Als een van de bekendste percussionisten binnen de wereld van jazz en improvisatie behoeft Hamid Drake (°1955) weinig introductie. Hij wordt vaak geassocieerd met Fred Anderson (met wie hij meer dan dertig jaar samenwerkte) en Peter Brötzmann, maar de lijst van musici die beroep op hem deden is eindeloos lang. In november komt Drake naar C-mine jazz Genk met zijn eigen project Bindu en in december is hij samen met Frode Gjerstad en William Parker te gast in Kunstencentrum België in Hasselt. In de Gentse Vooruit kon Kwadratuur hem (dankzij de inspanningen van programmator Wim Wabbes) tussen twee concerten door kort aan de tand voelen.
Dit najaar ben je verschillende keren in België te bewonderen, telkens met een andere band en een tijdje geleden was je nog in het land met ISWHAT?! Het lijken erg drukke tijden voor je.
Inderdaad, maar eigenlijk zijn het altijd drukke tijden voor me want ik kom ongeveer elke maand naar Europa met verschillende bands. België bezoek ik de laatste tijd echter minder dan vroeger. Ik probeerde er trouwens net met Wim achter te komen wanneer ik hier in de Vooruit voor het laatst gespeeld had. Ik weet dat ik hier was met Bill Laswell, Buckethead en Bill’s vrouw Gigi (de Ethiopische zangeres Ejigayehu Shibabaw, nvdr). Ook met Assif Tsahar en Peter Kowald kan ik me een passage herinneren en ik ben er van overtuigd dat ik hier nog een andere keer speelde maar ik weet echt niet meer met wie of wanneer dat was.
De bands waarmee je naar Europa afzakt zijn vaak erg verscheiden. ISWHAT?! Is een hiphopgroep…
Een jazzhiphopgroep!
…met Viktor Toth speel je jazz, met Frode Gjerstad draait het om pure improvisatie en het meest recente album van Bindu drijft op reggaemuziek. Hoe weet je dat allemaal te combineren aangezien de tours elkaar zo snel opvolgen?
Wat bedoel je juist met combineren?
Behoeven sommige projecten geen stevige voorbereiding of repetities?
Muzikaal of conceptueel?
Muzikaal vooral.
Dat is best een interessant thema, want ik maak eigenlijk geen onderscheid in de verschillende types muziek die ik speel. Voor mij is dat allemaal één geheel. Ondanks het bestaan van al die verschillende stijlen is het voor mij niet van essentieel belang om muziek op die manier te benaderen, alles komt van dezelfde bron. Ok, er is hiphop, funk, reggae, zogenaamde freejazz en geïmproviseerde muziek maar in elke situatie kan ik niets anders doen dan mezelf zijn en mijn best doen. Ik denk trouwens dat ik momenteel op een punt ben gekomen in mijn leven waar ik het onderscheid tussen genres lang voorbij ben, ook al wordt er overal nog volop gecategoriseerd. Stel dat ik geïmproviseerde muziek speel met een groep. In die situatie spelen we bijgevolg geen nummers of composities en dat is dan ook niet echt moeilijk omdat ik gewoon rekening moet houden met het geluid en de textuur van wat er op het moment gebeurt. Maar ik moet wel steeds mezelf blijven. Wanneer ik met ISWHAT?! speel, dan komt het vaak neer op funk en r&b omdat hiphop daarvandaan komt. Dan speel ik eigenlijk de muziek waarmee ik ben opgegroeid, weet je. Het spelen van jazz is meer het toepassen van essentiële technieken die je tijdens de jazzopleiding hebt geleerd. Van al die dingen weet ik dat ik ze in me heb zitten, het komt dus allemaal van dezelfde bron. Ik categoriseer dan ook niet in mijn hoofd wanneer ik jazz, hiphop of reggae moet spelen, dat zou me te zeer verwarren. ”Does that make sense to you?”
Toch wel, maar dat komt omdat ik op voorhand een interview heb gelezen waarin Ken Vandermark je diepgaand ondervraagt over je muziek. Het voorgaande kwam daarin ook uitgebreid aan bod.
O ja met Ken, mijn makker!
Laten we het even over je eigen project Bindu hebben. Op het meest recente album daarvan, ‘Reggaeology’, draait het allemaal om de reggaemuziek. Dat was voor mij en voor vele anderen toch wel een verrassing.
Ik denk dat het album als een verrassing kwam omwille van dat categoriseren. Vooral in Europa wordt ik door velen beschouwd als een ”free musician” omdat ik veel heb samengewerkt met musici als Peter Brötzmann en Peter Kowald. Door anderen wordt ik dan weer in een bepaald hoekje geduwd omdat ik regelmatig speel met David Murray, die toch als mainstream wordt beschouwd of toch tenminste aanleunt tegen de mainstream. En dan zijn er ook nog mensen die me kennen van de Europese tournees met Pharoah Sanders, al weet ik niet hoe je zijn muziek best kan benoemen. Mensen delen me dus steevast in in categorieën en ze hebben de neiging die categorie als mijn ”main thing” te beschouwen. Maar wat men meestal niet weet is dat ik vele jaren lang mijn brood verdiende met het spelen van reggae in Chicago. Ik speelde ondermeer met Michael Rose van Black Uhuru, Sister Carol, The Heptones en The Itals. Soms speelde ik vijf avonden per week want in die tijd, vanaf eind jaren tachtig tot 2001, waren er twee grote reggaeclubs in Chicago, Exedus II en The Wild Hare. Die clubs lagen tegenover elkaar in dezelfde straat. De ene was meer een dancehall terwijl de andere meer op rocksteady gericht was en ik speelde in beide. Dat was eigenlijk mijn voornaamste muzikale bezigheid gedurende een lange tijd, dus ik ben erg vertrouwd met het genre.
Ik wilde ‘Reggaeology’ met Bindu maken omdat ik iets anders wilde doen met reggae, minder traditioneel maar wel door gebruik te maken van de vertouwde elementen. Bovendien wilde ik ook een plaats geven aan mijn favoriete instrument, de trombone, waarvan er op het album twee te horen zijn. Het resultaat is vrij open, maar de reggaegrooves zitten er nog steeds in. Ik heb trouwens een afspraak met het label RogueArt om vijf albums te maken met Bindu. Elke Bindu is anders. Ik zou echter graag nog een andere ‘Reggaeology’ maken, maar dat zal dan waarschijnlijk een live-opname op een ander label worden. De volgende in de Bindu-reeks op RogueArt, de vierde, zal waarschijnlijk met tabla, percussie, cello, viool of gitaar en shakuhachi (Japanse fluit, nvdr) zijn. Voor het vijfde en laatste album denk ik eraan om alle muzikanten die aan de reeks hebben meegewerkt samen te brengen en een soort van compilatiealbum te maken.
Ondanks al je ervaring in het reggaewereldje heb je voor de opname van ‘Reggaeology’ gekozen voor musici zoals Jeb Bishop en Josh Abrams, die toch vooral actief zijn in de jazzwereld.
Wel, Jeb heeft ook een ruime achtergrond in de rock & roll en eigenlijk is hij ook een uitstekende gitarist. De andere trombonist op het album, Jeff Albert, is van New Orleans en hij groeide dan ook op met al de muziek van daar, zoals Dr John en The Neville Brothers. Maar Jeff is daarnaast ook een geweldige improvisator. Dan heb je nog gitarist Jeff Parker, die tegenwoordig ook bij Tortoise speelt en bassist Josh Abrams, die ooit nog in de straten van Philadelphia bij de eerste versie van The Roots speelde. Ze hebben dus allemaal een heel brede muzikale achtergrond hoewel men ze meestal maar in een beperkte context aan het werk ziet. Daarom ook dat ik het album ‘Reggaeology’ heb genoemd, omdat het reggae zowel van een intern als een extern perspectief benadert als een soort visie of studie van reggae door individuen die allemaal met erg verschillende dingen bezig zijn. Ik ben van heel de band waarschijnlijk de enige die zo intensief met het genre is bezig geweest en ook nu hou ik nog heel erg veel van deze muziek.
Je beperkt je als muzikant niet alleen tot het drumstel maar speelt ook verschillende soorten hand drums zoals tabla en frame drum. Ik heb je deze drums echter nog nooit horen bespelen in hun min of meer originele of traditionele context.
Hmm, ja dat zou best wel eens kunnen eigenlijk.
Ik wilde dit even aanhalen omdat ik onlangs een nieuw album van Michael Zerang beluisterde waarop hij in duo improviseert met verschillende Libanese musici. Het resultaat klinkt vrij opmerkelijk, namelijk heel open maar toch respectvol voor de traditie. Ik moest toen meteen aan jou denken, ik dacht dat jij misschien ook wel eens zoiets op plaat zou hebben gezet.
(denkt even na) Goh, neen, ik heb nog geen plaat gemaakt waarop ik deze instrumenten in zulke context bespeel. Raga’s met de tabla of Noord-Afrikaanse muziek met een frame drum, neen, dat heb ik nog niet op plaat gezet. Ik heb wel met Gnawa’s gespeeld, maar dat was met een gewoon drumstel. Jeetje, bedankt om dat even aan te halen, dat moet ik echt wel eens gaan doen. Ik had er nog nooit bij stilgestaan maar ik zou er een project van moeten maken. Het is dus echt waar dat je elke dag iets bijleert, haha. Welk instrument zou je zelf voorstellen?
Ik weet niet of ik de juiste persoon ben om iets voor te stellen, maar ik vind het altijd wel speciaal wanneer je de frame drum ter hand neemt.
Ok, dat zou ik inderdaad kunnen doen. Ik ken enkele fantastische muzikanten die ud en gimbri spelen, uit Irak ondermeer. Of ik zou een taqsim (het Turkse woord voor improvisatie, nvdr) kunnen spelen of iets binnen een bepaald traditioneel muzikaal systeem. Ja, dat zou ik echt eens moeten doen.
Wat me ook is opgevallen toen ik een blik wierp op de lijst met alle albums waarop je te horen bent, is dat je bijna nooit met pianisten speelt. Is daar een bepaalde reden voor of is dat gewoon toeval?
Haha, wel er zijn wel enkele albums, maar inderdaad niet zo veel. Ik denk nu meteen aan Marilyn Crispell, maar ik heb met andere geweldige pianisten gespeeld. Bij David Murray speelde ik met John Hicks en momenteel zit ik in een trio met Lafayette Gilchrist, uit Baltimore. En met hem zat ik trouwens ook samen in het Black Saint Quartet van David Murray. In mijn beginperiode bij Fred Anderson was er ook een pianist in de groep en in de nieuwe Raining on the Moon-band van William Parker zit er ook eentje. Don Cherry speelde trouwens ook piano toen ik in zijn band zat vroeger. Maar eigenlijk klopt het wel dat piano zeer weinig vertegenwoordigd is in de groepen waarin ik participeer, zeker de laatste jaren. Maar daar moet je niks achter zoeken, want ik hou echt wel van de piano hoor.
In december speel je in Hasselt aan de zijde van Frode Gjerstad en William Parker. Ik las ooit een interview met Frode waarin hij stelde dat spelen met jullie twee het beste was wat hem ooit is overkomen. Heeft hij je dat ooit zelf gezegd?
Nee, niet echt. Hij is nogal stil wanneer we samen zijn, haha! ”He’s Norwegian you know, haha!” Als we samen zijn voelen we echt wel dat het goed zit, we houden ervan om met elkaar te spelen, maar dat heeft hij ons nog nooit gezegd. Het is wel leuk om te weten.
Verder in dat interview zegt hij dat samenspelen met jou en William Parker zijn muziek meer toegankelijk maakt wegens het wereldmuziekaspect, zoals hij het zelf noemt.
Klopt, William en ik duiken graag samen in allerlei grooves.
Ik kon hem in die uitspraak ook wel volgen, want wanneer ik naar jouw drumpartijen luister, hoe vrij en open ze soms ook zijn, heb ik altijd het gevoel een soort groove of flow te horen. Dat gevoel heb ik eveneens bij William Parker.
Dat heeft allemaal te maken met de muziek waar het voor mij mee begon, funk en r&b. Vroeger bestudeerde ik de drummers die bij James Brown speelden, zoals Bernard “Pretty” Purdie maar dat deed ik bijvoorbeeld ook met Zigaboo, de originele drummer van The Meters. Ik luisterde ook veel naar Motown en popmuziek die op de radio werd gedraaid. Gisteren tijdens de soundcheck in het Hongaars Cultureel Instituut in Brussel, speelde ik bijvoorbeeld plots het eerste drumritme dat ik ooit heb geleerd. Dat is werkelijk het simpelste, meest basale rockritme maar ik heb het dus nog altijd in mijn lijf zitten. Het zijn dan ook mijn roots en die vind ik erg belangrijk. Al die dingen stromen nog steeds op een natuurlijke manier door mijn lichaam. Wanneer ik free speel denk ik dus niet bij mezelf: ok, nu ga ik er een funk- of een reggaegroove tussengooien. Zo gaat het helemaal niet, de muziek komt er op een heel natuurlijke manier uit. Ik probeer me gewoon zoveel mogelijk open te stellen zodat ik vrij kan zijn in de meest zuivere betekenis van het woord. Echte vrijheid is namelijk jezelf toestaan om te zijn wie je bent. Er zijn veel free-muzikanten die zeggen dat ze vrij zijn, maar die je bepaalde restricties opleggen wanneer je met ze speelt. Zo krijg ik soms wel eens van improvisatiemusici te horen dat ik geen ritme mag spelen. Voor mij is dat geen probleem, ik wil gerust zonder ritme spelen, maar door zo’n regel in te voeren maken ze er wel een concept of een stijl van. Ze noemen zich dan wel ”free musicians” , maar waar zit juist de vrijheid wanneer een muzikant zichzelf niet mag zijn?
Samen met William Parker speel je ook in Die Like a Dog van Peter Brötzmann. Dat was oorspronkelijk een kwartet maar jullie spelen ook in trio, waardoor de groep wel eens vergeleken wordt met het trio van Frode Gjerstad. Is dat volgens jou terecht?
God nee! Het is dan wel dezelfde ritmesectie, maar Peter en Frode zijn werkelijk totaal verschillende muzikanten. Ze hebben beiden wel veel respect voor elkaar maar men kan ze eigenlijk niet vergelijken. Hun wijze van muziek benaderen is al heel verschillend om te beginnen. Ze komen ook uit twee totaal andere culturen want Frode is een Noor en Peter een Duitser. Ik heb met Peter ooit een lang gesprek gehad over zijn achtergrond, want hij is geboren tijdens de Tweede Wereldoorlog en groeide dus op in de nasleep daarvan. Hij vertelde me hoe hij lange tijd met een schuldgevoel heeft rondgelopen enkel en alleen omdat hij Duitser was. Dat is allemaal heel belangrijk geweest in zijn vorming als muzikant. Vooral in zijn jonge dagen zat er duidelijk veel agressie en boosheid in zijn muziek en de mensen voelden dat ook. Volgens mij wilde hij op die manier iets doorbreken dat hem tot op dat moment gevangen hield. Frode heeft een heel andere evolutie doorgemaakt en dat hoor je ook in zijn muziek. Peter was trouwens ook eerst beeldend kunstenaar vooraleer hij muzikant werd. Het zijn dus twee volstrekt aparte en unieke persoonlijkheden.
Om af te sluiten kom ik nog even terug op dat gesprek tussen jou en Ken Vandermark. Op een gegeven moment gaat het daar over bepaalde drumconcepten die je ooit met Michael Zerang hebt ontwikkeld en er wordt gesproken over het hanteren van een drumtaal. Zelfs Ken Vandermark, die toch al vele waters heeft doorzwommen, lijkt slechts met veel moeite te begrijpen wat je juist bedoelt. Ik had er nog nooit bij stilgestaan, maar het lijkt me erg moeilijk om over drummen te praten.
Drummers weten volgens mij instinctief dat drummen een taal is op zich. Ritmes kunnen gevoelens, vibraties en gedachten min of meer communiceren, weet je. In West-Afrika heb je bijvoorbeeld zogenaamde sprekende drums, die daar ook als een vorm van spraak worden gebruikt. Er is zoiets als een taal die drummers spreken, maar dat is heel moeilijk uit te leggen. Drummen is eigenlijk verbonden met de wetenschap van mantra, wat zich op zijn beurt ook al heel moeilijk laat verwoorden. Het komt er op neer dat membranofonen trillen op een bepaalde frequentie waardoor ze een effect genereren op de dingen. Wanneer je handdrums speelt bijvoorbeeld, dan voel je de trilling omdat je hand in contact komt met het drumvel. Ik weet niet of een saxofonist of een trompettist die trillingen ook voelt maar ik denk het niet. Een bassist volgens mij wel omdat je daar met een houten klankkast zit en misschien is dat ook het geval bij een cello of viool. Het is organisch materiaal dat op elkaar reageert en zulke trillingen gaan dwars door je lichaam.
Maar kan je zoiets dan overbrengen naar anderen of is dat enkel iets wat je kan voelen wanneer je drumt?
Je kan dat zeker overbrengen wanneer je speelt maar het is gewoon amper mogelijk om zoiets met taal te communiceren. Ik zou er eigenlijk meer over moeten nadenken hoe ik dit allemaal kan uitleggen. Het is alleszins een moeilijke taal en er is veel tijd nodig vooraleer je ze kan begrijpen of onder knie hebt. Misschien is het wel cruciaal dat je eerst je eigen stem vindt vooraleer je de taal kan spreken. Ik zou dat interview eigenlijk nog eens moeten lezen want dat gesprek met Ken dateert al van een hele tijd geleden. Bedankt om me eraan te herinneren!
Meer over Hamid Drake
Verder bij Kwadratuur
- John Dikeman, William Parker, Hamid Drake
- Mihály Dresch, Lafayette Gilchrist, Mátyás Szandai & Hamid Drake - Sharing the Shed
- Daniel Carter & Frederico Ughi; Frodje Gjerstad, William Parker & Hamid Drake - KC BELGIE, Hasselt
- Frode Gjerstad with William Parker & Hamid Drake - The Street (fragment)
- Jazz Middelheim 2008 - Dag 3
- Fred Anderson & Hamid Drake - For Brother Thompson
- Fred Anderson & Hamid Drake - From the River to the Ocean
- Henry Grimes Trio - Live at the Kerava Jazz Festival