnen op bepaalde methodes of werkwijzen. Momenteel zit ik in een periode van mijn leven waarin ik van alles wat ik doe een creatieve daad met een artistieke intentie wil maken. Je drums opstellen, je bed opmaken, eender wat: je moet er steeds volledig voor gaan. Soms schrijf ik vanuit een elektronische loop op de computer, soms begint het vanuit een groove of een melodie... Toen ik enkele jaren geleden veel drumclinics gaf, componeerde ik vooral vanuit de ostinatotechniek: improviseren rond een vast begeleidingspatroon, waarna structuren en thema's zich als het ware vanzelf aanbieden. Ook heb ik tijdens een bepaalde periode ritmische ideeën naar melodieën en andere instrumenten overgezet, zoals je op 'Chamberworks' kan horen.
Je staat steeds open voor nieuwe spontane werkwijzen?
BOZZIO: Uiteraard. Eén stuk van vanavond heb ik bijvoorbeeld geschreven toen ik tv aan het kijken was, me stierlijk verveelde en naast m'n bed wat noten op de computer inspeelde. 'Burundi' is daarentegen een solo die ik meer dan tien jaar speel en voor deze voorstelling hebben we rond de Burundi-structuur en -thematiek voor iedereen een improvisatiemoment voorzien. Voor 'Advent' en 'Shuffle' heb ik bijna achterstevoren gewerkt: eerst drumloops maken en pas erna ritmische overdubs die daarop gebaseerd zijn. In de versie van 'Advent' die we vanavond spelen zingt Josep dan weer een zangpartij die ik nog enkele jaren vóór het stuk schreef, toen ik ooit met een vocoder twee uur lang zangfragmenten opnam. Die twee compleet verschillende sessies heb ik later over elkaar afgespeeld en het geheel kwam echt perfect uit. Magische synchroniciteit, of zoiets zeker? (lacht) Je moet jezelf openstellen voor dingen die je totaal niet kent en al je muzikale kennis en techniek aanwenden: letting your fingers go! Dan komt de rest vanzelf. VICENT: Op zich is drummen ook zeer vergelijkbaar met wiskunde, hé? Ritmisch gezien klopt het allemaal, je kan het helemaal analyseren en uitrekenen, en bij beide disciplines ontwikkel je een inzicht in logica, algemene structuren en formules. BOZZIO: Inderdaad. Ik vind wel dat het analyseren van muziek pas na het spelen moet komen, want het zijn twee zeer verschillende soorten van kunst. Door de buisjes en kegeltjes in onze ogen is het bijvoorbeeld menselijk dat we instinctief overal patronen en zelfs gezichten in kunnen zien. Ik stond deze morgen in de badkamer en ik zag een gezicht in de vloertegels, net zoals dat steeds gebeurt als ik bijvoorbeeld naar een stuk boomschors, een schaduw of een plaasteren muur kijk. Waarmee ik maar wil zeggen dat twee individuen een bepaald muziekstuk helemaal anders kunnen analyseren. Toen ik Steve Vai voor het eerst ontmoette, had hij 'The Black Page' helemaal getranscribeerd: het klopte op zich perfect, maar het was een heel ander iets dan Franks originele partituur. Je kan muziek op verschillende manieren noteren en toch een identiek sonisch effect verkrijgen.
Eerst het gevoelsmatige, dan pas het beredeneerde?
BOZZIO: Toch wel. Als ik muziek schrijf, kan ik achteraf wel inzien wat ik waar heb gebruikt, maar het componeren zelf is een louter intuïtief proces waarbij ik me tijdelijk volledig afsluit van elke vorm van analyse. Dat kan het creatieve proces namelijk echt negatief beïnvloeden. Ik bezie een compositieproces als een soort borderline state: voor mij komt verrassende schoonheid steeds vanuit het onderbewustzijn, bijna per ongeluk. Tegelijkertijd gebruik je echter al je kennis, je inzichten, je logica and the whole West-European pool of music om je ideeën te analyseren zodat je ze kan herhalen, doorgronden en verder ontwikkelen. Nadat ik bijvoorbeeld iemand als Jung had gelezen, begon ik weer helemaal andere correlaties binnen mijn eigen muzikale proces te zien. Als ik poëzie schrijf, veroorzaakt het ene woord het volgende: lees daar achteraf twee pagina's van en je merkt dat iedereen andere zinnen vormt omdat er geen punctuatie is terug te vinden. Alles is erg subjectief en volgens mij ook grotendeels psychologisch bepaald. Waarom zou je anders een vlinder kunnen zien in een inktvlek? Zo gaat het ook met muziek schrijven. Voor mij toch.
Er schuilt zowaar een filosoof in Terry Bozzio?
BOZZIO: (bloedserieus) Alles in deze wereld lijkt perfect logisch en op voorhand gepland, maar daar geloof ik niet in. Voor mij kunnen dingen steeds een onverwachte wending nemen. (turend naar het tientallen meters hoge plafond) Kijk naar dit reusachtige gebouw: hier zitten we dan, gezellig, met water onder ons. Hoe kan je daar nu zo gemakkelijk overgaan, dat is toch intrigerend? Ik probeer te werken met alles wat me op m'n weg kruist, zo simpel is het. Hey, I'm just a leaf and I'm floating on a river. I'm not trying to say: I wish I was a log on the side of the shore, which I can't be. VICENT: Ik ga volledig akkoord. Er zijn mogelijkheden zat in het leven, je moet er gewoon voor openstaan en de goede energie opzoeken, hoe simpel dat ook mag klinken.
Schijnen de tablalessen die je ooit van Aloke Dutta kreeg ook in je werk door?
BOZZIO: Ja en nee. Eigenlijk heb ik maar één dag les gevolgd bij Aloke, maar ik heb me de tablatechniek al door verschillende Indische mensen laten uitleggen. Conclusie: ik blijf eraf, het duurt te lang voor je er echt mee weg bent. VICENT: Als je zoiets degelijk onder de knie wil krijgen, moet je je er echt levenslang mee bezighouden. BOZZIO: Soms probeer ik wel muzikale structuren met m'n vingers op drums te spelen en het conceptuele van de tablatechniek heeft me uiteraard nieuwe inzichten gegeven, maar ik houd dat bewust beperkt in mijn drumwerk. Enkele dagen geleden ontmoette ik bijvoorbeeld de Nederlandse drummer Chander Sardjoe: die gast is fenomenaal. The Indians are lightyears beyond us! Om hun complexe manier van cyclisch en compositorisch redeneren te kunnen vatten, heb je echt een muzikale tolk nodig. Ook de traditie is onvergelijkbaar: zij gaan sterk op hun gevoel af van in het begin, terwijl wij in de westerse wereld veel academischer te werk gaan.
Vind je dat dan positief of negatief?
BOZZIO: Het heeft zeker z'n voordelen, maar de leukste formule vind ik nog steeds de combinatie van het academische uit de klassieke traditie en het improvisatorische uit de jazztraditie, zoals je hoort bij Miles Davis of Weather Report. Als je improviseert met goed opgeleide muzikanten, kan er echt vanalles gebeuren: die gasten zetten hun geest open, maar ze hebben ook de achtergrond om alles te begrijpen en te plaatsen. Voor mij is dat de ideale muzikale ervaring, in eender welk genre: het educatieve en het spontane op één lijn plaatsen. Kijk naar de grote componisten zoals Stravinsky of Varèse: zij deden het ook en dàt zijn mijn helden, zij spreken me het meeste aan. Uiteraard ben ik de laatste om me laagdunkend uit te laten over mensen als Händel of Bach, maar hun muziek boeit me echt veel minder. Dingen worden vaak overmatig getoond en gedaan, waardoor het verrassende er snel af is. Interessanter vind ik het om te zoeken naar wie eventueel de volgende vernieuwende componist zou kunnen zijn. John Cage boeide me vroeger bijvoorbeeld helemaal niet, maar een tijdje geleden was ik echt geïntrigeerd door zijn muziek en nu heb ik weer een heel nieuw muzikaal terrein dat ik kan verkennen. I can have a sense of surprise, and awe, and shock, and... you know... what's the word...? VICENT: Inspiratie? BOZZIO: Ja, inspiratie! VICENT: Kijk naar de geschiedenis van compositie: grote namen die de muziek echt hebben vernieuwd door onbekende deuren op te gooien – ik denk aan Bartok of Stravinsky – waren ook steeds zeer nauw verbonden met de maatschappij waarin ze leefden. Vanavond spelen wij bijvoorbeeld zowel dingen uit de oosterse als uit de Afrikaanse culturen en net de combinatie met moderne westerse stukken maakt het zo speciaal. Terry sprak over Indische muziek: die gasten hebben echt een derde oog. Neem nu Rafael Reina van het Amsterdamse conservatorium: een componist die de Indische muziek door en door kent en tablasolo's analyseert. Die man heeft les gegeven aan Chander Sardjoe, evenals aan onze bassist Mark Haanstra. Doordat Reina beïnvloed werd door de zeer subtiele natuurlijke stemming van Karnatische muziek, heeft hij het twaalftoonsysteem overstegen door het getempereerde kwarttoonssysteem te gebruiken. Zijn 'third stream'-methode zweeft ook tussen verschillende tradities door, waardoor zijn werk zowel ritmisch als melodisch enorm rijk is. Die man is voor mij zeer invloedrijk en toen ik Terry ontmoette, begreep hij mijn bewondering meteen.
De toestroom van invloeden stopt als het ware nooit?
BOZZIO: Voor mij niet, nee. Het strikte van klassieke muziek, het vrije van jazz, het verrassende van etnische culturen: voor mij is het allemaal belangrijk. Voodoo, Burundi en Afro-Cubaanse of Senegalese muziek kunnen allen zeer boeiend zijn, maar eveneens op clichématige manieren gebruikt worden. Ik heb een spontane voorliefde voor kunst die wat off-base is: het trompetspel van Miles Davis, het drumspel van Tony Williams, de architectuur van Le Corbusier, de schilderijen van Picasso, noem maar op. Die gasten herdefinieerden hun discipline grotendeels en dat spreekt me aan. Waarom? Geen flauw idee, I just have to! Daarom heb ik ook altijd iets vernieuwends willen bereiken, hoewel ik mezelf niet als een Grote Meneer durf beschouwen, want ik weet veel te goed wat mijn beperkingen zijn, hoe weinig ik heb gedaan, hoe lui ik ben... VICENT: Hoe bescheiden ik ben... BOZZIO: (met een hoog stemmetje) Nee nee, het is nu eenmaal zo. Kijk naar alle muzikale meesters en je zal zien... Hell, I've worked with fuckin' Zappa! Frank heeft in zijn korte leven meer muziek geschreven dan eender wie. Ik ben nu ouder dan hij ooit geweest is en wat houd ik over? A pocket full of crap that I've made a career out of, you know? Ik ontmoette Tony Hymas toen ik met Jeff Beck werkte: die gast kan verdorie Mozart of Debussy naspelen als hij het hoort en ik, I have one little bag of tricks! Toen ik dat besefte, ben ik bewust begonnen met elke dag iets te oefenen dat ik daarvoor niet kon of nooit eerder had geprobeerd. Het is enkel dankzij die zelfdiscipline dat ik vandaag een project als dit mee op poten kan zetten. Ik heb mijn melodisch potentieel vergroot, een diatonische en chromatische tomset uitgedacht... en ik wil daar ook steeds verder in blijven gaan.
Het is natuurlijk niet zo dat elke drummer zomaar even met zo'n concept op de proppen komt.
BOZZIO: Nou, ik ben begonnen als een doodgewone rock 'n' rolldrummer en daarna ben ik klassiek slagwerk gaan studeren, hoewel ik nauwelijks noten kon lezen! Op melodisch en compositorisch vlak ben ik echt a late bloomer. Maar kijk, Stravinsky vergeleek componeren steeds met een varken dat truffels zoekt door met zijn neus in de modder te wroeten: je blijft gaan tot je het ideale idee gevonden hebt. (enthousiast) Kan je hem niet gewoon zién zitten terwijl hij achter de piano het juiste akkoord probeert te vinden? So here I am: this little speck tryin' to follow this big guy, because he's showin' the way. Wat veel mensen vaak vergeten is dat het net de wereldberoemde componisten zijn die aantonen dat je uit onwetendheid best fouten mag maken, en dat uit die spontaniteit soms zelfs net de grote ideeën ontstaan die bepaalde supergetrainde mensen nooit onder de knie zullen krijgen.
Permutaties, clusters en densiteiten
Hoewel je het jarenlang in de eerste plaats hebt gespeeld, heb je nog geen woord gerept over progressieve rock: is dat geen invloed meer voor jou?
BOZZIO: Uiteraard wel, anders zou ik bijvoorbeeld niet mee touren met Zappa Plays Zappa. Het is zalig om dertig jaar na datum die muziek zo goed gespeeld te kunnen horen en te zien dat jonge mensen het nu pas ontdekken. Ook de nostalgie komt er logischerwijze bij kijken: nog eens met Steve Vai of Napoleon Murphy Brock op het podium staan, bijpraten, herinneringen bovenhalen... Er zijn uiteraard een heleboel anekdotes die zelfs Dweezil niet kent, dus ik verzeker je: we amuseren ons. Deel uitmaken van een team van oude vrienden en jonge talenten is heerlijk. Ik heb zelfs de eer om een speciale gast te zijn!
Dat is ook wel begrijpelijk, niet?
BOZZIO: Weet je, eigenaardig genoeg was ik nooit een echte Zappa-fan toen ik bij zijn groep kwam; ik had gewoon het geluk dat ik voldoende muziek kon lezen en aanvoelen om daar en toen aan zijn eisen te voldoen. Frank heeft me echt enorm veel geleerd, maar hij leerde ook veel van zijn groep. Zelf kon hij bijvoorbeeld puur technisch gezien niet spelen wat hij allemaal schreef, maar hij begréép het. Op een bepaald moment was hij een heleboel notenclusters aan het uitschrijven en Steve Vai vroeg wat dat moest voorstellen. Frank zei dat het allemaal niet zo interessant was, maar toen Steve bleef aandringen, zei hij: Well, okay. You really wanna know? Here. Op het blad stonden allerlei bizarre permutaties van complexe notenclusters waar wij niets van begrepen, maar hij zei simpelweg: These are densities. Dat heeft hij dan pas veel later gebruikt voor zijn Ensemble Moderne en The Yellow Shark, aangezien hij het op een vroeger tijdstip simpelweg niet eens zélf in een stuk kon integreren. Ook de ervaring van het schrijven en het experimenteren met klanken was wat hem grotendeels dreef.
Zappa's werkwijzen hebben dus nog steeds wel een invloed op jou?
BOZZIO: Zonder twijfel: neem nu zijn idee van improviseren rond en tijdens ingestudeerde stukken. Als ik enkel muziek zou willen lezen en interpreteren, zou ik elke dag klassieke of symfonische stukken spelen. Spontaniteit is zo'n speciaal onderdeel van muziek, ik kàn echt niet zonder. Josep speelt op deze tour bijvoorbeeld elke avond een improvisatie rond het Piazolla-stuk op het moment dat ik me wil gaan verfrissen na mijn solo '5 Flute Loops'. Als ik het echter hoor, moét ik backstage blijven zitten luisteren omdat het gewoon zo mooi is. En spannend, aangezien je nooit weet welke richting het vanavond zal uitgaan. Als we gevraagd worden voor een bisnummer, improviseren we gewoon gedurende tien minuten en ik vind dat die vrije manier van denken bij ons steeds op prachtige dingen uitdraait. Je moet het muzikale proces leren vertrouwen: dat kan erg inspirerend werken. Toen ik met Steve Stevens werkte, bleek dat hij zich niet comfortabel voelde als hij improviseerde. Daarom hebben we in mijn garage een hele tijd gejamd en we hadden een tape vol met soms onnodige herhalingen, maar ook opvallend veel natuurlijke muzikale overgangen die volledig ongepland waren. Nadat je daar een structuur op poneert, kan je de studio als knip-en-plak-instrument gebruiken en op een gevoelsmatige manier ter plekke een stuk in elkaar steken. Een jaar geleden heb ik op het Traces of Rhythm Festival gespeeld met Arnold Marinissen, Arno van Nieuwenhuize en Lê Quan Ninh: buiten Arno kende ik geen van hen en zij mij evenmin. Toch hebben we samen een perfect modern klassiek muziekstuk bij elkaar geïmproviseerd, de juiste klankkleuren en dynamiek incluis. Over zoiets kan je niet praten of redeneren, je moet het durven laten gebeuren. VICENT: Elke mens vindt bepaalde muziek mooi en andere niet. Hoe verklaar je dat? Ik heb vastgesteld dat de muziek die ik het mooist vind steeds degene is die het eerlijkst en het oprechtst is geschreven en gebracht. Het stelt vaak weinig voor op technisch vlak – ik heb al vaak gedacht: How can you play so good so bad? – maar knappe muziek speel je uiteindelijk met je hart, het toont jou zoals je echt bent. Je speelt muziek zoals je praat, zoals je eet, zoals je vrijt... en dat merk je het hardst als iemand spontaan improviseert, want dan vallen alle begrenzingen weg. Op dat vlak komen wij met Terry perfect overeen, waardoor ik denk dat deze samenwerking in de toekomst zeker nog gaat groeien. Ik geloof er echt in dat we tezamen een bescheiden nieuw stempeltje op melodische percussie kunnen drukken.
Het beste uit beide werelden combineren, als het ware?
BOZZIO: Jep. Hoewel we vanuit verschillende muzikale domeinen komen, zijn we allemaal erg hard bezig met wat we doen. Josep is leraar en dirigent: vorige week heeft hij twee concerten op één dag geleid en is hij 's avonds nog met ons komen optreden! Ook Mike Schäperclaus, onze derde percussionist – overigens een erg getalenteerde kerel die wonderlijk improviseert – dirigeert momenteel de musicals 'Cats' en 'The Lion King', waardoor zowel onze persoonlijke interesses als onze gezamenlijke concepten steeds verder ontwikkelen. Josep heeft me bijvoorbeeld ook Wiener leren kennen, wat een hele uitdaging voor me was. Dààr doe ik het voor: het onbekende, maar ook het eerder zweverige: let's just fool around with rules or concepts. De chemie is echt voelbaar als we spelen, want everybody listens like a motherfucker and is sensitive. Nogmaals: je moet kunnen luisteren en de clichés durven ontwijken, jezelf laten gaan en je niet in een vooraf bepaalde richting of genre laten duwen. Als op een multipercussiedag één iemand de rest van de slagwerkers iets op zijn specifieke manier wil laten doen, dan is de magie onmiddellijk verdwenen. Praat gewoon via je instrument! Een drumduel à la Buddy Rich of impressing the audience with my chops interesseert me niet. Het gaat er niet om wie technisch het beste is, het draait om samen muziek maken: zoeken en leiden, geven en nemen, volgen en contrasteren. De dynamiek en de energie van frisse spontaniteit waarmee je elkaar als muzikanten beïnvloedt, dàt vind ik het allerheerlijkste. Ik speel daarom bijvoorbeeld ook graag op een instrument dat ik niet eens ken to find out some little song that it wants to sing.
Over complexe improvisatorische muziek gesproken: er zijn geruchten dat jij op het volgende studioalbum van Fantômas gaat drummen.
BOZZIO: Dat zou ik zeker zien zitten, maar er zijn geen concrete plannen. Ik heb Dave Lombardo vervangen op hun laatste tournee en dat was één van de meest uitdagende en complexe dingen die ik sinds Zappa heb gedaan. Mike Patton is momenteel vooral bezig met Peeping Tom, maar er is wel een kans dat we een optreden uit Brazilië van vorig jaar op dvd gaan uitbrengen. Dat is eigenlijk compleet Mike z'n ding, ik heb er gewoon aan meegewerkt en me rot geamuseerd met die gasten.
Heb je nog andere toekomstplannen of gezamenlijke projecten in gedachten?
BOZZIO: Er is een kans dat ik volgend jaar aan iets groots ga beginnen dat mijn tijd volledig gaat opslorpen, maar daar wil ik momenteel nog niet te veel over verklappen. Voorlopig ga ik me vooral concentreren op de APG-samenwerking, de Zappa Plays Zappa-tournee en OUTrio, de jazzband die ik vorm met Alex Machacek en Patrick O'Hearn. Verder heb ik nog enkele dvd's in the can, waaronder een samenwerking met Pat Mastelotto en een percussieorkest, enkele uiteenlopende solodvd's en een optreden dat ik heb gedaan met een houtblaasvirtuoos uit Cologna. Heel wat boeiende plannen dus; het moeilijkste is en blijft eigenlijk alles combineren. Ik wil de komende maanden in elk geval eerder in ensembles spelen dan solo op te treden, want dat heb ik de laatste jaren al genoeg gedaan.
Er zijn nogal eens wat discussies omtrent jouw stijl op zogenaamde "drumforums"...
BOZZIO: Nou ja, die mensen hebben geen leven. Meestal hebben ze trouwens geen flauw benul waar drummen om draait en ik voel me zeker niet verantwoordelijk om hen dat bij te brengen. (lacht) Of van die discussies wie nu de allerbeste drummer is: wat een tijdverspilling...
In elk geval: vele mensen beschouwen jou als een drummer, terwijl andere jou eerder een percussionist noemen. Help hen even: hoe zou jij jezelf noemen?
BOZZIO: Ik ben een drummer die probeert om het drumstel meer percussiewaarde te geven en het zowel melodisch als dynamisch als orkestraal uit te breiden. Als ik met melodische tegenspelers en een bassist optreed, kan ik dus bepaalde onderdelen van mijn set grotendeels negeren. Op deze tournee speel ik bijvoorbeeld ook vrij stil, aangezien Josep en Mike hun pitch veel hoger ligt dan de mijne en ik zo als het ware probleemloos mee kan glijden op hun melodische curve. Ook de toonaard is dan een stuk minder essentieel. Als ik daarentegen alleen speel, wil ik mezelf kunnen begeleiden met een arsenaal aan klanken en harmonische overgangen realiseren. Op zich is dat heerlijk, maar niet altijd even gemakkelijk: ik probeer specifieke tonen uit te werken op een instrument dat daar in de eerste plaats niet voor gemaakt is. Elk detail kan dan een enorm verschil maken: de opstelling van de micro's, de kamer waarin je speelt... Ik incorporeer muzikale melodietechnieken van ruim vierhonderd jaar oud in mijn drumspel, wat ik dus eigenlijk niet echt als iets volledig nieuws kan of mag beschouwen. VICENT: De chromatisch en diatonisch gestemde delen van Terry's set zijn hierbij ook bijna onmisbaar en ze worden extra geaccentueerd door wat Mike en ik spelen. Ik denk dat wij er dan ook in geslaagd om zijn melodische inslag een stap verder te helpen. Vroeger bestond een drumstel puur uit toms en cimbalen, met wat geluk met een extra bongo ofzo erbij. Mensen als Oliver Messiaen zijn er daarentegen in geslaagd om via mathematische technieken microtonale intonaties aan te passen en daardoor het melodische potentieel van percussie helemaal open te gooien. Tegenwoordig kan je volledig je eigen gang gaan: er zijn geen grenzen. BOZZIO: Juist. Dat is nu net zo leuk als je een drummer bent: je stelt gewoon lekker je eigen set op. Spring creatief om met de middelen! Wat je allemaal niet kan bijvoegen qua percussie: met een koebel en een tamboerijn kan je al heel wat doen. Je speelt trouwens ook volledig zoals je zelf wil, niemand kan je vastpinnen op een eeuwenoude traditie of een "correct" principe. Slagwerk is tegelijkertijd het alleroudste en het allerjongste instrument: het stamt uit de oertijd, maar iedereen doet het op zijn manier. Denk maar aan modern elektronisch slagwerk: there's a universe there that could be expanded!
Denk je dat jouw muzikale concept na al die jaren resultaat heeft geboekt bij drummers over de hele wereld?
BOZZIO: It's up to them. Ik voel me alleszins niet geroepen om de banier in de lucht te steken; er zijn trouwens zoveel mensen die dit al gezegd hebben. Ik doe gewoon waar ik me goed bij voel en ik heb het geluk dat ik gesponsord wordt door drums- en cimbaalbedrijven: commerciële reclame voor hen, artistiek plezier voor mij. Hoe langer ik speel, hoe distinctiever mijn werk wordt en er zijn alleszins geen foute wegen om in te slaan. Sommigen zullen mij wel gewoon een veredeld ketelmeppertje vinden, maar als bijvoorbeeld een landbouwer uit Ohio met zijn kleinkinderen naar een clinic van mij komt en me vertelt dat hij helemaal mee is met mijn redenering, dan denk ik: great! Dus ja, volgens mij is er wel degelijk hoop.
Je zal het mij alvast niet horen ontkennen.
Het podium in de Grote Zaal van het Muziekgebouw aan 't Ij zag er op de avond van 2 december simpelweg prachtig uit: zowel de belichting als de opstelling van de instrumenten waren perfect in balans. Het kwartet opende met de collectieve compositie 'Ancient Kalimba' die de hele zaal vulde met een hypnotiserende oosterse sfeer: Vicent bespeelde een vingerharp en zong recht vanuit zijn ziel. Daarna volgde Bozzio's opvallend aanstekelijke 'Bulgarian Song', dat uiteen werd gereten door de primitieve slagkracht van 'Burundi Grooves': van dartelende melodietjes naar poliritmisch geweld in tien minuten. Een ingekorte versie van ten Holts 'Canto Ostinato' vormde de zachte inleiding voor Bozzio's steeds even vlekkeloze uitvoering van 'The Black Page'. De eerste ronde werd tot een eind gebracht met het bombastische 'Go Between' van Wiener, waarin zowel Vicent en Schäperclaus als Bozzio even alles uit de kast haalden en bassist Mark Haanstra een heerlijke fretless bassolo ten beste gaf. Deel twee werd ingezet met het lekker groovende 'Shuffle' en de zweverige Haanstra-compositie 'Silhouette', waarna Bozzio in '5 Flute Loops' een kwartier lang op z'n eentje de show mocht stelen met een combinatie van al zijn bekende trademarks over een repetitieve elektronicatape. Piazolla's 'Milonga del Angel' – in een erg subtiele uitvoering door Vicent en Schäperclaus – kwam daarna eens zo strelend over en de theatrale Vicent-compositie 'Cajon Obsession' zorgde ervoor dat ook de nodige humor niet over het hoofd werd gezien. Hoewel 'Document 2.5' wat verloren leek te lopen, zorgde Bozzio's 'Advent' voor het hoogtepunt van de avond: dubbele basgrooves, melodische goochelarij en een pulserende bas vormden een meesterlijk contrapunt dat eens zo krachtig overkwam doordat de belichting plots in alle muren van de zaal begon te flikkeren. Hoewel ook de encore-improvisatie stond als een huis, werd het kippenvelpotentieel van 'Advent' toch niet meer gehaald. Wie zei ook weer dat percussionisten geen "echte" muzikanten zijn? Meer foto's zijn te vinden op http://www.ronrutten.nl.