Wie niet vies is van een portie onvervalst geniaal muzikaal geweld en niet terugdeinst bij de woorden avant-rock, noiserock en freejazz doet er goed aan om het fenomeen Child Abuse zowel live als op geluidsdrager mee te maken. Meedogenloze ritmes, complexe structuren en ingewikkelde breaks worden aan een rotvaart doorlopen en overladen met ruig synth- en basgeweld. Het trio New Yorkers (Tim Dahl op bas, Eric Lau op keyboards en Oran Canfield op drums) doorkruist op dit eigenste moment Europa, maar drummer Oran Canfield was bereid om tussen twee verplaatsingen in een aantal vragen te beantwoorden.
Jullie muziek klinkt behoorlijk technisch en complex. Hoe beginnen jullie in godsnaam aan het schrijven van zo'n nummers?
Eigenlijk weten we zelf niet hoe de nummers juist ontstaan, in alle geval schrijft niemand van ons de nummers echt uit. Al onze nummers zijn gebaseerd op een of meerdere thema's die ontstaan terwijl we improviseren in de studio. Als we dan iets vinden dat de moeite is om uit te werken, zoeken we andere waardevolle stukjes die daar bij passen of we schrijven dingen uit vanuit die stukken. Het laatste jaar hebben Tim en ik de nummers geschreven en geconstrueerd en sinds Eric op keyboard de band heeft vervoegd hebben we alle drie aan de keyboardpartijen gewerkt.
Ik hoor ook veel stijlelementen uit het RIO-genre ('rock-in-opposition' was een in de jaren '70 door bands als Henry Cow opgestarte beweging tegen een muziekindustrie die enkel oog had voor commerciële muziek, SC) zoals Magma, Univers Zero en Japanse bands zoals Ruins en Koenjihyakkei, maar dan wel verpakt in een brutale versie.
Klopt. Ik luisterde al sinds mijn 18de naar Yoshida Tatsuya's projecten (de drummer van onder meer Ruins en Koenjihyakkei, SC) en hij is dan ook een van mijn favoriete drummers en componisten. Door naar die bands te luisteren heb ik Magma ontdekt, wat me dan weer leidde naar bands als Univers Zero, Present, Art Zoyd, Daniël Denis enz... Toen ik de eerste keer 1313 hoorde (het uit 1977 afkomstige debuut van Univers Zero, SC) was ik stomverbaasd dat dit album al zo lang meeging en tegelijk zo onbekend was. Voor mij klinkt het alsof het gisteren is geschreven. In alle geval, toen ik die Belgische aftakking van RIO ontdekte, heb ik een tijdje nauwelijks naar iets anders geluisterd. Toen Child Abuse in de begindagen nog een duo was, waren we zeer zeker beïnvloed door die RIO-scène, maar dan, zoals je zegt, in een brutale vorm
Aan de andere kant hoor ik ook duidelijk invloeden van al die bands op Skin Graft Records en in je drumwerk hoor je ook metal-invloeden. Akkoord?
Ik denk dat Skin Graft en Load Records en heel die lichting avant/noiserockbands op die labels onvermijdelijk ons doen en laten beïnvloed aangezien we allemaal zo'n grote fans van dergelijke muziek zijn. Death metal was dan weer belangrijk in mijn ontwikkeling als drummer, net als jazzdrummers als Elvin Jones en Tony Williams. Aangezien de totstandkoming van de nummers een collectief proces is, brengt ieder zijn invloeden mee maar als groep hebben we nooit bewust gekozen om zus of zo te klinken. Ik heb me voorgenomen om mijn muziekcollectie in alfabetische volgorde te herbeluisteren. Ik zit nog maar aan de letter 'c' en qua genre gaat het van hier naar daar. Dat gaat dan van Aids Wolf naar Agoraphobic Nosebleed tot Ali Farka Toure naar Aksak Maboul, Alamaailman Vaseaat, Alboth!, Ali Akbar Khan, Asha Boshle, Alice Coltrane, Amon Duul ll, Arkham, Area, Andrew Cyrille, Andrew Hill, Anthony Braxton, Arab On Radar, Art Blakey, Art Ensemble of Chicago, Art Zoyd, Atomsmasher, etc….
Jullie laatste album 'Cut and Run' en Child Abuse in het algemeen kent nooit een rustig moment. Het is constant rusteloos, volgepropt en heel maximalistisch. Is dat de reden dat ‘Cut and Run’ in duur ook beperkt is?
Ik ben nogal een fan van korte sets en albums, in de meeste gevallen toch. Dus ja, dit album is kort omdat het toch wat uithouding van de luisteraar vergt, omdat het zo bikkelhard klinkt, omdat er zoveel energie mee gemoeid gaat en omdat de songs behoorlijk complex klinken. Het mag dan kort zijn maar er staat genoeg materiaal op voor een compleet album. Die rusteloosheid en die harde sound was er van in het begin toen Luke Calzonetti (die later werd vervangen door Eric Lau) en ik met de band begonnen. Het was zowel iets spontaans als voorbestemd aangezien ik al veel gespeeld had in redelijk brutale bands toen ik in San Francisco verbleef en toen ik in New York arriveerde, wilde ik iets gelijkaardigs opstarten. Maar het was ook spontaan in die zin dat toen we de eerste keer samenspeelden, Luke zelfs geen instrument meebracht naar de repetitieruimte en dat er een klein Casio-keyboard ter plekke voorhanden was en zo is de Child Abuse sound ontstaan. Natuurlijk toen bassist Tim Dahl bij de groep kwam werd het geluid veel voller dan daarvoor.
Als een van de bandleden zou afkomen met iets radicaal anders (een rustig stuk, een sound collage of abstracte improv-achtige passage) zou de rest dat dan aanvaarden of overwegen om te gebruiken?
Alles wordt overwogen maar ieder heeft ook een veto-stem. Dus als één persoon zwaar tegen een welbepaalde passage is, dan is dat ook het einde van de discussie. Rustige ideeën komen maar zelden aan bod, maar ze worden niet verbannen omwille van hun rustigheid. Maar we zijn wel heel bewust bezig met ons specifieke groepsgeluid en 'rustig' is niet echt deel van dat plaatje.
Jullie muziek is ook heel gestructureerd en strak. Is er ruimte voor improvisatie?
Niet echt. We hebben wel momenten waar we uit de bol kunnen gaan, maar als groep improviseren we nooit tegelijk, er is minstens één persoon en meestal twee die zich aan de geschreven nummers houden. Natuurlijk zijn onze nummers wel grotendeels al improviserend tot stand gekomen.
Ik vind dat de klank én de manier van spelen van de bas en de synth dicht bij elkaar liggen.
Jazeker, synth en bas zijn met momenten moeilijk van mekaar te onderscheiden en de manier waarop ze met mekaar interageren is heel doelbewust zo gekozen. Er zijn momenten gedurende de componeerfase dat we bewust overwegen of de bas en de synth nu complementair moeten klinken of net ieder apart moeten te horen zijn. We proberen dan verschillende timbres uit, schrijven stukken uit waarbij we synth en bas tegen mekaar uitspelen of we laten ze net samensmelten om er een nieuw geluid uit te distilleren. Klanktimbres en -texturen zijn zeker belangrijk voor ons en vaak is een klank die door een van de bandleden wordt aangebracht een deel van het uitschrijven van een stuk. Daarom denk ik ook dat een Child Abuse-nummer vrij snel te herkennen is, puur op basis van het geluid.
Luke Calzonetti heeft vorig jaar de band verlaten. Kan en wil je daar iets over kwijt?
Ik denk dat een aantal factoren hebben geleid tot zijn vertrek en geen enkele daarvan is buitengewoon of spectaculair. Hij heeft zeven jaar van zijn leven aan de band gespendeerd en hij voelde dat het tijd was om iets anders te doen. Hij had ook beslist om New York te verlaten en dat was de doorslaggevende factor. Ik weet dat het voor hem een heel moeilijke beslissing was maar eentje waarvan hij voelde dat hij die moest maken.
Het was niet gemakkelijk om de juiste persoon te vinden, het heeft zo toch ongeveer een jaar in beslag genomen. Zijn vervanger, Eric Lau, is iemand die ik al ken van sinds mijn tijd in San Francisco. Hij speelde er in vele groepjes en hij nam nog een album van mijn oude band Dig That Body Up, It's Alive op dat in zekere zin een metal-versie van Child Abuse was. We hadden er dus een goed vertrouwen in dat hij wel zou passen in de groep, maar het was – aangezien geluid bij ons heel belangrijk is - afwachten in hoeverre hij zou kunnen meedraaien in het toch nogal specifieke schrijfproces van de band. Dus dat was wel een zekere 'leap of faith' die we moesten nemen maar het blijkt dat we de juiste beslissing hebben genomen. In het begin speelden we met hem enkel de oude nummers, kwestie van hem in de Child Abuse groove te brengen. Eenmaal hij dat in zijn vingers had was het evidenter om aan nieuwe nummers te starten aangezien hij dan over een startpunt en referentiekader beschikte.
De nieuwe nummers zijn wat langer en meer complex maar liggen wel in het verlengde van wat we in het verleden hebben gemaakt. Ik zie niet direct een radicale stijlbreuk in de nabije toekomst. Ook niet met de komst van Eric, aangezien hij ook vanuit het punk/freejazz milieu komt en in zekere zin het juiste profiel heeft.
In het verleden hebben jullie via jullie Facebook niet enkel positieve maar ook zeer negatieve recensies van jullie laatste album gepost. Recensenten die het allemaal maar een hoop lawaai vonden en stelden dat jullie enkel maar de bedoeling hadden om te choqueren. Wat vind je daar eigenlijk van?
Ik heb altijd getracht om met al mijn muzikale invloeden (freejazz, noise, experimentele muziek) iets te maken dat in feite toegankelijker is dan veel van de dingen die ik beluister. Ik vind dat we daar ook wel in geslaagd zijn en dat we met onze muziek een publiek bereiken die anders niet noodzakelijk naar zo’n dingen zou luisteren. We proberen iets nieuws te brengen en voor mensen die effectief oren hebben zou het redelijk duidelijk moeten zijn dat we er veel te veel moeite en energie in steken dan om te worden afgedaan als een band die enkel maar radicaal wil klinken. We willen dat het brutaal en overweldigend klinkt, maar het is ons vooral toch te doen om nieuwe en interessante muziek te maken.
Reacties op onze muziek hebben nogal de neiging om nogal gepolariseerd te zijn: je houdt ervan of je walgt er van. Grappig genoeg is dat als je de mening van de recensent wegdenkt, ze vaak hetzelfde zeggen. De ene zegt: 'dit is de slechtste band ooit, dit komt over alsof je in het aangezicht wordt gemept met een voorhamer' terwijl een andere schrijft: 'dit is fantastisch, het is alsof men met een moker in je aangezicht mept!'. Zodus, het komt allemaal neer op smaak. Muziekjournalisten denken nogal eens dat ze objectief bezig zijn maar in feite zijn ze de meest subjectieve schrijvers die er bestaan. Maar kom, we hebben nooit gepretendeerd om muziek te maken die voor iedereen is bestemd.
Ik weet dat Tim betrokken is in andere bands (The Hub) en ook wel eens improv speelt met Mick Barr en Kevin Shea. Speel je zelf ook in meer jazz/improv achtige dingen, buiten deze band?
Niet op dit moment. Ik heb in het verleden wel in veel improv-projecten gespeeld, zeker in de periode dat ik in San Fransisco verbleef, maar dan begon ik aan mijn boek te schrijven en dan kon ik maar aan één muzikaal project werken. Occasioneel speel ik met Kid Millions' Man Forever en Mike Prides Drummer's Corpse, twee projecten met meerdere drummers die eigenlijk een voortvloeisel zijn van het Boredoms 77 Boadrum event waar we allemaal bij betrokken waren (op 7/7/2007 om 7u07 orkestreerde de Japanse groep Boredoms in New York een performance met 77 drummers, SC).
Canfield is ook auteur van een opmerkelijke autobiografie waarin hij gedetailleerd zijn nogal ongewone jeugd beschrijft (Zijn vader Jack Canfield is een zeer populaire zelfhulp/managementgoeroe die wel honderden miljoenen boeken heeft verkocht en verliet het gezin toen Oran twee jaar oud was en zijn broer net geboren was. Samen met zijn broertje belandde Oran regelmatig in communes en leefgemeenschappen terwijl zijn moeder elders voor tal van goede zaken op de barricades ging staan of met andere dingen bezig was). In het boek vertelt Canfield ook in geuren en kleuren over zijn zware heroïneverslaving die hij moeizaam overwon.
Laten we het even over je autobiografie hebben. Ik vond het een heel fascinerend boek, niet enkel door de inhoud maar ook puur door je vertellerstalent. Nadat ik het boek uithad vroeg ik me direct af: ‘Zou hij nog een boek schrijven en zoja, zou het dan fictie of non-fictie zijn?’ Heb je nog ambities op dat vlak?
Wel, ik ben juist begonnen aan een nieuw boek nadat ik twee jaar geen woord had geschreven. Ik kan er nog niet veel over kwijt want ik heb echt geen idee waar het naartoe gaat leiden. Ik kan je wel al zeggen dat het fictie zal zijn misschien zelfs sciencefiction.
Het zal je misschien choqueren maar ik vond het boek, ondanks de schrijnende en heel persoonlijke verhalen, met momenten heel hilarisch (de geschifte communes waarin jij en je broer terecht kwamen, de passages in de afkickcentra, het tourdagboek enz)
Het was de bedoeling om veel humor in mijn verhaal te steken en wel voor twee redenen. De eerste is dat eenmaal ik me ten volle realiseerde wat er allemaal was gebeurd, het eigenlijk heel moeilijk is om niet te lachen bij de absurde situaties waarin ik allemaal terecht ben gekomen. Tweede reden is dat het voor de lezer een heel moeilijk boek zou worden als ik het zou vertellen als een ‘kijk-eens-hoe-zielig-mijn-leven-is-verhaal. Ik zou zelf zoiets niet willen lezen en ik zou niet weten wie wel. Mijn initiële benadering was het wat te schrijven in de trant van Louis-Ferdinand Céline die de meest deprimerende en tegelijk hilarische boeken wist te schrijven maar nadat ik ‘Reis naar het einde van de nacht’ had herlezen, stelde ik verrast vast dat ik niet die boosheid in mij had die ik wel had toen ik het las toen ik op school zat. Dus ik besloot mijn eigen stem te zoeken om het verhaal te vertellen.
Het lijkt me heel confronterend om zo’n persoonlijk en eerlijk boek te schrijven én het te publiceren?
Het was extreem moeilijk, zelfs zo moeilijk dat ik schrijven nog steeds associeer met emotionele pijn. Daarom dat ik nu probeer om fictie te schrijven.
Hoe belangrijk is muziek in je leven?
Muziek maken is het belangrijkste in mijn leven en – naast sigaretten roken – het enigste dat ik consequent heel de tijd heb gedaan sinds ik kind was. Ik kan mij echt geen leven zonder muziek voorstellen.