In oktober raast Peter Vermeersch' FES langs een hele reeks podia om 'The Armstrong Mutations' op onschuldige luisteraars af te vuren. Een eerbetoon aan de Amerikaanse jazztrompettist Louis Armstrong, dat wel, maar niet in retro stijl. Bij Vermeersch staat Armstrong namelijk niet in de vitrine te kijk, maar wordt zijn oeuvre getest op rekbaarheid en dit tot in het extreme. Mierzoet, maar bijtend als salpeterzuur, gênant ontroerend doch hilarisch grappig en even vlot slaand als zalvend, trekt de 18-koppige FES voorbij in een decor van filmmuziek, jazz, rock, chanson en alles wat daar tussen en naast ligt. Ongeveer even verrassend en grappig als een interview met de grote bezieler Peter Vermeersch verloopt.
Hoe reageerden de trompettisten toen ze het basisidee te horen kregen?
Met het hun zeer eigen flegma. Het was meteen duidelijk dat net het geniale trompetspel van Satchmo onaangeroerd zou blijven. Daar bestaan de bergen 78-toeren en compilatie-cd's voor. We moesten echter een manier vinden om het Armstrong-gegeven om te buigen tot een echt FES-concert. Als je een hommage aan Eddy Merckx wil brengen, moet je ook niet proberen de Tour, de Giro, het wereldkampioenschap en Parijs-Roubaix te winnen, toch niet in één seizoen.
Zou je dit ook met bekende rietblazers als Charlie Parker of Benny Goodman gedaan hebben?
Geen idee, ik denk er immers niet aan om iets dergelijks rond Parker en Goodman op te zetten. Ik zou die hete aardappel direct doorspelen aan André Moss (variétésaxofonist, KVM) of Acker Bilk (klarinettist die vasthield aan de traditionele stijl van de New Orleans jazz, KVM). Ik ben overigens al apennieuwsgierig om te horen wat zij er mee zouden doen.
Heb je enige scrupules vastgesteld bij jezelf of de anderen?
Er was aanvankelijk een zekere terughoudendheid, omdat we in de aanvangsfase niet veel verder keken dan naar de vroege Armstrong tot en met de jaren dertig. Dit is ook de periode dat hij als een komeet door de toenmalige jazzscène raasde en met zijn trompet en manier van werken de jazz een heel ander gezicht gaf. "Afblijven!" was zowat het enige devies dat door onze kop flitste. Gelukkig – niet echter voor de pure jazzfanaten, maar des te meer voor wie een dergelijke hommage aan zijn been krijgt – was Satchmo niet vies van allerlei uitstapjes naar andere genres met andere publieken en konden we gaan grasduinen in een zeer breed veld met allerlei soorten muziekjes. Zo is er de Armstrong van mijn oma, een andere Armstrong van mijn moeder, mijn groottante, mijn achterneef enz. Interessant hierbij is dat we onze eigen smaak konden wegcijferen; zaak is niet van allerlei mooie stukken te verzamelen, zaak is een boeiend concert in mekaar te boksen en of iets dan mooi of lelijk klinkt, is ondergeschikt. Een stad met alleen maar schitterende gebouwen is oervervelend.
Hoe werden de songs geselecteerd?
art Maris en ik kregen om te beginnen van Jari Demeulemeester (directeur Ancienne Belgique, KVM) twee zakken cd's, allemaal werk voornamelijk uit de jaren '20 – '30. Tijdens het beluisteren van deze overdosis ontstond stilaan een longlist en ondertussen groeide het gevoel het verder te gaan zoeken dan wat in de jazzgeschiedenisboeken staat. Criterium was eigenlijk alleen van een zeer gevarieerd concert in elkaar te steken, zowel wat betreft keuze van de nummers, als de aanpak ervan. En ook van te laveren tussen de zo getrouw mogelijke kopie en de compleet uitgefreakte, quasi onherkenbaar geworden mutatie.
En hoe werden de arrangeurs gekozen?
Iedereen van FES kon zich aan een arrangement wagen en kiezen uit de longlist, alhoewel eigen suggesties natuurlijk ook welkom waren. Anja (Kowalski, KVM) wou wel eens de gospel-toer op gaan en arrangeerde daarvoor "Lucky Ol' Sun", Luc (Van Lieshout, KVM) houdt van catchy songs en koos (het quasi onbekende) "Spooks" , Tom (Wouters, KVM) houdt van een broeierige junglesfeer en misbruikte daarvoor "King of the Zulu's" om er samen met Bart een opzwepende Birthday Party versie van te brouwen, Mark (Meeuwissen, KVM) wou het donkerstzwartste arrangement van Black&Blue maken, als vervolg op 'Marche des Lames', enz…. En wat mezelf betreft, 'St. Louis Blues' is op het lijf van Armstrong geschreven en moest er hoe dan ook bij. Toen Jari in het begin vertelde dat hij de mensen wou tonen dat Satchmo nog iets anders had gedaan dan "What a Wonderful World", dacht ik meteen: deze pak ik als eerste aan.
Hoe zou je je eigen arrangeerstijl vergelijken met die van de anderen?
Ik ben niet zo'n analyticus, ik doe bijna nooit aan vergelijkende studie en kan dus moeilijk op die vraag antwoorden. Mij is het voldoende dat een brok muziek werkt en me raakt. Af en toe doe ik de spreekwoordelijke wekker wel eens open, doch dit is echt wel interne keuken en veel kan ik daar niet over vertellen, ik heb niet zo de behoefte dit allemaal goed onder woorden te brengen.
Hoe begin je nu aan zo'n arrangement?
Het simpelste is van niet te denken in termen van arrangement of orkestratie, ik hou de voor mij essentiële ingrediënten van een nummer goed in het oog en hercomponeer. Soms voorzichtig, soms drastisch, al naargelang de luim van de dag. Meestal probeer ik de eigen sfeer die elk nummer heeft te verhevigen, of het nummer te beschouwen als een soort voertuig om er her en der een beetje mee rond te zwerven. Het materiaal dat je onderweg verzamelt is niet allemaal bruikbaar, maar stilaan dringt zich een selectie op en dan is het zaak alles in een heldere constructie in te passen. Veel gebeurt intuïtief, je stelt je als componist ten dienste van het nummer. Het heeft soms meer iets van een vroedvrouw. Op de repetitie wordt een nummer hoe dan ook altijd anders dan dat ik het mij had voorgesteld en dit in alle gradaties; plots komt het in handen van 18 muzikanten en gaat het zijn eigen leven leiden. Natuurlijk tracht je hier en daar bij te sturen, doch hier ook weer altijd in functie van het nummer en niet in functie van de bedoeling van de maker, overigens is repeteren een vorm van collectief bijsturen en meestal gaat dit automatisch, muziek maken is fun.
Het valt op dat jullie meer op het groepsspel dan op de solo's mikken, die zijn nl. eerder schaars. Is dit een bewuste keuze?
Soleren is één van de vele manieren om muziek te maken, je kan in een solo doen wat op geen enkele andere manier kan; toch hou ik er van dat een solo, net als elk ander muzikaal element, deel uit maakt van een groter geheel, ten dienste van een of ander plot. Concerten waarbij men na het thema de rij muzikanten afloopt voor evenveel solo's om dan weer met het thema te eindigen, zijn meestal niet zo boeiend. Meestal toch niet. Er bestaan eigenlijk geen muzikale wetten, dat is het leuke aan muziek maken. Laveren tussen onvoorziene chaos, nauwkeurig vastgelegde noten op papier en alle schakeringen daartussen lijkt me veel interessanter en is overigens onuitputtelijk. Dit hoeft natuurlijk niet per nummer zo te zijn, zeker niet, ik denk dit eerder in een grote "concertboog". Een concert is niet alleen een twaalftal nummers na elkaar spelen.
Het arrangement van 'What a Wonderful World' noem je zelf een 'vreemd, maar mooi, stroperig nummer'. Toch is het merkelijk eenvoudiger dan de rest, minder doorwrocht. Alsof het heel snel geschreven werd.
Het is even doorwrocht als de rest, doch het heeft de naïeve eenvoud bewaard die eigen is aan het origineel. De structuur is dezelfde gebleven, een heerlijk niemendalletje als dit zou ten onder gaan aan een al te ver gaande uitwerking. Net als bij een aquarel moet je er tijdig van af blijven. Toch blijf ik het een prachtig nummer vinden, het is zo gemeengoed geworden dat men er nog nauwelijks naar luistert, men hoort het alleen. De boodschap is even kinderlijk en ontwapenend als het voortdurende "la la la" van Kylie Minogue. Beschouw het niet als een vluggertje, ondanks dat ik het als eerste klaar wou hebben om het vorig jaar te kunnen spelen in de Brugse gevangenis tijdens Brugge 2002. Achter de muren daar kreeg het plots een heel andere lading. Het bewijst dat muziek zeer context gebonden is en steeds verandert (ook al verander je geen noot) naargelang de situatie. De context inschatten is trouwens ook een van die muzikale middelen waar je mee kan werken. De bolero is een ander stuk muziek in de concertzaal dan in een luxebordeel.
Wie is er trouwens verantwoordelijk voor de bizarre, verborgen versie van 'What a Wonderful World'?
Die versie heeft Pierre Vervloesem op zijn kerfstok. Mij doen de stemmetjes denken aan een bende buitenaardse wezens die het heelal afschuimen op zoek naar nieuwe werelden en beginnen te zingen bij het zien van de planeet aarde. De kinderlijkheid van het nummer is blijkbaar niet kapot te krijgen.
Je hebt ooit eens gezegd dat muziek voor jou altijd 'licht' moet zijn.
Met licht bedoel ik zo licht mogelijk, helder en duidelijk in opzet. Op die manier werkt zogenaamd zware muziek ook het best, ik vind het namelijk spannend om ook eens zwaar uit te halen, somber, lomp en slepend, maar zonder dat de mechaniek stil valt. Met licht bedoel ik misschien een nooit aflatende dynamiek. Of muziek waarvoor je geen enkele voorkennis nodig hebt om je te laten meevoeren. Met licht kan je ook oppervlakkig bedoelen en daar hou ik ook wel van. De oppervlakte is onuitputtelijk, zegt Calvino (Italiaans schrijver, KVM). 'The Armstrong Mutations' gaan mijns inziens aardig in die richting. Opvallend is dat er veel goeie reacties komen van mensen die niet zo FES-minded zijn. Blijkbaar gaan ze gemakkelijk mee op de grillige paden van deze cd, en voor ze het weten horen ze meer FES dan Armstrong. Dit kan vooral te maken hebben met die lichtheid.
Je werkt al jaren uiterst eclectisch.
Niet dat ik aan woordneukerij wil doen, maar zelf vind ik niet dat ik eclectisch te werk ga. Ik ga wel inclusief te werk, ga niet op zoek naar een ingebeelde puurheid. Ik probeer verschillende elementen in een scheikundige reactie tot een nieuw element om te buigen. Net zoals je waterstof en zuurstof nodig hebt om een volslagen nieuwe molecule te bekomen, water in dit geval. Voor mij is muziek een levende spons die voortdurend alles wat rond zich beweegt, opzuigt en door elkaar mengt. Of nee, ik ben een spons. Criteria om stijlen te kiezen zijn er niet. Ik laat het gewoon gebeuren, niets moet, alles kan.
Een speciaal voorbeeld van deze aanpak zijn de citaten.
In 'Caravan' staan een paar akkoorden na elkaar die uit het Bond-thema komen, doch die zelfde akkoordenopeenvolging ken ik ook uit een jazzstukje van de jaren twintig, dus wie citeert of kopieert wie ? Door omstandigheden associeert iedereen het met John Barry, die de verdienste heeft er een grote dramatische lading aan te hebben gegeven. Op het einde van 'What a Wonderful World' komt de kortste versie van het Amerikaanse volkslied, de beginzin direct gekoppeld aan de eindzin. Het arrangement werd geschreven in volle Irakcrisis en ik vond het passend om de kinderlijkheid van dit aller Amerikaans nummer te besmeuren met hun eigen domme patriottisme.
Zijn er nog andere citaten te bespeuren?
Ja, ergens zit nog 'Altijd is Kortjakje Ziek' door de trompetten met sourdine, maar dan hebben we de citaten zowat gehad, veel zijn er dus niet. Ik zou me overigens niet al te sterk fixeren op de 'citaten': meestal zijn ze er gewoon voor de fun. Het is eerder een associatief element. Na 'Apocalypse Now' hoor ik nu altijd de helikopters bij de 'Walküre' (muziek van Wagner die tijdens de film gebruikt wordt, KVM), ze zijn een essentieel element geworden, deel van het collectief geheugen.
Je houdt van ironie, zoals mag blijken uit de compositie 'Kiss the Pillow' die opgedragen is aan Semira Adamu.
Ironie is een zalvend middel tegen het cynisme van wat er soms rond ons gebeurt. Eigenlijk hou ik nog meer van sarcasme, omdat dit een minder vrijblijvend middel is daartegen. Het eerder poëtisch sarcasme in bijvoorbeeld 'Kiss the Pillow' is een soort aanklacht tegen het cynisme van de asielpolitiek in fort Europa.
Kan een kwaad weglopende bezoeker?
Natuurlijk kan een kwaad weglopende bezoeker, hoewel ik het fair zou vinden als zo iemand desondanks de hele rit uit zit. Maar waarom niet, als hij of zij dan de andere luisteraars maar niet al te veel stoort, of er iets grappigs van maakt. We spelen niet met het geweer in aanslag en de deuren op slot. Jammer is wel dat je met die mensen achteraf niet een pint kan drinken en van gedachten wisselen.
Is het de bedoeling om (relativerend) te shockeren?
Het is nooit mijn bedoeling te shockeren, shockeren is te gemakkelijk en heeft altijd iets onnozels.
Op Jazz Middelheim speelde FES samen met Toots Thielemans. Stel dat die nu om de één of andere reden niet zou kunnen 'volgen', zou je dan volle gas verder durven gaan?
Een beetje een rare vraag. Muziek is een vorm van communicatie, van geven en nemen – vooral van geven – en is tegelijkertijd niet gediend met een zoutloos compromis. En Toots is iemand die zich altijd volledig geeft, net zoals FES. "Les extrèmes se touchent" is een passend gezegde hierbij en of het gelukt is laat ik aan de toeschouwers over. Zelf vind ik dat we op Middelheim een stevige set hebben gespeeld, waarin er van alles te beleven viel.
Of is de vrees voor het omgekeerde groter? Dat iemand met FES aan de haal zou gaan?
Zelf ben ik niet het 'jam-type', ik bereid graag een concert zo goed mogelijk voor, wat met 18 man op scène eigenlijk moeilijk anders zou kunnen. De vrees om niet mee te kunnen wordt zo op voorhand uitgeschakeld. Net zoals elke vorm van competitie.
Wie zou je zo nog onder handen willen nemen (als arrangeur of als gastmuzikant)?
Zo denk ik er niet over na, ik ga niet op zoek naar de volgende componist of muzikant, er zit niets systematisch in mijn planning. Wel heb ik nog heel wat dromen en droompjes en sta open voor allerlei voorstellen van buitenaf en er staan een paar leuke verrassingen te wachten in de nabije toekomst. Maar daar hoort u wel meer van ten gepaste tijde.
Dat dit misschien nog niet voor morgen is, hoeft geen drama te zijn. Eerst zijn 'The Armstrong Mutations' nog te ontdekken en daarvoor krijgt iedereen in oktober ruimschoots de tijd. Gelet op de geografische spreiding van de optredens kan 'te ver weg' ook geen uitvlucht zijn om dit programma niet te bekijken. Blijft alleen 'niet durven' over …
Meer over Peter Vermeersch - FES en 'The Armstrong Mutations'
Verder bij Kwadratuur
- Jazz Brugge 2014 - Loriers-Postma-Aerts, Flat Earth Society, Eve Beuvens
- Jazz Middelheim 2014 - Vijay Iyer & Mike Ladd, Jef Neve Trio, MannGold de Cobre, The Music of Toots
- MannGold de Cobre - MannGold de Cobre
- We Are Open 2013 - Dag 2
- Flat Earth Society - 13
- Flat Earth Society - Fast Forward
- Jazz Middelheim 2012 - Reijseger, FES, Neve, Avishai Cohen, Abdullah Ibrahim
- Josse De Pauw, Peter Vermeersch & Pierre Vervloesem - Josken
- Josse De Pauw, Peter Vermeersch & Pierre Vervloesem - Weg
- Flat Earth Society & John Watts - Limbo
- Flat Earth Society - To Walk a Mermaid
- Flat Earth Society - Answer Songs
- Jazz Middelheim 2009 - Dag 1
- Flat Earth Society (FES) - Betwixed & Between
- Flat Earth Society (FES) - Cheer Me, Perverts!
- Flat Earth Society (FES) - Rearm, Get That Char!
- V/C - The Purple Cucumber – A Zappa Tribute
- Flat Earth Society (FES) - Psychoscout
- Flat Earth Society (FES) - Clusterthing
- Flat Earth Society
- FES & Uri Caine
- Thierry De Mey / Peter Vermeersch / Bl!ndman - Contre Six
- V/C - Max!mal Bl!ndman – Live in Frankfurt
- FES - Caravan
- Jazz Middelheim 2003 - dag 1, 2 en 3
- FES - The Armstrong Mutations