Vorig jaar verschenen ‘Assume Crash Position’ en ‘Tradi-Mods vs Rockers’, twee nieuwe platen in de Congotronics-saga. De eerste is de tweede langspeler van Konono No. 1, de tweede een eerbetoon van Westerse artiesten aan de Congolese muzikanten. Curator van dit laatste project was Marc Hollander, tevens opperhoofd van Brusselse label Crammed dat de wereld liet kennismaken met Congotronics.
Vanaf ‘Konono No. 1 – Congotronics', de eerste release uit de Congotronics-reeks, sloeg de vonk van de traditioneel-moderne muziek van midden Afrika over bij de pers, het publiek en vooral bij Westerse muzikanten. De lijst van muzikanten van zelfverklaarde fans van bands als Konono No. 1 en de Kasai Allstars, vormt een affiche die zelfs voor de meest kapitaalkrachtige festivalorganisator een natte droom blijft.
Het geluid van eenvoudige, vaak zelfgemaakte instrumenten als percussie en likembe’s (duimpiaono’s) en de primitieve versterking die zorgt voor de nodige distortion en andere vervormingen, bereikte het Westen door het werk van producer Vincent Kenis en Marc Hollander van Crammed. Deze laatste blikt terug op het verleden van en kijkt vooruit naar de nabije toekomst van het Congotronics-project.
Het album ‘Tradi-Mods vs Rockers’ krijgt, net als de vorige platen van de Congotronics-reeks, lovende kritieken. Het lijkt wel een nieuwe stap in een succesverhaal?
Dat is het inderdaad wanneer je spreekt over erkenning, maar het is zeker niet zo dat we miljoenen cd’s verkopen. Het is en blijft bovenal een avontuur. Of we het succes verwacht hadden? Op een bepaalde manier wel, omdat we vonden dat de manier waarop de muziek getransformeerd werd door die Congolese muzikanten leek op extreme vormen van indierock of elektronische muziek. We dachten dat het publiek van deze stijlen er wel oren naar zouden hebben.
Toch moet je oppassen voor misvattingen: de muzikanten van Konono No. 1 maken geen muziek om tegemoet te komen aan de wensen van het Westerse publiek. Deze muziek wordt in Congo gemaakt voor bepaalde redenen: die vervult een sociale functie op begrafenissen of feesten. Ginder worden de muzikanten dan ook op een heel andere manier bewonderd dan in Europa of de VS. Ze spelen eigenlijk gewoon hun eigen muziek. De jonge mensen in Congo zijn er trouwens niet zo in geïnteresseerd, die luisteren meer naar hedendaagse pop, hiphop of r&b.
Het effect van de elektronische versterking kwam er simpelweg omdat de muzikanten naar een stad verhuisden (en dus “hoorbaar” moesten zijn, KVM), met als resultaat dat de muziek wat punkachtig ging klinken. Plots staan de mannen van Konono dan voor grote aantallen bezoekers op rockfestivals als Coachella en dat is voor hen heel verassend. Ze verwachten of begrijpen het niet en geven er ook niet echt om: ze doen gewoon wat ze doen.
De Kasai Allstars staan wat meer open voor verandering, mogelijk omwille van de geschiedenis van de groep. Het is namelijk een samenvoeging van muzikanten uit vijf verschillende bands en vier etnische groeperingen. Vincent (Kenis, KVM) was betrokken bij de formatie van de groep, toen hij en Tony Van der Eeken van Bozar in Congo vertoefden. Ze hadden een budget om 14 of 15 muzikanten over te brengen, maar kenden wel vijf groepen die ze te gek vonden. Kiezen bleek heel moeilijk, dus kwamen ze op het idee om een supergroep te maken door de belangrijkste muzikanten van de verschillende groepen samen te brengen, speciaal voor dit concert. Zo is die groep ontstaan en dus hebben de muzikanten moeten leren om zich aan te passen en hebben ze nieuwe structuren en partijen moeten vinden.
Op ‘Tradi-Mods vs Rockers’ brengen 26 muzikanten of bands songs die op de een of andere manier schatplichtig zijn aan de Congotronics-muziek. Hoe is het idee ontstaan?
Al van na de eerste release van Konono No. 1 kregen we voorstellen van producers om remixen te maken. We hebben de boot echter steeds afgehouden. Konono’s muziek is al heel dansbaar, dus waarom nog extra beats toevoegen? Daarnaast wilden we ook vooral geen verkeerde boodschap brengen: deze muziek wordt geapprecieerd voor wat die is en we willen niet dat mensen gaan denken dat het origineel ook al een remix is, bewerkt door Westerse producers. Nu zijn de originele opnames natuurlijk wel geproduced door Vincent Kenis, die in die rol soms wel iets toevoegde, maar dat bleef toch beperkt tot de sound. Hij heeft bijvoorbeeld geen extra partijen bijgeprogrammeerd.
De reacties van indiebands op de muziek van de Congotronics-groepen, waren echter zo enthousiast, dat we uiteindelijk besloten hebben om dit album te maken. Een remixplaat is het echter niet geworden. We hebben muzikanten aangemoedigd om iets anders te doen: covers of eigen composities die geïnspireerd zijn door de originele opnames.
Was het geen moeilijke zaak om een balans te vinden tussen de originele tracks en het werk van de Westerse muzikanten?
Eigenlijk niet, integendeel zelfs. We hebben uiteraard artiesten gekozen waarvan we dachten dat ze iets interessants konden doen met de muziek. Sommigen heb ik zelfs aangemoedigd om meer af te dwalen van het originele materiaal, om dus geen remix te doen en zo te dicht bij het origineel te blijven. Het was echt de bedoeling om een plaat met verbeelding te maken.
Er is trouwens een heel spectrum van mogelijkheden. Sommige tracks zijn wel degelijk remixen geworden, omdat we mensen uit de elektronische sector gekozen hebben en remixen is nu net wat zij doen: samples en beats samenvoegen om te komen tot een nieuwe track die soms ver van het origineel ligt. Anderen hebben soms wel (of net geen) klanken uit het origineel gebruikt en nog anderen heb ik aangemoedigd om een eigen nummer te schrijven. Juana Molina heeft dat gedaan, net als Lonely Drifter Karen en Allá. Jherek Bischoff heeft dan weer een zuivere cover gemaakt. Hij heeft alles van het origineel overgeschreven en omgezet in Westerse notatie voor een kamerorkest. Daardoor gaat wel de exacte stemming van de originele instrumenten verloren.
Bestaat niet het gevaar dat je als Westerling met dit project paternalistisch overkomt?
Dat geldt uiteraard voor elk soortgelijk project, ook als de oorspronkelijke artiest niet van Congo komt, maar als een artiest akkoord gaat om andere mensen zijn muziek te laten interpreteren, dan moet die durven laten gebeuren en zien wat het resultaat is. Natuurlijk hebben deze Congolezen niet onze context van remixen en creativiteit. De hunne ligt in het spelen, ze zijn niet bezig met het uitdenken van nieuwe vormen.
We hebben hen wel proberen uit te leggen dat het eigenlijk een tribute-album is, wat niet wegnam dat ze sommige van de nieuwe nummers niet goed vonden, of ze moeilijk konden vatten. Bij andere tracks lukte het dan weer wel: Vincent heeft zo een film waarop hij de Congolese muzikanten een mix laat horen en ze beginnen meteen te dansen.
imgquote_4}
Alle Congolese bands die jullie in de Congotronics-reeks opgenomen hebben, komen op ‘Tradi-Mods vs Rockers’ aan bod. Was dat een bewuste keuze?
Deels wel, ja. We hebben namelijk geprobeerd om mensen ook naar andere groepen dan Konono te laten kiezen, anders zou het geheel veel monotoner geworden zijn. In het begin was ik wat bevreesd dat iedereen een track van Konono zou nemen. Dat is immers een echte emblematische band die enorm tot de verbeelding spreekt. Vergeet niet dat ze te horen waren op platen van Björk en Herbie Hancock. Gelukkig ging het zo niet. Heel wat muzikanten kozen iets van de Kasai Allstars. Die groep had echt het meeste succes bij muzikanten. Hun muziek is minder straight forward: meer complex. Er zitten meer verschillende instrumenten in en het geluid is meer gevarieerd, niet zo vreemd omdat in deze band de muziek van vier groepen samenkomt. Konono daarentegen is meer als techno of house, qua geluid klinkt het heel gek, maar het ritme is het sterkste element.
Mensen hebben trouwens duidelijk echt naar de platen van Congotronics geluisterd, want de muzikanten van Megafaun hebben dan weer gekozen voor een minder bekende band als Kisanzi Kongo.
Oorspronkelijk dachten we trouwens niet aan een dubbel-cd. We hadden al eens iets gelijkaardig gedaan met ‘Electric Gypsyland’ (albums uit 2004 en 2006 met remixen van stukken van o.a. Taraf de Haïdouks, Koçani Orkestar en Mahala Rai Banda door ondermeer Animal Collective, Tunng, Nouvelle Vague en DJ Dolores, KVM) en die ervaring had geleerd dat je veel mensen vraagt die het allemaal willen doen, maar als puntje bij paaltje komt, zijn er die de deadline niet halen of niet goed weten wat ze nu exact willen.
Nu had ik bewust te veel mensen gevraagd en plots kwam de overgrote meerderheid af met de gevraagde tracks. Bovendien hadden we ook minder bekende muzikanten uit onze omgeving gevraagd, zoals Allá of de jonge Brusselaar van Bear Bones, Lay Low, met de bedoeling om hun werk als digital only releases aan te bieden. Hun nummers waren echter zo goed dat we ze toch maar op de fysieke cd gezet hebben.
Wie had er wel op kunnen staan, maar heeft moeten afhaken?
Er zijn er enkele die graag een track aangeleverd zouden hebben, maar die het niet gehaald hebben. Dirty Projectors waren van in het begin geïnteresseerd, maar ze hebben de tijd niet gevonden, idem voor Akron/Family. Er zijn ook bekendere namen die fan zijn, zoals Thom Yorke die geïnteresseerd was om mee te doen, maar er begrijpelijkerwijs niet toe gekomen is: niets met rechten of legale toestanden, gewoon te druk. CocoRosie wilden ook absoluut – ze hebben trouwens met Konono gespeeld in Parijs – maar het is er ook niet van gekomen.
Enkele weken geleden speelde Battles op het Domino festival een nummer waarin meer dan duidelijke verwijzingen naar de baslijn en de melodie van ‘Kule Kule’ van Konono No. 1 voorkwamen. Stonden ze ook op jouw lijstje?
Die hebben we inderdaad ook gevraagd! Met Tussle was het ook ongeveer zo: ik heb ze redelijk laat gecontacteerd en meteen zeiden ze: “Vreemd, we hebben net een track gemaakt die naar ons gevoel helemaal geïnspireerd is door Konono. Gebruik hem maar!”
Je hebt zelf als Aksak Maboul ook een bijdrage geleverd. Was het niet moeilijk om een cover te maken van muziek die je zo goed kent?
Ik ken de muziek natuurlijk, maar niet zoals Vincent die kent. Vincent zit er echt tot over zijn oren in: hij speelt met de Congolezen samen, begrijpt het ritme op een analytisch niveau en hij zal trouwens ook meespelen tijdens de concerten (Congotronics vs Rockers – zie later, KVM). Ik ken de muziek van veel horen en het nummer van de Kasai Allstars dat ik gebruikt heb, is een van mijn favorieten. De stem van de zanger is echt verbluffend. Toch klinkt mijn track niet als een nummer van de Kasai Allstars, omwille van de melodieën in de gitaar en de xylofoon die een nieuwe structuur en context creëren.
Was een achterliggend idee van ‘Tradi-Mods vs Rockers’ om de Congotronics-muziek wat breder in de markt te zetten?
Er is zeker geen commerciële strategie mee gemoeid. Ik denk namelijk dat het publiek van de artiesten die op dit album te horen zijn, sowieso al naar de muziek van Konono luistert. Als we trouwens ons publiek hadden willen verbreden, dan hadden we de remixen waar ik in het begin over sprak, moeten laten maken. Nee, het gaat eerder om het consolideren en om het creëren van meer interactie tussen de verschillende muzikanten, waarbij de live show natuurlijk de volgende stap is. Ik beschouw het dus eerder als een creatief proces.
Albums als ‘Tradi-Mods vs Rockers’ worden overigens doorgaans als een compilatie gezien, een label dat hier volgens mij niet klopt. Een compilatie is een verzameling reeds bestaande tracks, ‘Tradi-Mods vs Rockers’ is een multi artist album, met tributes en arrangementen.
Opvallend aan de tracklist van ‘Tradi-Mods’ vs Rockers’ is dat de nummers qua stijl door elkaar staan. Is dat een bewuste keuze?
Dat is zeker de bedoeling, maar de volgorde is ook niet zomaar gekozen. Je zou wel kunnen zeggen dat de meer elektronische tracks op de tweede cd staan, of de hardere meer naar het eind, maar je hebt gelijk: het klopt niet helemaal. Het was een arbeidsintensief proces om een goede balans te vinden, maar running orders voor platen maken, doe ik eigenlijk graag. Het is bijna een kunst op zich.
Je hoort tegenwoordig vaak dat het album dood is, dat mensen tracks in shuffle beluisteren en dat ze meer losse tracks kopen. Ik ben het daar niet helemaal mee eens. Als je naar de digitale verkoopcijfers van Crammed kijkt, dan zie je dat we meer volledige albums dan losse nummers verkopen. Mensen zoeken dus nog steeds dingen die als geheel iets betekenen, al heeft dat zeker ook wel te maken met het soort muziek dat we uitbrengen.
Op 12 mei is het project live te horen in de Botanique.
Het is eigenlijk niet ‘Tradi-Mods vs Rockers’ live! Daarom hebben we ook de naam niet behouden, wat hier tot heel wat discussies geleid heeft. ‘Tradi-Mods vs Rockers’ zou marketinggewijs beter geweest zijn, maar om verschillende redenen hebben we er ‘Congotronics vs Rockers’ van gemaakt. Ten eerste omdat het explicieter en duidelijker is op een affiche en ook omdat we graag van het live-project een album zouden maken en dat zou niet ‘Tradi-Mods vs Rockers II’ kunnen worden, aangezien het live-project van een heel ander idee vertrekt. Het is namelijk niet zo dat hier Westerse muzikanten aan de slag gaan met Congolese muziek. Er wordt vanaf nul begonnen en de songs zullen ontstaan in een echte samenwerking.
Vincent Kenis zit nu in Congo om het project te realiseren.
Voor alle duidelijkheid: de muzikanten zitten niet in Congo. Ze zullen elkaar hier in België begin mei ontmoeten, maar nu wisselen ze gewoon ideeën uit: Juana Molina vanuit Argentinië, Matt (Mehlan, KVM) van Skeletons vanuit New York en de mensen van Deerhoof, die zitten zelfs verspreid op vier verschillende locaties. Wildbirds and Peacedrums zitten in Zweden, Girls in Hawaii werkt natuurlijk vanuit Brussel en Vincent zit in Kinshasa. Zo wordt er dan muziek doorgestuurd, en telkens aangevuld. Meestal gaat het om eenvoudige dingen, zeker geen afgewerkte tracks. Iemand stuurt iets op en vraagt aan de bestemmeling om iets toe te voegen: een likembelijn, een xylofoonpartij of een stukje gitaar. Zo ontstaan de uiteindelijke tracks. Ze schrijven dus echt samen de muziek. Je kan het hele verloop trouwens volgen op een blog (zie links onderaan, KVM).
Ze ontmoeten elkaar dus pas begin mei?
Ja, en veel tijd hebben ze niet: juist zeven dagen. Het is dus een hele uitdaging en voor ons een duur project. Aanvankelijk wilden we ze meer tijd samen laten repeteren, maar zoals de zaken nu gaan, moeten we al proberen om zonder kleerscheuren door het hele project te komen. Het is gekkenwerk, maar ik ben er zeker van dat deze artiesten op een korte tijd met iets knap kunnen afkomen. Momenteel zijn er al twaalf fragmenten van tracks.
Op ‘Tradi-Mods vs Rockers’ coveren Deerhoof en Juana Molina hetzelfde nummer (‘Wa Muluendu’ van de Kasai Allstars) en ik vermoed dat ze gaan proberen een versie te maken waarin de twee samenkomen.
Hoe gaat de verdeling van de groepen zijn? Gaat iedereen met Congolese muzikanten spelen of zijn er ook combinaties van alleen Westerse muzikanten mogelijk?
Niemand weet het, maar ik vermoed dat het combinaties van stukken van bands gaan worden. Er zit een nummer in de pijplijn dat begon bij Juana Molina, waarna John (Dieterich, KVM) van Deerhoof iets heeft toegevoegd en daarna Matt van Skeletons. Het staat in een asymmetrische maatsoort 7/8 en de Congolezen zijn echt niet gewend om daarin te spelen. (Voor Taraf de Haïdouks uit Roemenië zou dat geen enkel probleem geweest zijn, die zouden hebben kunnen meespelen met hun ogen dicht.) We zullen dus zien wat het wordt, maar ik ben er zeker van dat het gaat werken. Wie weet spelen de Congolezen in die sectie wel niet mee. Het is allemaal heel open. En daarom ook gevaarlijk.
Opvallend is dat veel artiesten in hun verantwoording bij hun track op ‘Tradi-Mods vs Rockers’ zeggen dat de sound van de Congotronics-bands hen aansprak. Bestaat niet het gevaar dat de verschillende nummers van één bepaalde groep heel erg op elkaar gaan lijken?
Het is een gevaar in zoverre dat wij in het Westen altijd geprikkeld moeten worden door nieuwe dingen: de hele idee van vooruitgang in muziek, nieuwe klanken. Dat is niet alleen het geval met de muziek op zich, maar ook met beelden en packaging van producten. Mensen willen altijd iets nieuws en hun aandachtspanne wordt alsmaar korter.
Voor luisteraars van bij ons hebben de mannen van Konono maar twee nummers: het snelle en het nog snellere. Voor hen zijn alle nummers echter anders. Dit is trouwens het geval bij alle traditionele muziek: als je er niet echt in wil duiken en geen echte fan van wordt, dan heb je het allemaal snel gehoord. Als je nu aan een Congolees van ergens diep in de jungle een indierockband laat horen, dan gaat die ook vinden dat die maar een nummer hebben. Hoe verder muziek afligt van je gewend bent om te horen, hoe clichématiger je benadering bij een beluistering gaat zijn.
Daarnaast is er effectief wel een gevaar. Zelfs met Kasai Allstars, die voor sommige mensen ook maar een nummer hebben, terwijl er toch verschillende substijlen in te horen zijn.
Het valt op dat op het tweede album van Konono No. 1, ‘Assume Crash Position’, melodieën opduiken die al op eerdere gerealiseerd opnames van de band te horen waren, hoewel er geen terugkerende titels te vinden zijn.
Tja, het is muziek die met heel weinig materiaal gemaakt is. Zo werken ze nu eenmaal. Ze spelen op een bepaalde manier en gebruiken vaak dezelfde patronen. Of we tien platen met Konono kunnen maken? De nieuwigheid zal op termijn uiteraard wel verslijten, ja.
Op ‘Congotronics 2’ zijn meerdere bands te horen. Toch hebben momenteel alleen Konono No. 1 en de Kasai Allstars een cd onder eigen naam uit, Konono zelfs twee. Is er een reden waarom het voorlopig beperkt blijft tot deze groepen?
Omdat dit de best gevormde bands zijn. Van de andere groepen op ‘Congotronics 2’ zou een hele plaat voor onze arme, Westerse oren wat monotoon worden. Het opnemen van een album vraagt ook veel tijd. Het is echt niet vanzelfsprekend om daar te werken: de muzikanten komen binnen, spelen en zijn meteen terug weg. Bovendien is het veel werk om de groepen hier te krijgen om op te treden: iemand moet zich er mee bezig houden en visa zien te krijgen.
Dat durft nogal eens een probleem te zijn.
Inderdaad, en niet alleen in de VS. Tegenwoordig is het lastiger in Europa. We wachten nog steeds op bepaalde visa voor in mei, maar het gaat nu gelukkig wel beter dan vroeger. De groepen zijn ondertussen al vaak overgekomen en op de administratie weten ze nu dat die muzikanten het serieus nemen, dat ze niet van plan zijn om hier te blijven hangen.
Met het vorig jaar verschenen ‘Assume Crash Position’ zit de Congotronics-reeks aan vier albums. Hebben ze allemaal dezelfde impact gehad?
De verkoop in elk geval niet, aangezien de cd-markt ten onder gaat. De verkoopcijfers zijn een pak gezakt sinds de eerste Congotronics-release, maar persaandacht is er nog wel, ja.
En wat is de volgende stap voor Congotronics na de live-shows van Congotronics vs Rockers?
Laten we deze nu maar eerst nemen, die is al groot genoeg, echt gigantisch voor ons. Bovendien doen we alles zelf en dat is voor ons helemaal nieuw. Onze start als tourpromotor is dus meteen met het moeilijkst mogelijke project: met zes groepen en twintig muzikanten. De logistiek is complex, maar voorlopig hebben we toch al vijftien shows: de Botanique op 12 mei, twee dagen later een optreden Madrid en dan begint de tour op Couleur Café (26 juni) die later halt houdt in Utrecht, Roskilde, Berlijn, Metz, Parijs, de Barbican in Londen, het Benicassim festival in Madrid, het festival Vieilles Charrues in Bretagne, het Paleo festival in Zwisterland, Sines in Portugal en vervolgens ook in Japan met een show tijdens Fuji Rock en later ook nog in Tokio. Er was ook interesse uit de VS, maar die verplaatsing was niet in te passen. Hopelijk wordt het een succes en komen er later nog kansen om daar te spelen.
Meer over Marc Hollander (Crammed, Congotronics)
Verder bij Kwadratuur
- Couleur Café 2011 – Hocus Pocus, Band of Gypsies 2, Congotronics vs Rockers
- Skeletons vs Sobanza Mimanisa - Kiwembo/Unstuck
- V/A - Tradi-Mods vs Rockers
- Konono No.1 - Assume Crash Position
- Kasai Allstars - In the 7th Moon, the Chief Turned into a Swimming Fish and Ate the Head of His Enem
- Kasai Allstars - Quick as White
- Konono No 1 - Live at Couleur Café
- V/A - Congotronics 2 – Buzz’n'Rumble From the Urb’n'Jungle
- Konono N° 1 - Landu Mambu
- Konono N° 1 - Congotronics: Konono N° 1
- Mingiedi Mawangu & Vincent Kenis (Konono N° 1)
- Konono N° 1 - Ungudi Wele Wele