De naam Peter Ratajczyk zal bij weinigen een belletje doen rinkelen, en bij het horen van 's mans sprekende artiestennaam Peter Steele zullen fans meteen aan de boomlange, kleerkastbrede, afgetrainde baritonzanger/bassist/componist van Type O Negative denken. Wat velen daarentegen niet weten is dat Steele, voor hij met net genoemde doomgroep succes oogstte, het furieuze opperhoofd was van het thrashy hardcoretrio Carnivore. Dit controversiële drietal maakte midden jaren tachtig New York onveilig door op te treden in primitieve oorlogsplunjes, zowel maden als rauw vlees en allerlei ander onguur over hun publiek te kappen en met songtitels als 'Male Supremacy', 'Jesus Hitler', 'Sex and Violence', 'S.M.D. (Suck My Dick)', 'Race War' of 'USA for USA' weinig aan de verbeelding over te laten.
Toen Carnivore het na twee albums voor bekeken hield, maakte Steele al heel wat meer carrière door tussen 1990 en 2007 met het op alle vlakken unieke Type O Negative zes simpelweg fantastische studioplaten uit te brengen. Tijdens die succesvolle jaren schuwde Steele de controverse echter evenmin: veel concerten van Type O werden geboycot door zowel linkse als rechtse groeperingen, de band maakte er een punt van iedereen (inclusief – en zelfs liefst – zichzelf) zo vaak mogelijk te kakken te zetten (soms zelfs letterlijk: op de originele hoes van Type O's livealbum 'The Origin of the Feces' pronkt een close-up van Steeles actieve rectum) en overal waar hij kwam wist Steele wel iemand het bloed onder de nagels te halen. Daarnaast poseerde hij naakt voor Playgirl, was hij overduidelijk de meest geliefde gast tijdens het groupiesdebat op The Jerry Springer Show en pretendeerde hij twee jaar geleden via zijn website voor de leut zelfs zomaar even gestorven te zijn.
De laatste jaren kampte Steele met een zware depressie: zowat heel zijn naaste familie legde het loodje en hij raakte zwaar teleurgesteld in de muziekindustrie, waardoor zijn drugs- en drankverslavingen ook steeds verergerden. Toen Steele vorig jaar zijn vriendin thuis op overspel betrapte, ging hij de man in kwestie zodanig fysiek te lijf dat hij de gevangenis in vloog, en even later werd hij door zijn overgebleven familieleden overgeleverd aan King's County Hospital en zelfs het beruchte Ryker's Island – nauwelijks de gezelligst denkbare plaatsen. Mede daarom maakte Steele begin vorig jaar een stevige ommekeer in zijn leven: de uitgesproken atheïst werd terug praktiserend katholiek en hij besloot om zijn oude groep Carnivore samen met Life of Agony-gitarist Joey Z, gitarist Paul Bento en drummer Steve Tobin (beiden van Metal Health Association) nieuw leven in te blazen.
Hoewel Peter Steele met het recent uitgebrachte Type O Negative-album 'Dead Again' een werk rond zijn vroegere verslavingen en alle miserie daaromtrent uitbracht, is hij heden ten dage duidelijk hervallen. Wanneer ik op 13 december bij de Hasseltse Muziekodroom aankom, krijg ik te horen dat Steele net in de tourbus in slaap is gevallen. Anderhalf uur later krijg ik de reusachtige man voor me, maar hij blijkt vandaag slechts een schaduw te zijn van wat hij normaal is. Steele is erg vriendelijk, zoals steeds humoristisch en welbespraakt, maar zijn zwarte haar hangt er doods bij, hij heeft kanjers van wallen en rimpels, hij is ongeschoren, bezweet van kop tot teen en zijn anders zo krachtige basstem is krakerig en hees. Daarnaast bibbert hij continu, zal hij gedurende het hele interview luid rochelhoesten, één keer zelfs opstaan om naar het toilet te gaan en na ons gesprek hoor ik hem backstage oraal zijn maag ledigen. Rock 'n roll? Dat wel, maar cosy it ain't. Triple trouble
Peter, de laatste jaren heb je al vaker laten weten dat je eigenlijk een hartsgrondige hekel hebt aan touren en dat je met Type O Negative veel liever enkel nog studioalbums zou willen maken. En toch ben je momenteel weer met Carnivore op tournee: vanwaar dat plotse verschil?
STEELE: Wel, ik ga die vraag gewoon eerlijk beantwoorden. Momenteel heb ik simpelweg meer motivatie om met deze drie mensen op tour te gaan dan met Type O Negative. Weet je, anno 2007 met Type O Negative rondreizen voelt als de laatste zeventien jaar met de drie zelfde vrouwen getrouwd te zijn. En bovendien zijn we alle vier continu ongesteld.
Lastig. Ik heb van jouw toetsenist Josh Silver echter gehoord dat hij zich het liefst van al volledig op Type O zou concentreren, en zelfs dat hij het helemaal niet zo leuk vindt dat jij terug met Carnivore bezig bent.
STEELE: Josh doesn't like anything.
Waarom verbaast dat me niet?
STEELE: Toen ik Josh, Kenny en Johnny vertelde over de Carnivore-reünie waren ze inderdaad niet echt blij. Daarom moet ik ze nog steeds continu geruststellen dat Type O mijn absolute prioriteit is.
En wat vinden de originele Carnivore-leden Louie Beato en Marc Piovanetti van de huidige reünie?
STEELE: Ik heb Marc en Louie al jaren niet meer gesproken, maar dat is een te lang en te persoonlijk verhaal om nu te vertellen.
Oké dan: vanwaar je keuze voor de nieuwe groepsleden?
STEELE: Ik ken Joey al sinds Carnivore begon, Paul heeft al op alle Type O-platen sitar en tambura gespeeld en Steve heb ik later leren kennen. I handpicked these guys toen ik besloot om terug met Carnivore op tour te gaan, want het zijn niet alleen vrienden van me, maar ook verantwoordelijke, respectvolle mensen en erg goede muzikanten. We hebben op voorhand gezegd dat Type O Negative, Life of Agony en Metal Health Association alle voorrang krijgen, maar we wilden dit gewoon doen voor de leut. Daarnaast doe ik dit niet voor mijn gezondheid, zoals je kan zien, maar wij moeten ook onze rekeningen kunnen betalen. En ik wil mijn vrije tijd deftig opvullen. Z: Het is inderdaad erg verfrissend om dit te doen naast onze andere bands. We voelen ons regelmatig echt weer als kleine kinderen, omdat we met Carnivore teruggaan naar het gevoel dat we hadden toen we jong waren: vechten voor wat je wil, alles zelf doen en play your fuckin' balls off! STEELE: (legt twee grote sinaasappels krachtig neer op tafel) And as you can see, we did. (hilariteit alom) BENTO: (schiet wakker) Oooh my goodness!
Nu snap ik waarom jullie zo stevig doorgaan op podium.
BENTO: Ow yeah, big time! STEELE: Je kan ook echt zién dat we ons amuseren op podium, dus je mag deze tour beschouwen als a kick in the ass voor onszelf.
Om maar meteen komaf te maken met deze vraag: zijn er al plannen voor een derde Carnivore-album?
Z: Momenteel doen we alles stap voor stap. We zijn nog maar net terug begonnen, dus dan kan je nog niet te veel grootse plannen maken. Het enige concrete idee dat we nu hebben is om een liveplaat te maken, aangezien we de Carnivore-nummers uiteraard helemaal anders brengen dan ze oorspronkelijk klonken. Steve, Paul en ik zijn in staat om Peters nummers eens langs een andere kant te benaderen, snap je? STEELE: Je kan het vergelijken met een foto van een kind: twintig jaar geleden heb ik mijn nummers als het ware gefotografeerd, maar ondertussen zijn ze nog steeds aan het groeien en lijken ze steeds minder op wat ze vroeger waren. Z: Er zijn nu ook twee gitaristen, en dat maakt een groot verschil. STEELE: Inderdaad. Toen Carnivore in de jaren tachtig een trio was, had ik altijd een hekel aan de gitaarsolo's: vanaf het ogenblik dat onze enige gitarist een solo begon te spelen, it would be like half the band was gone. Mede doordat ik die leegte dan altijd moest opvullen, beschouw ik mezelf nog altijd eerder als een rhythmgitarist met vier snaren dan als een echte bassist.
Een gerucht dat steeds al de ronde heeft gedaan is dat jij eind jaren tachtig eigenlijk al een derde Carnivore-album had geschreven, maar dat die nummers dan uiteindelijk op het Type O-debuut 'Slow, Deep and Hard' zijn beland.
STEELE: Dat klopt helemaal, en dat verklaart meteen ook waarom 'Slow, Deep and Hard' zoveel verschilt van diens opvolger 'Bloody Kisses'. Die albums zijn respectievelijk geschreven in 1987 en 1991, dus uiteraard klinken ze compleet anders.
Hoewel de songs op 'Slow, Deep and Hard' soms inderdaad een opvallend hoog Carnivore-gehalte hebben, is er stilistisch toch al wat meer aan de hand. Had je eind jaren tachtig misschien de intentie om het Carnivore-geluid open te trekken, of waren de andere leden van Type O verantwoordelijk voor die opvallende muzikale veranderingen?
STEELE: Als ik zeg dat ik de songs schrijf, betekent dat enkel dat ik met de basisideeën naar voren kom. In Type O Negative heeft elk groepslid inderdaad enorm veel vrijheid om rond die basis te werken, dus wat je hoort op 'Slow, Deep and Hard' is de combinatie van mijn composities en de personal touch van de andere drie. Zolang mijn visie rond een nummer niet wordt verstoord, mogen de anderen er mee doen wat ze willen.
Hoe drastisch zijn jouw originele nummers destijds eigenlijk veranderd voor 'Slow, Deep and Hard'?
STEELE: De helft van de nummers klinkt zoals ik ze geschreven heb, de andere helft is ontstaan door een groepsproces. Laat ik nog eens mijn boekje opendoen: toen ik Type O Negative in 1990 oprichtte, had ik net geprobeerd zelfmoord te plegen. Ik was echt razend op mezelf omdat ik al mijn liefde aan de foute persoon had verspild, en dat verklaart waarom er zoveel hardcore-agressie à la Carnivore in die plaat zit.
Op het meest recente Type O Negative-album hoor ik ook een duidelijke hardcore-invloed: ik denk maar aan 'Some Stupid Tomorrow' of 'Tripping a Blind Man'.
Z: I heard that too! STEELE: Dat klopt, en dat heeft veel te maken met het feit dat ik ook voor de opnames van 'Dead Again' al terug met Carnivore aan het optreden was. De nieuwe Carnivore-leden hebben dus indirect zelfs een invloed gehad op het laatste Type O-album.
En daarvoor verdienen ze alledrie een vraagje...
STEELE: Triple trouble...
Heren, hoe denken jullie eigenlijk over de twee originele Carnivore-albums? Beschouwen jullie ze als klassiekers, of zijn jullie eerder relativerend?
Z: Toen wij twintig jaar geleden met Life of Agony begonnen, waren wij alle vier trouwe Carnivore-fans en we waren er ook enorm door beïnvloed. Ik ging naar al hun concerten en I would be the kid in the pit, fuckin' goin' crazy! STEELE: Ik hem 'm meerdere keren van het podium gezwierd. (hilariteit) Z: Om je maar duidelijk te maken dat ik steeds een ongelooflijke Carnivore-fan ben geweest, ik ben er echt mee opgegroeid. Ik vertelde Pete vorige week nog dat mijn vrienden en ik vroeger vaak samenkwamen om in de kelder op Carnivore te moshen... STEELE: That's why his face looks the way it does. (meer hilariteit) BENTO: Ik was in die tijd vooral een metalfan, en doordat Carnivore hardcore met thrash combineerde sprak de groep me erg aan. Ik hield ook erg van het choquerende aspect van hun teksten, trouwens. Voor mij zijn die twee albums tijdloze klassiekers.
Peter, kan jij je daarin vinden?
STEELE: Natuurlijk maak je steeds kritische bedenkingen bij alles wat je ooit hebt uitgebracht, maar ja, ik ben nog steeds tevreden over die platen. Om eerlijk te zijn heb ik echt jàren niet naar die albums geluisterd, tot ik op een bepaald moment mijn eigen nummers terug moest leren spelen. Z: Die nummers leren spelen, kan je je voorstellen hoe dat voelde voor een Carnivore-fan als ik? Ik was dol op hun muziek, maar ik ben hun nummers pas beginnen spelen toen Pete me vroeg of ik geen Carnivore-lid wilde worden. Pete gebruikt trouwens ook erg eigenaardige akkoorden en ritmes, waardoor ik de laatste twee jaar technisch gezien een veel betere gitarist ben geworden. STEELE: En zoals ik daarnet al zei werkt dat ook omgekeerd: doordat deze gasten zo goed spelen, hebben ze die oude nummers echt in een nieuw kleedje gestoken. En toch is de context en de sfeer van de nummers steeds bewaard gebleven.
Paul sprak zojuist al over Carnivore's wel erg eigenzinnige teksten: hoe hard was je daar twintig jaar geleden al mee aan het lachen?
STEELE: Mijn definitie van een rockband luidt als volgt: je moet mensen onder hun reet schoppen. Als je bijvoorbeeld samen met je vader naar een plaat kan luisteren, I'm sorry brother, that's not really rock music.
Tenzij je een überhippe vader hebt.
STEELE: Of een dove. Kijk, in de jaren vijftig en zestig was rockmuziek in Amerika vooral een revolutionaire linkse reactie tegen een rechtse maatschappij. Toen ik met Carnivore begon, was dat net omgekeerd: ik zorgde voor een rechts tegengewicht in een voor mij toen veel te linkse maatschappij. Laat me dat uitleggen: als ik zeg dat ik eerder rechts dan links ben, bedoel ik niét dat ik een racist, een fascist of een Nazi ben, zoals veel mensen me al zo vaak hebben genoemd. Ik constateer gewoon dat ik meer rechtse dan linkse ideeën heb, zo simpel is het. Tegenwoordig is de wereld zodanig links dat je al meteen als een vuile rechtse rakker wordt bestempeld als je nog maar vasthoudt aan eender welke traditionele moraal. Als ik zeg dat ik meer rechts dan links ingesteld ben, kijken veel mensen meteen op me neer, zonder dat ze me kennen: om de een of andere reden choqueert hen dat... Ik weet niet waarom, maar I seem to be really good at upsetting people... Just ask any of my ex-girlfriends. (nogmaals sfeer alom)
Je bent sinds de dood van je ouders ook terug actief bezig met je geloof, na het jarenlang te hebben afgezworen. Hoe voelt het vandaag de dag om als herboren christen nummers als 'Jesus Hitler' of 'God is Dead' te staan zingen?
STEELE: Eerst en vooral wil ik duidelijk maken dat ik een katholiek ben en geen christen, dat is een groot verschil. Wat die teksten betreft: als je ze naleest, zal je zien dat ik niet per se iets slechts over God zeg. 'Jesus Hitler' is gewoon een fictief verhaaltje over een persoon die geboren wordt met de zielen van Christus en Hitler in zich en niet kan beslissen of hij de joden nu wil redden of afmaken. En ik schreef zo'n nummer uiteraard ook maar om reactie uit te lokken, of wat had je gedacht? 'God is Dead' zou zelfs kunnen gebruikt worden als een Greenpeace-anthem: dat nummer gaat over de mensheid die de wereld verneukt, slapping God in the face. Z: Mensen bekijken teksten gewoon at face value: ze lezen de titel en denken dat ze meteen weten waar het over gaat, maar doen de moeite niet om de inhoud eens door te nemen. Niet moeilijk dat je dan eens iemand fout interpreteert. STEELE: En ik geef uiteraard grif toe dat ik met die songtitels ook gewoon zo veel mogelijk aandacht wilde trekken. You gotta, you know, put the worm on the hook.
Je was jong en je wilde wat.
STEELE: Well, what do you see? I àm the prophet of doom. (hoest en slaat hard op tafel) And now I have to lay waste upon the earth. (verdwijnt in het toilet) Brutal gentlemen
Joey, Paul, Steve: jullie zijn nog maar sinds anderhalf jaar Carnivore-leden, dus jullie kunnen het hele groepsgebeuren met een frisse kijk benaderen. Als jullie optreden, zien jullie dan vooral oudere of ook nieuwe fans in de zaal verschijnen?
Z: Meestal zie ik niet veel als ik op het podium sta, maar ik heb de indruk dat zowel old school Carnivore-fans als jongere mensen naar onze shows komen. Ik vind dat ook wel logisch: de nummers zijn misschien twintig jaar oud en de originele opnames klinken uiteraard gedateerd, maar als je die songs morgen opnieuw zou opnemen met moderne technologie, zouden ze volgens mij nog opvallend modern overkomen. Daarom denken we er ook over na om een liveplaat uit te brengen, zodat iedereen kan horen dat het originele materiaal er nog steeds stààt. BENTO: Twintig jaar geleden waren er gewoon nog niet zo'n goeie middelen om een plaat op te nemen als tegenwoordig. Daarom dat we besloten hebben om de context van Carnivore onveranderd te houden, maar de muziek op een modernere manier te spelen. En aangezien wij alle drie al veel verschillende genres hebben gespeeld, zitten er ook heel wat extra invloeden in de afwerking daarvan. We hebben een common ground gevonden waarop het materiaal voor alle oudere fans perfect herkenbaar is, maar door de nieuwe aspecten kunnen we ook jongere mensen aanspreken. Uiteindelijk moeten wij gedrieën ook onszelf blijven, dus dit is Carnivore anno 2007. Z: Je kan wat wij nu doen beschouwen als een herintroductie van Carnivore voor mensen die er nog nooit van gehoord hadden. BENTO: En we houden daarbij graag vast aan wat wij het 'brutal gentlemen'-imago noemen: op podium breken we misschien de boel af, maar na elk optreden maken we tijd vrij om met de fans rustig een babbel te slaan. Uiteindelijk zijn wij ook maar muzikantjes die dit enkel dankzij onze fans kunnen doen, hé?
Hebben jullie als Carnivore-fans zelf favoriete nummers om live te spelen?
Z: Ik kan écht niet kiezen, ik vind àlle Carnivore-nummers geweldig. Als één nummer gedaan is, denk ik meteen: joepie, het volgende! Yeeeaaahhh! (lacht) BENTO: Hetzelfde geldt voor mij. Hoewel je uiteraard niet kan ontkennen dat de nummers stilistisch erg op elkaar lijken, vind ik toch dat elke song een aparte sfeer en een unieke boodschap heeft. Alleen al daardoor kan ook ik niet kiezen. STEELE: (zet zich er terug bij) Weet je welk Carnivore-nummer ik het minst goed vind? 'Manic Depression', onze Jimi Hendrix-cover. Een mislukte poging, als je 't mij vraagt.
Spelen jullie 'Helter Skelter' van The Beatles niet op zowat elk optreden?
STEELE: Ja, maar daar hebben we een geslaagde coverversie van. En in de toekomst zouden we graag nog wat meer covers spelen, maar we hebben nog niet beslist welke.
Over The Beatles gesproken: Type O wordt wel vaker met The Fab Four vergeleken...
STEELE: En een mooier compliment kan ik niet bedenken.
...maar in Carnivore hoor je weinig tot geen Beatles-invloed. Luisterde je tijdens de Carnivore-dagen enkel naar hardcore, of was je toen toch ook al met The Beatles bezig?
STEELE: Natuurlijk! I've never stopped listening to The Beatles. Na Carnivore ben ik wel meer naar dingen zoals Cocteau Twins of My Bloody Valentine gaan luisteren, maar groepen als Black Sabbath, Judas Priest, GBH of Discharge blijven me beïnvloeden. Eigenlijk heb ik de laatste tien jaar zelfs naar niets nieuws geluisterd, om eerlijk te zijn.
Het feit dat veel mensen Type O vergelijken met The Beatles heeft ongetwijfeld ook te maken met het feit dat Paul op zowat elke Type O-plaat sitar en tambura speelt, toch?
BENTO: Dat denk ik ook. Net als Joey heb ik mijn eigen studio waar wij regelmatig vanalles kunnen doen, aangezien we ook allemaal in Brooklyn wonen. Wat die Type O-nummers betreft: Pete heeft steeds een duidelijk beeld voor ogen wanneer hij mijn hulp vraagt, en meestal laat hij me ook op m'n eentje als ik daaraan werk. STEELE: Joey en Paul zijn allebei erg professionele studiolui, dus ik hoef er gelukkig niet de hele tijd bij te zijn als zij aan iets werken. Wat ik hen meegeef is enkel de basis, net als bij Type O. Ik ben eigenlijk gewoon de tone generator. (Joey Z gromt jongensachtig) BENTO: The Lord of the Game, zeg maar. STEELE: I'm the piece of gold, and they make it into a... a piece of shit. (hilariteit) I mean, a diamond.
Vanwaar komt trouwens de nickname 'Paul Bent-Toe'?
STEELE: Met een andere spelling? Waar heb je dat nu weer gelezen?
In jouw bedanklijstje van het laatste Type O-album.
STEELE: Echt? (Joey Z lacht zich een deuk) BENTO: I think that was a typ-o. (meer hilariteit) STEELE: (pakt plots verbaasd mijn vragenlijst af) How do you read your own handwriting? What the fuck is this? Egyptian?
Nee, Engels. Is het zo onmogelijk om te lezen?
STEELE: Eigenlijk wel, ja. (droogjes) Geen nood: dat ligt sowieso aan mij.
Heeft Carnivore momenteel nog andere concrete toekomstplannen?
Z: Nog niet zo veel. Dat livealbum waar we het al de hele tijd over hebben moet er eigenlijk vooral komen omdat we iets nieuws moeten hebben als we willen blijven touren. Als concertpromotors merken dat je al twintig jaar geen cd meer hebt uitgebracht, zijn ze bijna nooit geïnteresseerd om je te boeken. STEELE: We zouden ook graag een live-dvd maken, maar dat is nog iets te duur voor ons. We hebben momenteel geen label, dus... BENTO: ...moet alles uit onze eigen zak komen.
Heb je al een idee welk label je zou willen aanspreken?
STEELE: Alles is mogelijk, zeg nooit "nooit" als je het over de muziekindustrie hebt. Wie ons het beste aanbod doet, kan ons krijgen. Trouwens, met het internet kan je tegenwoordig ook al heel wat kanten uit. Z: Het hangt er vooral van af welk label oprecht in ons geïnteresseerd is. BENTO: En welk label ons niet met teveel onbelangrijk gezeik opzadelt. STEELE: Het belangrijkste vind ik dat we een label moeten vinden dat ons artistieke vrijheid geeft. Het ergste aan platenmaatschappijen vind ik het feit dat ze je proberen een bepaalde producer aan te smeren of zo. Ik maak al dertig jaar muziek, ik weet zélf wel hoe ik mijn platen wil laten klinken. You know, personally, I don't like being told what to do with my songs. BENTO: Als je de originele Brooklyn-sound wilt vastleggen, kan je trouwens weinig aanvangen met een Zweedse producer. Dan verlies je het authentieke hardcore-karakter. STEELE: Wat ook niet onbelangrijk is: producers take a big chunk of change. En vaak zorgen ze ervoor dat elke groep hetzelfde gaat klinken. Daarom ook dat zoveel nummers tegenwoordig postproductief worden geschreven: dankzij ProTools kan je gewoon digitaal een nummertje in elkaar plakken. Z: Ik hou erg van de ouderwetse manier: pak een gitaar, schrijf een nummer en speel het tot je het kan presenteren. Maar doe het tenminste zelf. STEELE: Voor singles geldt hetzelfde: ik wil zélf beslissen hoe ik daarmee omga, dat moet niet bepaald worden door een label of een producer. Om de een of andere reden heb ik de slechte gewoonte om nummers van dertien minuten te schrijven. And there's very few thirteen minute singles out there. Met Type O moéten we wel edits maken van songs, dus dan wil ik op z'n minst zelf bepalen hoe we dat aanpakken.
Natuurlijk zijn die edits niets vergeleken met de volledige nummers.
STEELE: De betekenis gaat inderdaad verloren, maar zo verkoop je nu eenmaal albums, jammer genoeg. En als je geen albums verkoopt, kan je niet op tournee en vice versa. Daarom is de prioriteit voor Carnivore nu ook om een nieuw product op de markt te brengen, anders ziet niemand je staan, zo simpel is het.
Een louter hypothetische vraag om af te sluiten: moest Carnivore twintig jaar geleden niet gesplit zijn, hoe lang denk je dat je er dan nog mee was doorgegaan? Hadden jullie ver kunnen geraken, volgens jou?
STEELE: Er hadden misschien nog een derde en een vierde album kunnen komen, maar aangezien mijn manier van songs schrijven eind jaren tachtig zo drastisch veranderd is, zou het ook daarbij gebleven zijn. Daarom wil ik Carnivore en Type O ook strikt gescheiden houden, want hoewel ik de muziek van beiden als gelijkwaardig beschouw, verschillen ze te veel van elkaar. Maar er is genoeg plaats in deze wereld om met twee groepen tegelijkertijd bezig te zijn, dus... Om op je vraag te antwoorden: ik denk niet dat ik vijftien jaar aan een stuk met Carnivore had kunnen bezig zijn. Z: Ik herinner me de dag dat de eerste Type O-demo uitkwam, toen ze nog Repulsion heetten. Hoewel ik een Carnivore-fan was, was ik echt blij voor Peter dat hij zo'n geweldige nieuwe groep had samengesteld. I fuckin' loved it. It was fuckin' amazing. Amazing. That demo was amazing. That tape I got was fuckin' classic.
Oké, ik geloof je.
STEELE: En ik meende élk woord dat ik krijste op die cassette, want ik had net geprobeerd mezelf van kant te maken. Ze hadden me daarvoor ook psychologische therapie gegeven en daar werd ik uiteraard alleen maar kwader van. Kijk, ik geloof niet in psychotherapie. De mensheid heeft tweeduizend jaar perfect zonder gekund, en de laatste honderd jaar komen psychologen jou plotseling vertellen wat en hoe je moet denken, gewoon omdat zij dat nodig vinden? Iedereen met wat gezond verstand moet toch beseffen dat dàt pas echt krankzinnig is? Ik krijs elke dag een uur lang de longen uit mijn lijf op podium: denk je nu echt dat ik een therapeut nodig heb? A fuckin' tantrum, every day! (wederom hilariteit) Na het interview komt drummer Steve Tobin, die tijdens het hele gesprek letterlijk geen woord heeft gezegd, me nog even op de schouder kloppen. "Om die ene vraag toch nog te beantwoorden," zegt hij, "Mijn favoriete nummer om live te brengen is 'World Wars III and IV'." "Vanwege de drumsolo," zeg ik. "Jep." Met een knipoogje verdwijnt hij.