Olla Vogala staat bekend als de Belgische bigband van de folk. Daarbij worden de vijftien basismuzikanten voortdurend verrijkt met andere gastartiesten. De band is ontstaan uit de Gentse groep OKO FON BIO die stille films begeleidde. De naam werd ontleend aan de beginwoorden van één van de oudst overgeleverde Nederlandse zinnen. In hun "streven naar de meest adequate uitdrukkingsvormen qua muzikanten en stijlen" kruisten vele volkse muziekculturen hun pad. Viool- en vedelspeler Wouter Vandenabeele is de componist en arrangeur van de groep. Het uitbrengen van Olla Vogalas nieuwe plaat vraagt om een klein interview met artistiek leider Wouter Vandenabeele.
De plaat, betekenis en invloeden.
Wat betekent 'Siyabonga'? Hoe dekt de titel de lading van de plaat?
Siyabonga komt uit het Zulu en betekent 'dank u'. Het staat toch wel voor een soort dankbaarheid die ik ervaar na al die boeiende reizen. Het is een dankbaarheid voor alle artiesten die ik ontmoet heb en mee gewerkt heb. Deze plaat is toch wel een weerslag van al die reizen. Daarbij is het ook een zeer goede Zuid-Afrikaanse wijn... Als je alleen al naar titels als 'Lijf', 'Lefnar', 'Return of the Vikings' of 'Samra' kijkt, kan je alleen maar besluiten dat de plaat zeer diverse invloeden bevat. Waar haal je je inspiratie voor de nummers? Eigenlijk komt de inspiratie zowat van overal. Sommige nummers zijn in Afrika gemaakt, maar hebben er niet onmiddellijk mee te maken. We zijn als groep meer en meer onze eigen sound beginnen te ontwikkelen. We voelen dat we daardoor ook meer gevraagd worden door muzikanten uit andere culturen. Dat geeft soms fantastische ideeën en projecten waaruit altijd wel nieuwe composities blijven hangen. Sommige muziek ontstaat in groep en andere gewoon thuis aan de keukentafel met veel wijn.
Je staat bekend als arrangeur en componist van Olla Vogala. Ik kan me moeilijk voorstellen dat de overige muzikanten geen inspraak hebben in een groep die dweept met multi-etniciteit en diversiteit. Hoe groot is de invloed van je overige groepsleden?
Het zijn ondertussen allemaal vrienden geworden en ze zijn elk specialist op hun instrument en in hun genre. Als je een partij schrijft, schrijf je voor een muzikant in het bijzonder en niet voor een abstract instrument. Dat maakt het verschil. Ik laat me dan ook op technisch vlak enorm inspireren door bvb. een Duke Elllington. Ze komen ook af met ideeën die dan worden uitgewerkt en in de nummers worden verwerkt..
Gasten
Gastmuzikanten uit diverse landen geven de plaat een extra dimensie. Op 'Samra' speelt Issa Sow mee. Je speelde er eerder mee samen in een reeks optredens met traditionele peulmuziek uit Senegal. Welke invloed heeft die man op je gehad?
Fantastisch, een hele rijke cultuur waar ik niets vanaf wist: hij heeft me zowat de geheimen van de peulmuziek geleerd. Als zijn leerling en ik heb samen met hem toffe concerten gehad. Zowel in België als ook voor hun eigen organisaties. Ik speel volgend jaar met hem op een festival in Dakar. De West-Afrikaanse muziek heeft mij veel geleerd om op een ander manier muziek te maken los van alle virtuositeit en franjes. Enkel de essentie, een goede groove op akoestische instrumenten, telt. Die muziek gaat zo diep.
Op 'Siyabonga' krijgt de luisteraar te maken met twee Zuid-Afrikaanse gastzangeressen. Hoe ben je bij Faith Kekena en Stella Khumalo terechtgekomen?
Via het project in Griekenland in 2004, de Culturele Olympiade [Olla Vogala bracht er de muziek van, de in Griekenland legendarische, Manos Hadzikadis,SC]. Ik ben ze eerst gaan bezoeken in Johannesburg en ze hebben daar mijn hart gestolen...
Folk in België
De culturen waarvan er invloeden op 'Siyabonga' te vinden zijn (Scandinavië, Slovenië, Algerije, Schotland, ...), hebben allemaal een rijke traditie op het vlak van volksmuziek. Leeft folk echter nog wel in België?
Meer en meer, maar wat is folk? Is het volksmuziek of eerder musique populaire? Groepen als Laïs en Urban Trad draaien goed en gebruiken veel elementen uit de volksmuziek. Er zijn veel 'volks'bals bij studenten in Gent en Leuven en dat moet je zeker eens meemaken (boombal). Maar hier bij mij aan de dampoort in Gent hoor ik toch een andere soort 'musique populaire': K3 en co. De volksmuziek van weleer is nu eerder elitair. Ze wordt beluisterd door studenten in culturele centra en op festivals. Het is niet meer de orale traditie van weleer. Volksmuziek was hier bijna verdwenen, enkel nog volkszangers, accordeonmuziek, fanfares, enkele liedboeken, notities en verzamelingen daar moesten we het hier mee doen.
Maar …
Maar dat zorgt ervoor dat hier veel creativiteit is. Zo kijkt men in Zweden er bvb. streng op toe dat de polska op de juiste manier gespeeld wordt. Hier gooit men zowat alles door elkaar. Of dat goed of slecht is, laat ik in het midden. Heel de Belgische geschiedenis is eigenlijk altijd al zo geweest: nu eens werden we bezet door de Fransen, dan weer werden we in de invloedssfeer van Oostenrijkers, Spanjaarden of Duitsers getrokken. Maar het zorgt ervoor dat we groepen hebben zoals Think of One, Troissoeur, Laïs en Cro Magnon. In de rockmuziek zie je dat trouwens ook wat. Toen we met het Hadzikadis-project in Griekenland waren, hadden ze veel bewondering voor de Belgische muziekscène hoewel ze daar zelf een grote traditie hebben en er trots op zijn.