In ruim tien jaar bracht het Noord-Duitse kunstenaarskoppel Kommissar Hjuler und Mama Baer meer dan zeshonderd platen uit. Het merendeel hiervan is onbeluisterbaar, dat geven ze ook zelf toe. Maar zo nu en dan zit er ook een pareltje tussen, zoals van Mama Baer, waarop rudimentair songschrijverschap en klankpoëzie elkaar vinden.
Met een speelduur van bijna tachtig minuten is 'Exorcismes For All My Fingers' een monumentaal album geworden. Zie jij dit album als een statement, als de plaat waarop de puzzel plots in elkaar past?
De selectie van de nummers die op deze lp staan is niet door mezelf gemaakt, maar door het label. Het is wel opvallend dat, alhoewel de nummers uit verschillende periodes afkomstig zijn, de plaat in zijn geheel toch erg samenhangend is.
Vind je dat niet raar om jouw plaat door iemand anders te laten samenstellen? Geef je daarmee niet een groot deel van de controle uit handen?
Nee, ik vind dat niet raar. Ik vind dat moeilijk naar opnames van mezelf luisteren en daar dan een samenhangende selectie uit te maken. Bovendien: als ikzelf een selectie zou moeten maken, dan zou ik altijd voor de minst muzikale nummers kiezen, waardoor het label zijn lp's waarschijnlijk aan de straatstenen niet kwijt zou geraken, dus het is maar beter dat ik mij daar niet mee bemoei.
De muziek die op deze plaat staat, beschouw je dus als het meer toegankelijk werk.
Ja, wie na het beluisteren van deze plaat zou besluiten om wat dieper in mijn discografie te graven, zou wel eens versteld kunnen staan. Dat is iets dat ik met mijn man gemeen heb: hij wil de luisteraar steeds op stang jagen met de meest onmuzikale opnames, en wannneer ik die dan hoor, wil ik dit overtreffen door met nog iets weirder voor de dag te komen.
Waar komt die drang om de luisteraar op de proef te stellen vandaan?
Misschien is het niet zozeer dat wij de luisteraar op de proef stellen. Eigenlijk hangt alles af van je referentiekader. Als je mijn muziek als verregaand ervaart, zegt dit dus waarschijnlijk vooral iets over de andere muziek waar jij naar luistert en niet zozeer iets over wat ik gemaakt heb. Ik bedoel maar: soms kom ik op YouTube muziek tegen die wordt omschreven als 'extreem' en dan denk ik vaak: wat ik hier dagdagelijks in huis hoor is een stuk extremer dan jouw ding.
Bij mijn man heb ik vaak de indruk dat zijn muziek als extreem wordt ervaren omdat hij in zijn muzikale evolutie verder staat dan de meeste van zijn luisteraars. Ik weet niet of deze fase van muzikale ontwikkeling die hij bereikt heeft in zijn voor- of nadeel speelt. Het is gewoon wat het is.
Op dat vlak zijn jullie elkaars tegenpolen: jij de autodidact, jouw man de academicus. Is dit juist waarom jullie zo goed bij elkaar passen?
Toen ik mijn man leerde kennen was hij al met muziek bezig met de groep No One. Hij vroeg me als zangeres voor deze groep, zo zijn we samen muziek beginnen maken. Rond die tijd ben ik ook beginnen luisteren naar dingen als Nurse With Wound, SPK, Throbbing Gristle en Whitehouse. Niet met de bedoeling om zelf muziek te gaan maken, maar gewoon uit interesse en nieuwsgierigheid.
Mijn man was ondertussen al op een punt gekomen waarop hij de muziek die hij zelf wilde horen alleen nog maar zelf kon maken. Ik maak nog steeds muziek met een publiek voor ogen, dus misschien zal hij mij altijd wel een stapje voor blijven. Maar ook al weet hij meer van muziek dan ik, uiteindelijk is onze muzikale evolutie iets dat we samen doormaken, hand in hand, al lerend door te doen.
Even terug naar 'Exorcismes From All My Fingers'. Wat is eigenlijk het oudste nummer op deze plaat?
Dat moet 'Lichtblicke' zijn, gevolgd door 'Die Kirche', dat ooit als b-kantje op een split 12" met Lieutenant Caramel heeft gestaan. Beide nummers gaan over hetzelfde thema: de Kerk.
En wat is dan het meest recente nummer?
'Die Waffen Des Eros', dat is een nummer dat ik gemaakt heb voor de soundtrack van een film met dezelfde titel.
Ken ik niet.
Dat is een kortfilm die mijn man en ik zelf gemaakt hebben.
Dus de plaat bestaat niet uitsluitend uit nieuwe nummers.
De nummers die ik hier recycleer, zijn nummers die in de eerste plaats sowieso in erg beperkte oplage verschenen zijn. Toen mijn man en ik meer dan tien jaar geleden begonnen zijn met muziek uit te brengen, was dit sowieso in erg beperkte oplages van 9, 11, 14, 18 of 27 exemplaren, die we op ons eigen label Der Schoene Hjuler Memorial Fond uitbrachten. De meeste van die opnames gingen naar vrienden, dus veel van het werk dat we nu recycleren was sowieso niet meer verkrijgbaar en is meestal nooit buiten Duitsland geraakt.
Ik denk dat het meestal zo gaat: je begint als kunstenaar of muzikant met het maken van eigen werk, aanvankelijk zonder een publiek voor ogen te hebben of deel uit te maken van een netwerk. Dit gebeurt pas geleidelijk aan en beetje bij beetje kom je gelijkgestemden tegen, of mensen die in je werk geïnteresseerd zijn.
Wanneer ik naar jouw muziek luister, moet ik aan Moniek Darge, Dylan Nyoukis, Diamanda Galas, Henri Chopin en Adris Hoyos denken.
Al de namen die jij hier opsomt zeggen mij niks. Ik ben niet met experimentele muziek bezig. Mijn enige invloed is mijn man, hij is een fanatiek platenverzamelaar en laat mij soms eens iets horen waarvan hij vindt dat ik daarnaar moet luisteren. Zo liet hij mij eens Henri Chopins 'Radiotaxi' lp horen omdat hij vond dat één van mijn nummers daar nogal op leek. De gelijkenis was frappant, maar ik had daar dus nog nooit van gehoord.
Dylan Nyoukis en zijn vrouw Karen Constance ken ik wel, dat zijn vrienden van ons, maar hun muziek ken ik eigenlijk niet. Voor mij is mijn muziek een eigen taal die ik zelf gecreëerd heb, een taal die compleet los staat van invloeden van buitenaf.
Maakt het maken van muziek deel uit van jouw dagdagelijkse leven?
Momenteel hou ik mij in mijn vrije tijd vooral bezig met schilderen en het maken van kortfilms. Als ik al muziek maak, dan is die vooral bedoeld als soundtrack bij die films. Maar ik heb geen groot plan voor ogen, ik volg gewoon mijn innerlijke stem wanneer ik iets creëer, maakt niet uit of dat muziek, film of beeldend werk is.
Werk je snel?
Hangt er van af. Soms maken mijn man en ik twee platen op één avond, soms werken we heel lang aan iets dat uiteindelijk niet goed blijkt te zijn, maar daar is geen lijn in te trekken. Het is in ieder geval zeker niet zo dat iets goed is omdat je er lang en hard aan gewerkt hebt. Vaak is zelfs het tegenovergestelde het geval.
Wat gebeurt er met het werk waar je niet tevreden over bent?
Als het over mijn schilderijen gaat: die belanden dan aan de muur in de keuken, of in de slaapkamers van de kinderen.
Je zingt vaak in abominabel slecht Engels.
Ik ken eigenlijk geen Engels, ik gebruik het in mijn dagelijks leven feitelijk nooit, maar dat houdt mij niet tegen om het wél te gebruiken als ik opneem of optreed. Hetzelfde geldt ook voor de manier waarop ik met muziek omga: ik kan eigenlijk geen gitaar of piano spelen, maar ik doe het toch.
Je bent een harde tante.
Hoe harder en radicaler ik in mijn kunst ben, hoe makkelijk ik het vind om daarbuiten een aangenaam mens te zijn. Die twee houden elkaar blijkbaar goed in evenwicht.
Dit is misschien een domme vraag, maar vind jij jouw muziek vrouwelijk?
Nee, absoluut niet. Misschien ben ik in het foute lichaam geboren.
Waarin verschilt de muziek die je solo maakt dan in die van diegene die je samen met jouw man maakt?
Mijn man en ik hebben voor de muziek en de kunst die we samen maken de term 'Eine Zweiperson' of 'Zwei Eineperson' bedacht, waarmee we bedoelen dat we samenwerken als één persoon en onze beide geslachten dus samenvallen.
Jullie muziek heeft inderdaad iets erg intiem, waardoor je je als luisteraar soms bijna een voyeur voelt.
We zijn oorspronkelijk met het maken van kunst en muziek begonnen om uitsluitend onszelf te vermaken. Dat heeft dus inderdaad iets erg persoonlijks en intiem. Het heeft heel lang geduurd voor we anderen in dat eigen universum toelieten.
Waarom voelden jullie dan toch de behoefte om anderen toe te laten?
Uiteindelijk moet je toch buiten komen, moet je wat aanvankelijk intiem of privé is delen met anderen. Dat is een fase waar ieder muzikant of kunstenaar door moet.
Onlangs nog hadden we een tentoonstelling in Flensburg. Het meisje dat die galerij runde liet ons een opname horen die zij en haar broer jaren geleden hadden gemaakt. Ze had die opnames nog nooit aan iemand laten horen. Op die manier hebben heel veel mensen ergens thuis opnames of tekeningen of wat dan ook liggen waar ze nooit of te nimmer mee naar buiten komen, en dus laten ze nooit iemand deel uitmaken van hun persoonlijke leefwereld.
Meer over Mama Baer
Verder bij Kwadratuur
- Helaas geen extra info meer.