Enkele weken geleden verscheen 'Del Diablo', de opvolger van de titelloze cd van Soledad. Vijf klassiek geschoolden die een platencontract hebben bij een groot internationaal label (Virgin Classics) en in het buitenland over elk publiek heen walsen? Het kan. Vijf Belgen die even vurig als precies tango spelen? Volgens sommige media wel, maar accordeonist Manu Comté denkt daar duidelijk anders over. Een uur lang vertelt hij in sneltreinvaart wat de groep zeker niet is, waarom ze zo weinig in België spelen en wat hun toekomst zeker niet zal zijn. (Onder andere.)
Piazzolla op het conservatorium
Wie de woorden tango en accordeon in één zin wil plaatsen zal sterk uit de hoek moeten komen om de naam Astor Piazzolla te kunnen vermijden. Deze accordeonist/componist staat als geen ander symbool voor die muziek en dat instrument. Dat Manu Comté een grote affiniteit heeft met de muziek van de Argentijn kan dan ook geen verwonderlijk feit genoemd worden. Reeds vanaf zijn 10de kwam hij met Piazzolla in contact dankzij een accordeon spelende vader die hem mee nam naar platen- en instrumentenwinkels. Opvallender is dat hij deze muziek nooit gespeeld heeft voor hij naar het conservatorium in Bergen trok. Tot voor zijn 17-18de hield Comté zich uitsluitend bezig met het klassieke accordeonrepertoire. "Het was tijdens de lessen kamermuziek aan het conservatorium in Bergen, waar zich de vraag stelde wat er als interessant repertorium bestond. Ik kende dus Piazzolla en hield van zijn muziek en waarom dat dan niet gespeeld op accordeon? We hebben een beetje uitgegeven muziek gezocht, hebben wat kwintetten gevonden en zo is het begonnen. Je mag ook niet vergeten dat Piazzolla geen veelgespeelde muziek was bij ons. Twintig jaar geleden speelde niemand die muziek, zeker niet op conservatoria of in een klassieke opleiding."
Net als Comté hebben ook de andere leden van Soledad een klassieke achtergrond al is dat bij sommigen maar één aspect van hun muzikale persoonlijkheid. Pianist Alexander Gurning heeft een zuiver klassieke opleiding achter de rug. Violist Nicolas Stevens ook, maar die heeft daarnaast ook enige jazzervaring en was als violist betrokken bij projecten met o.a. Ray Charles, Led Zeppelin, Diana Ross, Jimi Tenor en Venus. Gitarist Patrick De Schuyter legde zich naast de klassieke gitaar ook toe op de folkvariant, was begeleider van chansonnier Jules Beaucarne en richtte mee een bluesrockgroep op. Philippe Cormann (contrabas) is dan weer vaak betrokken in hedendaagse klassieke muziek.
Deze verscheidenheid aan invloeden is voor Manu Comté geen 'prettige bijkomstigheid', maar bittere noodzaak. "Wat wij wilden spelen was een muziek die een klassieke basis had, maar die van de spelers ook een ruimdenkendheid verwacht. Voor de muziek van Piazzolla heeft men de exactheid van de klassieke muziek nodig. Beheersing en structuur zijn onontbeerlijk, maar ook een openheid naar jazz en hedendaagse muziek, wat nog veel belangrijker is. Als openheid er niet is werkt het niet. Ik ken klassieke artiesten die Piazzolla spelen bij wie het niet werkt omdat ze die niet hebben naar andere dingen als jazz, blues of funk. Het zijn ook de persoonlijkheden van de groepsleden die een rol spelen, die het geheel maken en het laten klinken. Het is heel lichamelijke muziek waar plaats is voor improvisatie. Een beetje gekke muziek ook. Met een striktheid die niet te horen is. Ik verkies vaak de interpretaties van mensen die uit de jazz komen. Zeker die uit de jazz, met die vrijere benadering."
Het blok verleidt
Wie op een conservatorium studeert heeft naast zijn eigen muzikale route ook rekening te houden met het instituut zelf. Wie nu echter smeuïge verhaaltjes verwacht van 'onbegrepen' artiesten of een 'bekrompen' smaak vanwege hun klassieke omgeving komt bedrogen uit. Comté: "Mensen uit de klassieke hoek zijn vaak onder de indruk van wat we doen. Ze vinden het heel goed en zijn gefascineerd door de vrijere kant van ons spel en onze passie op het podium."
Blijkbaar viel de muziek van Soledad snel in goede aarde op het Brussels conservatorium, want in 1998 won de groep er de kamermuziekwedstrijd 'Mathilde Horlait Dapsens'. En dat hadden ze volgens Manu Comté niet meteen verwacht. "Ik deed dat jaar mijn hoger diploma accordeon en we kandideerden allemaal voor ons einddiploma kamermuziek. Nu vond tijdens dat jaar ook een editie van die wedstrijd plaats. Deze is niet jaarlijks, dus was het een unieke mogelijkheid. Onze leraar had ons hierop gewezen en vroeg of het ons interesseerde. Nu moet je weten dat het een heel klassieke wedstrijd is: strijkkwartetten, pianotrio's, sonates … En we hebben er eigenlijk min of meer voor de grap aan deelgenomen, om ons wat te amuseren. Maar we hebben dus gewonnen, naar mijn aanvoelen omdat er een bepaalde groepsgeest is binnen Soledad. Bij kamermuziek gaat het namelijk niet alleen om het samenspelen, maar ook om het communiceren. Nog sterker dan in andere muziek, op een menselijk niveau. Zo herken je snel een strijkkwartet dat uit echte vrienden bestaat, helemaal anders dan een groep verschillende mensen die gewoon ergens aankomen en elkaar eigenlijk niet echt kennen. Onze sterkte is dat we samen lachen, we gaan samen uit en we gaan samen op vakantie. Dat helpt de muziek enorm en is ook te zien op een podium. We hebben een impulsieve kant, we zijn een blok. En dat heeft de jury verleid."
Geen tangogroep
Ondanks alle respect voor (en voeling met) de wereld van Piazzolla drukt Comté er geregeld op dat Soledad geen tangogroep is. "Ik heb totaal geen tangocultuur. Ik voel wel een verbondenheid met het universum van Piazzolla en alle muziek in diezelfde geest: levendig, vertellend … Ik denk dus niet dat men een tangomuzikant moet zijn om de muziek van Piazzolla te kunnen spelen. Misschien zelfs zéker niet."
Maar als de groep geen tangoambities heeft, wat mag dan wel het doel van Soledad zijn? Ook hier haalt Comté weer Piazzolla zelf tevoorschijn. Net als Piazzolla heeft Soledad een kant die niet altijd even goed ligt bij de dansers of liefhebbers van 'zuivere' tango. "Het interesseert ons niet om mensen aan het dansen te krijgen. Piazzolla wilde dat ook niet. Hij zei dat zijn muziek niet om te dansen was, het was wel zijn doel om een concertmuzikant te zijn. Zijn muziek is duidelijk beïnvloed door zijn land, door de traditionele muziek, zeker ritmisch, maar terzelfdertijd wilde hij dat eigenlijk niet. Hij wilde niet dat men zijn muziek zo bekeek. In Argentinië werd hij verworpen omdat zijn muziek te verschillend was van wat men toen verwachtte. Hij wilde een klassiek muzikant zijn, bekend als componist. Voor hij aan de tango nuevo begon wilde hij symfonieën en concerti schrijven. Hij heeft dat ook gedaan trouwens. Er is zelfs het verhaal dat hij ooit eens een concerto voor de concertpianiste Martha Argerich wilde schrijven, maar zij wilde dat niet. En nu heeft ze daar spijt van. Toen was ze echter heel sterk met haar klassieke carrière bezig en kende ze Piazzolla's muziek niet goed."
Deze fascinatie voor zelfstandige muziek, los van dans of folkloristische achtergronden blijkt ook de drijfveer achter Soledad te zijn. Net als Piazzolla heeft de groep een speciale fascinatie voor de typische kwintetbezetting van accordeon, viool, piano, gitaar en contrabas. Deze, via tango bekend geraakte formule, verder uitdiepen, beschouwt Comté als het doel van Soledad. "Wat ons het meest interesseert is onze typische bezetting: een formule die niet veel gebruikt wordt en uitgevonden is door Piazzolla. Op de één of andere manier zullen we altijd zijn muziek spelen. Hij heeft ontdekt wat een ongelooflijke instrumentale formule dit is. Vergelijk het met een symfonisch orkest: die bezetting kan heel symfonisch en enorm klinken, maar daarbinnen is er een veelheid aan timbres. Ik speel af en toe ook in andere groepen en daar ervaar ik niet diezelfde kracht, dezelfde eenheid, hetzelfde evenwicht."
De betrokkenheid op de zuiver muzikale kant van de bezetting weerspiegelt zich volgens Comté ook in de muzikale evolutie van de groep, meerbepaald in de verschillende cd's. Waar de eerste ('Soledad') veel bekende nummers bevat zoals 'Libertango' en 'Milango del Angel' is de tweede duidelijk minder vlot toegankelijk. Voor Comté is het muzikale universum van de tweede moeilijker dan dat van de eerste. De luisteraar zal bijgevolg meer in de stukken zelf moeten stappen om de rijkheid ervan te ondervinden. "Voor iemand die dans geeft kan ik heel goed begrijpen dat die het laatste album minder waardeert. Het is ook helemaal geen dansalbum. Ten tijde van onze vorige cd titelden alle artikels over ons 'Een nieuwe tangogroep' of zoiets, nu niet meer. Het album 'Soledad' was meer een visitekaartje met bekendere nummers, zoals ons label dat ook commercieel liever had. De laatste cd ligt meer in de richting van wat we in de toekomst willen gaan doen."
België op z'n breedst en z'n smalst
Wie de muziek van Soledad zelfs maar oppervlakkig beluistert zal meteen diverse invloeden herkennen. Van het chansonachtig accordeon en de jazzy pianoakkoorden tot mistige impressionistische passages en statige of zelfs overdonderde delen. Deze breedte is voor Comté helemaal op rekening van Piazzolla's composities te schrijven. Reeds op jonge leeftijd vertrok Piazzolla naar de VS waar hij mogelijk onder invloed kwam van de jazz. Dit, aangevuld met zijn Argentijnse achtergrond en het feit dat hij als klassiek componist bekend wilde worden, verklaart mogelijk het unieke geluid van Piazzolla. Comté: "Zijn muziek mengt veel dingen en is tegelijkertijd uniek. Wanneer wij de muziek van Piazzolla spelen is dat omdat we een sterke band met zijn muziek ervaren. We voelen heel sterk wat hij tussen de regels heeft willen zeggen en de manier waarop we het spelen is daardoor beïnvloed. Wat er als expressie uit ons komt is direct beïnvloed door het universum van Piazzolla. Zijn muzikale mengeling en de onze zijn sterk gelijkend."
Tegen deze achtergrond wil Comté graag zeggen dat België een interessant land is om in te leven en te werken. De veelheid aan culturen in bijvoorbeeld een stad als Brussel is daar volgens hem zeker een voedingsbodem voor, maar ook de ruimdenkendheid van de muzikanten bevalt hem. "In België zijn er veel muzikanten die met verschillende soorten muziek bezig zijn: klassiek, jazz enz. In Frankrijk is dat bijvoorbeeld totaal niet zo. Alexander Gurning die naast Soledad een echte klassiek carrière ontwikkelt, heeft het er daarom soms moeilijker. Een klassiek muzikant doet daar alleen klassiek. Er zijn daar duidelijke afbakeningen. In België heb je dat niet. Integendeel, en dat is een voordeel. Bij Soledad hebben we allemaal contacten gehad met verschillende stijlen. We hebben geen leraars gehad die ons alleen op het klassieke spoor gehouden hebben. Ook onze families beluisteren verschillende muziek."
"In de muziek die we spelen komen verschillende dingen samen, waardoor mensen vaak voelen dat ze er al eens iets van gehoord hebben. De muzikale taal is heel universeel. Onze concerten zijn geen klassieke concerten, geen rockoptredens, maar iedereen kan er wel iets in vinden."
Ondanks Manu Comté's tevredenheid over het muzikale biotoop 'België' ontsnapt Soledad niet aan de wil en de noodzaak om naar het buitenland te trekken. De groep speelt momenteel een 45 à 50 optredens per jaar waarbij rustige periodes afgewisseld worden met drukkere tournees. Belgische podia zijn in deze lijst concerten slechts mager vertegenwoordigd. Volgens Comté omdat ze in België altijd een 'Belgische' groep zullen zijn. En dat stoort hem meer en meer. "Het is niet mooi om te zeggen, maar veel artiesten zeggen dat je echt moet vertrekken met een kans om later met meer aandacht terug te komen, want 'ze hebben in het buitenland gespeeld'. In België gaat men vaak verkiezen een Italiaanse of een Franse groep engageren. Bij instituten als het Paleis voor Schone Kunsten of ons label Virgin Classics heeft men niet steeds door met welke muziek we bezig zijn, de manier waarop we spelen of de weg die we afleggen. Nogmaals: we zijn geen tangogroep. Ik denk dat Soledad voor concertorganisatoren eerder iets anekdotisch is. Ze weten vaak niet goed waar ons te situeren. Ze zeggen dan bijvoorbeeld dat hun programmatie heel klassiek gericht is, of heel sterk op jazz gefocust. Maar soms engageren ze ons toch en dan werkt het toch steeds."
Respect, geen fierheid
Soledad heeft ondertussen in de drang om horizonten te verruimen al menige bezoeker plat gespeeld: van concertzalen in Tokyo en Cannes tot festivals in Italië, Libanon, Florida, Taiwan en Zwitserland. Gevraagd naar de reacties van het publiek is Comté duidelijk gegeneerd om er over te vertellen, voelend dat een volledig positief relaas te veel als een promopraatje zou kunnen overkomen. "We zijn nu drie weken terug uit Japan en overal waar we gespeeld hebben was het een buitengewoon succes. Het is niet bescheiden om dat te zeggen, maar we voelden echt dat we het publiek raakten. Mensen kwamen ons na het optreden zeggen dat de muziek hen echt toesprak, hen zoveel zei en emotioneel deed reageren. Het is me twee keer gebeurd dat mensen van rond de tachtig kwamen zeggen dat ze tevreden waren dat ze ons gehoord hadden en dat ze al lang op een dergelijke schok wachtten. Dat is heel sterk en dergelijke reacties krijgen we overal, misschien niet met dezelfde kracht, maar zelfs in Japan waar de mensen normaliter heel gereserveerd zijn. Het is een land waarin alles heel strikt geregeld is. In concertzalen wordt er niet gehoest of niemand applaudisseert er te luid. En toch, na het concert kwamen ze naar ons toe en was het contact warmer. Taiwan is dan meer Latijns gericht, ook wat Amerikaanser en daar stonden de mensen voor het podium te juichen. Dat is dan weer iets helemaal anders."
Ook het opvallend respect dat Soledad van collega muzikanten krijgt, benadert Comté op een gelijkaardige schroomvolle manier. Voor hem speelt daarin geen fierheid, het gaat hem duidelijk om iets anders. Keer op keer beklemtoont hij dat het hen vooral menselijk raakt en dit menselijke blijkt een uiterst belangrijk aspect te zijn. Steeds ging het om artiesten die ze eerst persoonlijk ontmoetten en pas daarna met hun muziek hebben geconfronteerd. Het gewoon doorgeven van een cd en dan vragen wat de andere partij er van dacht is voor hen dus duidelijk geen optie, noch met betrekking tot de steraccordeonist Richard Galliano, noch voor de pianovirtuoze Martha Argerich. "Voor mij is er natuurlijk een speciale band met Galliano, omdat ik heel sterk door hem beïnvloed ben en hem enorm respecteer. Hij heeft echt een stempel gedrukt op het instrument, heeft de benadering en het gebruik ervan doen evolueren. Voor Alexander Gruning was Argerich altijd al één van zijn referenties. We waren allemaal enorm onder de indruk toen bleek dat we haar met onze muziek konden raken. Zonder fierheid, want het is geluk hebben natuurlijk, maar het doet deugd dat mensen die wij respecteren hetzelfde doen met ons. Het is geruststellend … al moet je natuurlijk blijven vooruit gaan."
Toekomst
Wat dat vooruitgaan betreft ontbreekt het Soledad niet aan plannen. Dat samenwerken daarin een belangrijke rol speelt mag geen wonder heten, gelet op het respect dat ze anderen betuigen en van anderen mogen ontvangen. Zo staat er een project op stapel waarbij muziek van Frédéric Devreese gespeeld zal worden (zoals op 'Del Diablo'), maar deze keer samen met de Belgische jazzgitarist Philip Catherine in een context tussen genoteerde en geïmproviseerde muziek. Comté stopt zijn bewondering voor de gitarist niet onder stoelen of banken. "Hij houdt van onze muziek en wij van de zijne. En zo werkt dat altijd. We hebben dus niet aan hem gevraagd om met ons samen te spelen, zoiets moet van twee kanten komen. We zijn natuurlijk wel tevreden dat hij van ons werk houdt. Hij is één van die muzikanten die iets kan zeggen door drie noten te spelen: heel lyrisch en met een unieke manier om zich uit te drukken."
Daarnaast zal Soledad ook de stap zetten naar de dans met muziek geschreven door Alberto Iglesias (wiens muziek ook te horen is op 'Soledad' en 'Del Diablo', <small>KVM</small>). Hoewel Comté steeds beklemtoond heeft dat Soledad geen groep voor dansmuziek is, vindt hij dit project toch heel natuurlijk. Het zal hier immers niet gaan om het louter begeleiden van de dansactie: "De choreograaf die ons gecontacteerd heeft, vindt dat onze manier van spelen iet visueels heeft en hij vindt dat die heel sterk aansluit bij dans."
Als persoonlijke wens valt voor Comté vrijwel onvermijdelijk de naam van Richard Galliano opnieuw. En volgens Comté is het niet denkbeeldig dat het ooit zover komt, al blijft hij over dit onderwerp met duidelijk plezier wat in het vage hangen. Verder dan de mededeling dat Galliano van de kwintetformule houdt en dat hij misschien ooit wel eens iets voor Soledad zou kunnen schrijven laat de accordeonist zich niet verleiden. Wel wil hij nog kwijt dat de groep ook zin heeft in een album met gasten. Wanneer de voorspelbare vraag naar de namen komt noemt hij terug Philip Catherine en Richard Galliano, maar zegt hij ook meteen dat voor een goed antwoord deze vraag eigenlijk aan alle groepsleden gesteld zou moeten worden.
Ten slotte laat Comté toch doorschemeren dat de groep ook aan eigen composities werkt, maar het nu nog te vroeg vindt om ze al te spelen. "Omdat het na de muziek van Piazzolla gespeeld te hebben een hele uitdaging is. We willen deze muziek niet imiteren. Tegelijkertijd gaan het ook heel verscheidene composities zijn, want er is niet iemand die met een afgewerkt stuk zal komen, we werken er met vijf aan."
Het G-woord
Als in dit interview de naam van Piazzolla als het P-woord kan aangeduid worden, dan is voor een groep die (zelfs al is het maar zijdelings) met tango bezig is het G-woord haast even onvermijdelijk. Is de combinatie van tango en elektronica die het Gotan Project op korte tijd een grote populariteit bezorgd heeft een mogelijk pad voor Soledad? Comté is niet te beroerd om toe te geven dat hij de muziek graag hoort, maar maakt meteen toch enkele kanttekeningen. "De eerste keer toen we Gotan Project hoorden waren we toevallig met de hele groep samen in een café in Marseille. We vonden dat toen helemaal niet slecht, maar dan wel in het kader waarin we toen zaten. Ik heb ze nog nooit live gezien, maar men heeft me gezegd dat het geweldig moet zijn. Ik heb echter geen zin om te gaan kijken. Op een scène houd ik er van om de muzikant te zien die zich helemaal geeft en het centrum van de actie is. Bij Gotan is er een scherm dat na verloop van tijd verdwijnt waarna er wat gespeeld wordt. Dat scherm kan een teken zijn van gebrek aan respect voor de muziek. Wij zijn echter echte concertmuzikanten, podiummensen. Ik hou er niet van om ergens verborgen te staan. Ik sta liever recht tegenover de mensen."
Ook zuiver muzikaal heeft hij reserves al zegt hij meteen dat een volledig antwoord op de vraag of elektronica bij hen ooit een rol zal kunnen spelen aan de hele groep voorgelegd zou moeten worden. Toch verstopt hij niet dat hij bedenkingen heeft bij het gebruik van elektronica. "Het zal ons niet enorm interesseren, behalve wanneer het in een meer uitgeschreven of emotionelere, rijkere context gebruikt wordt dan gewoon weg een beat toevoegen. Bij Gotan Project is er een net iets te repetitieve kant, staat de elektronica eerder centraal met daartussen af en toe een tangofrase. Maar voor mij is dat niet voldoende. Ik denk dat ik me daar te veel bij zou vervelen wanneer we zoiets speelden: er is dan gewoonweg niet genoeg te spelen, niet genoeg te vertellen." Comté wil wel niet categoriek zijn in zijn oordeel en vertelt graag dat een bepaalde hantering van elektronica hem wel iets zegt. "Op plaat zou het misschien een piste kunnen zijn. Want de geluidstechnicus die onze cd opgenomen heeft houdt van dat soort muziek en heeft ons al eens voorgesteld iets dergelijks te doen. Hij werkt bijvoorbeeld vaak samen met Ictus en die begeven zich vaak in dat gebied waar ook rock aanwezig is. En dat niveau interesseert ons misschien meer: met machines, maar meer uitgeschreven, wat meer overdacht. Maar niet iets eenvoudigweg repetitief of anekdotisch. De elektronica moet een extra instrument zijn."
Dat deze consequente houding Soledad geen windeieren legt mag blijken uit een recent persbericht. Hierin wordt bevestigd dat het optreden van de groep op 19 december dat normaliter gepland was in de kleine Studio1 in Flagey wegens de overrompelende belangstelling wordt verplaatst naar de veel grotere Studio 4. Misschien de overweging waard om toch eens wat meer in hun land van afkomst te spelen … of geprogrammeerd te worden?