In oktober staat de Zwitserse trombonist Samuel Blaser twee keer op een Belgisch podium: op zaterdag 6 oktober in duo met Pierre Favre tijdens Jazz Brugge en twee weken later, op dinsdag 23 oktober, met zijn kwartet in de Hnita-hoeve, waar hij de plaat zal voorstellen die hij vorig jaar in diezelfde club opnam.
De 31-jarige Zwitser moet een van de meest actieve jazzmusici zijn van het moment. De eindeloze tournees en activiteiten met working bands, projecten en compositieopdrachten overlappen elkaar eerder dan dat ze elkaar opvolgen. Momenteel heeft de trombonist meer dan de handen vol met Consort in Motion, zijn internationale kwartet, JASS (met o.a. John Hollenbeck), het Michael Bates & Samuel Blaser Quintet en een nieuwe soloplaat.
De tomeloze energie die hij in al deze projecten stopt werpt ondertussen weliswaar steeds vaker vruchten af. Zo maakte hij de voorbije jaren platen voor Intakt, Clean Feed, Hatology en Kind of Blue records, waarbij hij samenwerkingen aanging met topmusici als Marc Ducret, Paul Motian en Pierre Favre. Niet bepaald een mager cv voor een prille dertiger.
Eind oktober sta je met je kwartet al voor de derde keer op het podium van de Hnita-hoeve. Vorig jaar nam je er met die band zelfs een live-album op dat binnenkort op Hatology wordt uitgebracht als ‘As the Sea’.
De nieuwe tournee kadert in de release van ‘As the Sea’ en we vonden het leuk om onze concertreeks te starten op de plaats waar we de plaat hadden opgenomen. Ik denk niet dat we anders opnieuw in Hnita hadden gestaan, aangezien het in verschillende opzichten niet echt opportuun is om al na een jaar opnieuw in dezelfde club te spelen. De vorige keer was de opkomst eerlijk gezegd al niet zo groot, maar we speelden dan ook drie avonden op rij in min meer dezelfde regio, twee keer in Hnita en één keer in De Singer.
Werkt het demotiverend wanneer de opkomst tegenvalt?
Dat doet er eigenlijk weinig toe. De muziek blijft dezelfde, wij spelen en doen ons ding. Natuurlijk wekt het wel spanningen op en zelfs wat angst, maar uiteindelijk speelt het niet zo’n grote rol.
Ik zag je al twee keer aan het werk met je kwartet en daarbij viel me vooral je complementariteit met gitarist Marc Ducret op. Ondanks opvallende stilistische verschillen werkt de combinatie uitstekend.
Zulke combinaties zijn soms een kwestie van toeval en geluk. Je kan ook met mensen spelen die je heel goed kent, vrienden misschien, maar waar de muziek gewoon uitblijft. Het is me al vaak overkomen: een groep oprichten met vrienden om dan te moeten besluiten dat het muzikaal niet marcheert. Met Marc is het dus anders. Ik was altijd al onder de indruk van zijn muziek, de manier waarop hij speelt en zijn gehele persoonlijkheid. De eerste keer dat we samenspeelden, als duo ergens in Keulen, was er natuurlijk ook nog geen sprake van iets uitzonderlijks, dat is pas gegroeid in de loop der tijd. Onlangs hebben we opnieuw enkele duoconcerten gespeeld in Chili en dat was fantastisch. De connectie en interactie tussen ons is veel intenser wanneer we als duo optreden. Marc is bovendien een grote fan van de trombone. In zijn sound zit ook iets van een trombone, vind ik. Zelf speel ik al acht jaar met gitaristen in mijn kwartet, ik houd van de combinatie tussen de twee instrumenten. Het is altijd leuk wanneer ik en Marc een geluidseenheid vormen en het bijna onmogelijk wordt uit te maken wie wat speelt. We imiteren elkaar ook wel eens, om elkaar te pesten of uit te dagen.
De muziek van je kwartet vind ik vrij intens, er zijn weinig rustpunten.
Klopt, al hangt dat wel af van concert tot concert. De intensiteit kan bv. ook wel eens liggen in het feit dat we lange tijd pianissimo spelen, dat we geduldig opbouwen naar iets. Meestal spelen we een uur of iets langer zonder te stoppen omdat het leuk is om op een podium te staan en samen een verhaal op te bouwen.
Vertrek je dan van een bepaalde basis en ga je dan improviseren?
Dat hangt er van af. De vorige tournee zijn we zelfs zonder iets begonnen en hebben we het repertoire in de loop van de concerten opgebouwd. Deze keer zal het waarschijnlijk anders zijn want ik heb wat dingen voor de groep geschreven. Enkele jaren geleden begonnen we onze concerten steeds met hetzelfde stuk, het stuk waarmee de Boundless-suite opent. Het is een heel herkenbaar deuntje, vooral dankzij het ritme want het heeft een hoekige melodie.
Volgens mij gebruik je dat ook ergens op ‘Vol à Voile’, je duo-plaat met Pierre Favre.
Dat is inderdaad hetzelfde deuntje, al wordt er daar nog veel geïmproviseerd.
Doe je dat vaker, materiaal van het ene project gebruiken voor een ander project?
Normaal gezien niet. Ik componeer altijd specifiek voor projecten. De laatste tijd heb ik echter zo veel opgenomen en met zo veel bands gewerkt, dat er wel enkele stukken zijn die in meerdere ensembles opduiken. Zo speel ik een bepaalde compositie zowel in het Michael Bates – Samuel Blaser Quintet, waarvan binnen enkele weken het eerste album verschijnt, als in JASS, een band met John Hollenbeck, Alban Darche en Sébastien Boisseau.
John Hollenbeck, Paul Motian, Gerry Hemingway, Pierre Favre, Gerald Cleaver, Tyshawn Sorey, … . Het valt me op dat je in je korte carrière al met een resem fantastische drummers hebt gewerkt. Toeval of heb je iets met drummers?
Mijn broer is drummer en samen hebben we de jazzmuziek ontdekt. Ik ben bijgevolg opgegroeid met drums in huis en daardoor heb ik volgens mij een gevoeligheid ontwikkeld voor goeie drummers. Een drummer is van cruciaal belang voor een ensemble, hij “maakt” het geluid van de band. Daarom is het interessant om met verschillende drummers te werken. De aankomende tournee met mijn kwartet zal overigens niet met Gerald Cleaver zijn, maar met Jeff Davis, ook een fantastisch drummer. Onze muziek zal hierdoor helemaal anders gaan klinken.
Is dit een definitieve wissel of een tijdelijke vervanging?
Het was wel degelijk de bedoeling om met Cleaver te touren, maar enkele maanden geleden hij heeft alles moeten afzeggen wegens andere engagementen. Ik moest dus wel iemand anders zoeken. Er waren verschillende opties, maar Jeff Davis bleek de perfecte kandidaat. Ik ken hem ook al lang en heb al veel met hem gespeeld. Wat ook niet onbelangrijk is: hij is rustig en aangenaam om mee te touren en op te trekken. Ook op die vlakken moet het namelijk klikken. Het vriendschapsaspect is niet te onderschatten in een band.
Een ander project van jouw hand is het kwartet Consort in Motion, dat je opstartte met de vorig jaar overleden Paul Motian. Met dit ensemble neem je het barokrepertoire onder handen, maar niet iedereen kon jullie eigenzinnige werkwijze smaken.
Eigenlijk zijn de meeste recensies en reacties erg positief geweest, maar ik heb inderdaad een paar negatieve reviews op mijn website gepost omdat ik de commentaren zo hilarisch vond. Nu ja, iedereen heeft zijn eigen smaak natuurlijk. Ik was alleszins erg tevreden over dat album, hoewel ik denk dat de nieuwe plaat nog beter wordt! (lacht)
Dat belooft.
We touren in februari en de line-up is momenteel aan het veranderen. De enige die blijft is pianist Russ Lossing, omdat ik graag een sterke relatie opbouw met de personen verantwoordelijk voor de melodieën en harmonieën binnen de groep. Daarnaast zal bassist Drew Gress van de partij zijn, samen met drummer Gerry Hemingway en - de Belgen zullen het graag horen - Joachim Badenhorst op klarinet. De cd zal verschijnen op Songlines en zal vooral muziek van Guillaume de Machaut bevatten. We gaan dus nog heel wat verder terug in de tijd dan de barok. Het is een heel delicate zaak om oude muziek aan te passen aan een modern idioom. Ik kan meteen een handvol projecten voor de geest halen die wat dat betreft voor mij door de mand vallen: Sting die met muziek van John Dowland aan de slag gaat, Christian Muthspiel die eveneens iets met Dowland doet of Phil Abraham, een fantastische trombonist overigens, met zijn ‘From Jazz to Baroque’-project. Als je barokmuziek en bij uitbreiding alle oude muziek gaat vermengen met jazz, dan wordt het pure kitsch. Als je de muziek echt wil eren, moet je deze ook respecteren in plaats van het in een jazzy korset te wringen. Voor Consort in Motion besloot ik dan ook om vooral het basismateriaal te gebruiken, de melodieën bv. en van daaruit werd alles opgebouwd op een heel natuurlijke manier. Ik denk dat we op die manier op sommige stukken dicht in de buurt komen van het oorspronkelijke barokgevoel. David Chevallier, een Franse gitarist, is daar volgens mij ook in geslaagd met zijn bewerkingen van Carlo Gesualdo (‘Gesualdo Variations’, uitgebracht op Zig Zag Territoires in 2010, JC). Hij heeft heel interessante arrangementen gemaakt met veel improvisatiemomenten binnen het oorspronkelijke materiaal. Een aanrader.
Wat heb jij eigenlijk met oude muziek?
Ik heb klassieke muziek gestudeerd en ook lange tijd sackbut (voorloper van de trombone uit de renaissance en barok, JC) gespeeld. Daarnaast ben ik gewoon een groot liefhebber van deze muziek wat zich vertaalt in een gigantische cd-collectie. Toen Kind of Blue records mij vroeg of ik een origineel concept had voor een nieuw album, kwam ik al snel bij deze muziek terecht, met als resultaat Consort in Motion. De tweede plaat van dat project wordt volgend jaar opgenomen tijdens de tournee. Er zijn nog wat openingen in onze speellijst, dus promotoren kunnen ons nog steeds boeken. Zet dat maar in het vet in je interview! (lacht)
Check. Je staat bekend als een multiphonics- specialist, een techniek waarbij je tegelijk blaast en zingt door je instrument. In tegenstelling tot bv. Colin Stetson gebruik je het niet zozeer als handelsmerk.
Ik heb onlangs in Parijs een discussie gehad met Vinko Globokar, een Frans trombonist en avant-garde componist, over het verschil tussen multiphonics en polyphonics, maar het is me nog steeds niet geheel duidelijk. Zingt Stetson eigenlijk ook door zijn sax of gebruikt hij de natuurlijke boventonen? Ik moet de boventonen namelijk forceren door te zingen omdat een trombone die niet kan produceren zoals bv. een viool, een sax of een fluit. Tegenwoordig gebruik ik het overigens minder en minder moet ik toegeven. Ik ben op zoek naar iets anders. Zo probeer ik de laatste tijd vooral lager dan mijn trombone te zingen, dat is dan wel nog steeds hetzelfde principe, maar tegelijk probeer ik ook met het inademen klanken te produceren.
Is dat een bestaande techniek?
Globokar deed het voor het eerst en ook een andere Franse trombonist, Yves Robert, gebruikt deze techniek. Er zijn slechts enkelen die het kunnen want het is heel onnatuurlijk en verschrikkelijk moeilijk. De eerste keer dat ik het probeerde heb ik me zelfs bezeerd, omdat ik mijn eigen keel min of meer toekneep. Maar nu kan ik er goed mee om, al kan ik nog niet alles spelen wat ik wil.
Heeft het een naam?
We noemen het in Frankrijk “son aspiré” maar eigenlijk heeft het nog geen naam, omdat bijna niemand het doet. Zelfs op Google is er niks over terug te vinden. Ik zou trouwens het werk van Globokar willen aanraden, hij is in de jaren zestig nog bezig geweest met vrije improvisatie, onder meer met Michel Portal, maar heeft zich dan op de moderne gecomponeerde muziek gestort. Hij heeft met Luciano Berio samengewerkt en onder meer diens ‘Sequenza V’ voor trombone opgenomen.
Daarmee zijn we aanbeland bij solo-trombone. Binnenkort breng je een tweede soloalbum uit.
Klopt, maar dat staat nog wel even in de steigers vrees ik. Ik heb nog veel denkwerk voor de boeg wat dat betreft en dat moet ik combineren met al mijn andere opdrachten. Ik schrijf momenteel ook een stuk voor strijktrio, dat klaar moet zijn tegen het einde van het jaar. Het is een compositieopdracht, ik studeer namelijk nog steeds compositie hier in Berlijn. Mijn volgende opdracht is ook al gekend: een duet voor trombone en klarinet, voor mezelf en François Houle. Dan is er nog Consort in Motion en al mijn andere bands, vooraleer ik aan mijn soloplaat kan denken. Het zal waarschijnlijk voor volgend jaar zijn, nu ik er zo over nadenk. (lacht)
Speel je graag solo?
Ja, omwille van de verschillende uitdagingen die het biedt. Het is niet alleen veeleisend op mentaal en fysiek vlak, maar het is ook spannend om te zien of je het publiek gedurende lange tijd op je eentje weet te boeien. Deze cd zal wel korter zijn, ongeveer drie kwartier in plaats van een uur of iets meer, omdat ik dat lang genoeg vind voor mezelf en voor het publiek.
Je hebt enkele jaren in New York gewoond en nu is Berlijn je thuishaven.
Inderdaad, na vier jaar New York ben ik naar Berlijn verhuisd, al zou ik eigenlijk graag terug naar New York trekken.
Dat was mijn volgende vraag, als je zou kunnen kiezen…
Die stad geniet duidelijk mijn voorkeur, maar dat zou consequenties hebben. Ik zou daar niet kunnen leven van concerten, omdat ik nog maar aan het begin van mijn carrière sta en het daar net iets moeilijker is om aan de bak te komen. Ik heb nog niet de status om voortdurend verzekerd te zijn van werk en ik wil ook niet gaan lesgeven. Als ik terug naar New York zou gaan zou ik ook veel minder kunnen touren, dus voorlopig is Berlijn wel beter. Het is makkelijk om van hieruit naar België, Frankrijk, Nederland of Zwitserland te gaan om concerten te spelen. Ik heb wel nog steeds een kamer in New York en ik ga regelmatig voor korte periodes naar daar.
Stel je krijgt carte blanche, met wie zou je dan willen samenspelen?
Met Joey Baron zou ik enorm graag samenwerken, we houden wel contact maar hij heeft amper tijd om iets te doen. Ook met Ravi Coltrane zou ik eens iets uit de grond willen stampen. Hij ging normaal meestappen in het Consort in Motion-project maar dat ging uiteindelijk niet door. Jim Black, Ramon Lopez en Daniel Humair zijn ook spontaan namen waar ik aan denk. O ja, Tom Rainey mag ik zeker niet vergeten, net als Craig Taborn.
Bijna allemaal drummers, dat is geen toeval meer. Het zijn bovendien ook allemaal “muzikale” drummers.
Klopt, vooral Pierre Favre kan ongelofelijk mooi schilderen met zijn drums. We hebben een heel goede band opgebouwd sinds ons duet voor Intakt records, wat op voorhand zeker niet te voorspellen was. Je weet nooit wanneer je een oudere muzikant contacteert voor een project of hij oprecht geïnteresseerd is of dat hij het enkel voor het geld of de job doet. Onze muzikale relatie is zeer intens geworden, vergelijkbaar met die tussen mij en Marc Ducret.
Meer over Samuel Blaser
Verder bij Kwadratuur
- Samuel Blaser Consort in Motion - Dame se vous m’estes lointeinne
- Samuel Blaser Consort in Motion - A Mirror to Machaut
- Samuel Blaser & Pierre Favre
- Samuel Blaser Quartet - As The Sea
- Jazz Brugge 2012 - Pierre Favre & Samuel Blaser, Francesco Bearzatti, Aldo Romano
- Pierre Favre & Samuel Blaser - untitled
- Pierre Favre & Samuel Blaser - Vol à Voile
- Samuel Blaser & Paul Motian - Lamento della Ninfa
- Samuel Blaser & Paul Motian - Consort in Motion
- Samuel Blaser Quartet
- Samuel Blaser Quartet - Boundless
- Samuel Blaser Quartet feat. Marc Ducret
- Samuel Blaser Quartet - Pieces of Old Sky