Kwadratuur interview

Dansgraag Nederland kent producer Jori Collignon al langer van Nobody Beats the Drum en C-Mon & Kypski. Met SKIP&DIE verschijnt hij echter in een andere, buitengewoon gevarieerde gedaante aan de luisteraar.

Van SKIP&DIE verscheen onlangs het debuutalbum ‘Riots in the Jungle’ op het Belgische label Crammed. voor deze release zocht Collignon het gezelschap op van de in Zuid-Afrika geboren muzikante, kunstenares en dichteres Cata.Pirata (Catarina Aimée Dahms). Collignon tekende voor de productie van de tracks waarvoor hij de hulp kreeg van de blazers van Amsterdam Klezmer Band, Daniel Rose op gitaar, sitar en saz, René Kuhlmann aan de elektronica en percussionist Gino Bombrini.

Het resultaat is een vaak stevig potje van dance, jengelende snaren uit India, Balkanklanken, Zuid-Afrikaanse warmte, gemolesteerde dubstep en nog heel wat meer dat vooral in de eerste helft van de cd tegen het kookpunt aanzit.

Wat trekt je zo aan in Catarina Aimée Dahms dat je met haar wilde samenwerken?

We hebben elkaar ontmoet bij mij in de studio. Zij repeteerde daar met een andere band en ik raakte onder de indruk door haar aanwezigheid en uitstraling. Catarina is een enorm creatieve persoonlijkheid, op veel verschillende vlakken: de muziek die ze maakt en mij leert kennen, haar grafische kunst, haar gedichten en haar kleding. Het klikte bijzonder goed. We hebben dezelfde visie op hoe onze muziek moet zijn.

In je muziek duiken heel wat invloeden van overal ter wereld op. Hoe ben je zo geïnteresseerd geraakt in die muziek?

 Cata.Pirata & Jori Collignon
Cata.Pirata & Jori Collignon
Ik ben van jongs af aan heel erg geïnteresseerd geweest in mijn vaders platencollectie. 's Ochtends vroeg voor schooltijd zat ik altijd op zijn elektrische piano te spelen en ik heb vrijwel altijd in bandjes gespeeld, maar eigenlijk weet ik niet hoe het allemaal komt. Ik kan bijvoorbeeld geen noot lezen, maar toen ik jong was en na een paar weken terug kwam van vakantie had ik altijd wel een aantal liedjes gemaakt in mijn hoofd die ik dan weer op de piano uitzocht. Zo trainde ik een beetje mijn muziek.

Je geeft aan dat reizen voor jou heel belangrijk is. In hoeverre is dat muzikaal nog steeds zo relevant met de komst van internet?

Ik ontdek heel veel muziek door het internet, maar ik kan me die pas eigen maken als ze aan een ervaring, een bepaalde reis of ontmoetingen met personen is gekoppeld. Ik heb een tijd muziek gemaakt met C-Mon & Kypski die gebaseerd was op het werken met samples. We struinden rommelmarkten af opzoek naar obscure platen: Marokkaanse gnawa, joodse klezmer of releases met vreemde synthesizersoundscape. Het waren allemaal puzzelstukjes om een soort muzikaal landschap te bouwen. In de loop van de tijd is dat samplen meer ingewisseld voor het zelf op reis gaan, muzikanten ontmoeten en stijlen ontdekken.

Leer je muziek “toevallig” kennen op reis of reis je in functie van bepaalde muziek?

Ik probeer een maand per jaar te stoppen met alles wat ik doe om een reis te maken. Soms heb ik met zo'n reis helemaal geen zin om muziek te maken en soms wel, maar zelfs als ik geen laptop en microfoon bij me heb, struikel ik over nieuwe muziek. Harde overstuurde bailabeats in de bus in Sri Lanka, bijvoorbeeld. Vorig jaar was ik in de provincie Pernambuco in het noordoosten van Brazilië: daar komt zoveel interessante muziek vandaan, maar ik had daar eigenlijk nog geen idee van toen ik aankwam.

In vergelijking met Skip & Die is wat je maakt met Nobody Beats the Drum heel rechttoe rechtaan. Zijn het twee facetten van dezelfde muzikant, of is het ene toch meer Jori dan het andere?

Ik doe graag verschillende dingen naast elkaar. Dat versterkt mijn inspiratie. In SKIP&DIE vind ik afleiding van Nobody Beats the Drum en andersom. Het zijn twee kanten van dezelfde muzikant: de ene  versterkt door Sjam (Sjamsoedin) en Rogier (Van Der Waag), de andere kant door Cata. Daarnaast heb ik trouwens nog ideeën voor iets anders ook.

Je combineert vaak verschillende stijlen, ben je het ongedurige type?

Ja, ik denk wel dat ik redelijk ongeduldig type ben, maar daar wordt aan gewerkt.

Sommige muzikanten zijn niet zo happig op referenties en vergelijkingen. Wat denk je in het geval van jullie muziek van de reeks Bomba Estereo, M.I.A. en Peaches?

Jori Collignon
Jori Collignon
Wel, dat vind ik een mooi rijtje hoor! Er zijn veel producers en artiesten die stijlen combineren en me inspireren, zoals David Byrne, Paul Simon, Damon Albarn, Manu Chao, Os Mutantes, Beck en zo kan ik nog wel even doorgaan..

Wanneer er dubstep invloeden in je muziek opduiken, ga je die zwaar verknippen. Is dit een bewuste keuze om uit het momenteel wel erg populaire vaarwater te blijven?

Nah, niet perse, maar het is voor ons niet zo interessant om een heel typisch dubstep track te maken. Dat moeten andere groepen maar doen. Ik hou van langzame beats met veel energie en vind het interessant om uit te zoeken hoe die beats in elkaar zitten, maar dan moeten we er wel een eigen draai aan geven.

Vanaf ‘Anti-Capitalista’ wordt de muziek op de cd plots duidelijker, meer recht door zee. Ervaar je zelf ook zo’n tweedeligheid in de plaat?

Cata.Pirata
Cata.Pirata
Haha, nee, ik moet de cd er eerlijk gezegd even bijpakken om te zien welke nummers er na Anti-Capi komen. We zijn veel bezig geweest met hoe nummers in elkaar overlopen, hoe de spanningsboog over het hele album werkt. We wilden wel graag dat het als een geheel klonk. Er is wel een duidelijk verschil tussen het album en de live show. In de studio kunnen we meer experimenteren met verschillende sferen, live is het meer een opzwepende dansset. Dan maken we andere arrangementen voor de meer rustige tracks op het album. 

Op cd klinkt de muziek vaak trouwens ritmisch scherp en geavanceerd. Bestaat het gevaar dat het op cd te genuanceerd klinkt om nog naar een podium vertaald te krijgen?

We hoeven op het podium niet noodzakelijk te klinken als op het album. Het is fijn om in de studio het geluid in alle details uit te kunnen werken, maar live gaat het meer om de energie die we overbrengen. Ritmisch brengen we het er met onze twee percussionisten Gino (Bombrini) en Nique (Quentin) heel aardig van af. De tracks met gastartiesten als Driemanskap en Season Marimba Stars zullen we trouwens niet live spelen als die artiesten er niet bij zijn. Hopelijk komt er echter wel snel een toer in Zuid-Afrika zodat we het hele clubje weer bij elkaar hebben. We gaan binnenkort ook een aantal shows doen met De Jongens Driest, de blazers op het album. Dan kunnen we weer wat andere tracks van het album gaan spelen, zoals ‘Tigresito’. Ik denk dat al die nuances op het album veel mogelijkheden bieden voor de live set. Het hoeft dus geen probleem te zijn.

Is de dance die jullie maken wel een goed vehikel om politieke/sociale ideeën uit te dragen? Wie danst op muziek is toch minder geneigd om naar de tekst te luisteren?

We hoeven ook niemand de les te lezen. Veel van onze tracks zijn gebaseerd op ritmes uit townships en favela's. De teksten, de strijd om vrijheid en meer sociale gelijkheid past daar goed bij, denk ik, maar het is ook gewoon poëzie. Het belangrijkst is dat mensen dansen en van de muziek genieten, als we daarmee wat meer openmindedness kunnen creëren, dan is dat fijn.

Zou je graag eens een instrumentaal album maken à la DJ Shadow, gewoon alleen?

Ha, ja dat lijkt me wel leuk! Maar eerst nog een nieuw album voor SKIP&DIE en wat Nobody Beats The Drum releases.

Is Skip & Die voor jou een project of een echte band waarmee je nog (veel) verder wil? Hoe zie je jullie toekomst evolueren?

Heel veel verder! Wat begon als een droom van Cata en mezelf is uitgegroeid tot een volledige band met een geweldig team mensen eromheen. Er zijn nog veel reizen te maken en beats te ontdekken: Afrika, Zuid-Amerika, India. We zijn nog maar pas begonnen.

Meer over Jori Collignon (SKIP&DIE)


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.