De Duitse pianist Alexander von Schlippenbach mag dan de zeven decennia op aarde vol gemaakt hebben, aan afbouwen denkt hij nog niet.
Zijn podium- en studioactiviteiten variëren van soloconcerten en –opnames tot werken met het Globe Unity Orchestra, het vrije improvisatieorkest dat in 2006 haar veertigste verjaardag vierde en nog steeds kan rekenen op de inzet van kanonnen als Evan Parker, Paul Lovens, Kenny Wheeler, Axel Dörner of Paul Rutherford. In 2005 bracht Intakt 'Monk's Casino' uit, een box van drie cd's waarop von Schlippenbach alle nummers van de legendarische jazzpianist- en componist Thelonious Monk speelt met een indrukwekkend kwintet: trompettist Axel Dörner, basklarinettist Rudi Mahall, bassist Jan Roder en drummer Uli Jennessen. Ook deze tour de force brengt de pianist anno 2008 nog steeds op het podium.
Wanneer ben je voor het eerst in contact gekomen met de muziek van Thelonious Monk?
Dat was eigenlijk al vroeg. Als jongen speelde ik blues en boogie-woogie, maar het was mijn eerste jazzleraar Francis Coppieters, een Belg overigens, die mij de muziek van Monk leerde kennen. Dat was in de jaren '50 toen hij bij de radio speelde in de band van Kurt Edelhagen.
Wat spreekt je zo speciaal aan in de muziek van Monk?
Hij heeft uitzonderlijke ideeën om te componeren en te improviseren. De manier waarop hij omging met melodie, compositie en songvormen was helemaal anders dan de jazzcliché's die toen gangbaar waren. Monk was altijd een beetje een outsider, dus zijn muziek vraagt wel iets van muzikale kennis, maar ik denk dat zijn muziek al bij al toch gemakkelijk te ontdekken is: die blijft heel logisch en tegelijkertijd ongewoon.
Is het daarom dat jullie op 'Monk's Casino' zo dicht bij zijn eigen versies blijven?
Inderdaad, omdat zijn muzikale idee zo sterk is, vind ik het logischer dat je dicht bij zijn visie blijft als je improviseert. Je kan er beter een variatie op maken dan uit te pakken met briljante virtuoziteit.
Is dat ook de reden waarom Axel Dörner, nochtans (ook) bekend om zijn speciale effecten, veelal met een traditionele toon speelt?
Axel Dörner begrijpt de ideeën van Monk heel goed en daarom blijft hij op een nummer als 'Eronel' dicht bij de originele tune. Op andere nummers, zoals 'Bemsha Swing' kan je horen dat hij echt far out dingen doet. Axel is eigenlijk gewoon een heel flexibele muzikant.
Hoe ben je op het idee gekomen om alle nummers te doen?
Ik had een goed ensemble in Berlijn met Rudi Mahall en Axel Dörner. Op een gegeven moment hebben we onze gemeenschappelijke interesse in de muziek van Monk ontdekt en door zijn nummers te spelen is het plan ontstaan om een project te realiseren met alle stukken van Monk. Essentieel daarbij waren de arrangementen, want het was de bedoeling een programma te maken waarin we alle stukken op één avond en snel na elkaar konden spelen. Sommige nummers zijn wat langer omdat we er ook solo's op spelen, maar van anderen spelen we alleen het thema en soms doen we er zelfs twee tegelijk, zoals bij 'Bye-Ya' en 'Oska T.' Het hele project draait dus rond de composities. Een andere reden voor het kort houden van bepaalde stukken is dat veel muzikanten die Monk spelen steeds hetzelfde doen: eerst heb je het thema en dan komen de solo's en dat wilden wij dus anders.
Zou het niet interessant geweest zijn om met meer muzikanten te werken om zo de bezetting te kunnen laten veranderen in functie van specifieke nummers?
Voor dit project was het kwintet de beste oplossing: werken met fantastische muzikanten die allemaal actief zijn in Berlijn, zodat we gemakkelijker konden repeteren. Bovendien zou ik met deze bezetting willen verdergaan. Voor 'Monk's Casino' heb ik wel al een andere plaat met songs van Monk opgenomen voor het Enja label ('Schlippenbach Plays Monk', KVM) en toen hebben we ze in trio opgenomen, met Sunny Murray en Ino Nabuyoshi.
Zie je jezelf een gelijkaardig project doen rond andere componisten?
Misschien wel, er zijn enkele geweldige componisten in de jazzwereld die me enorm interesseren, maar momenteel ben ik meer bezig met mijn eigen composities. Of Steve Lacy een kandidaat zou zijn? Dat zou kunnen. Ik heb trouwens nog wat stukken van hem liggen voor het Globe Unity Orchestra. Andere componisten waar ik aan denk zijn de klassieken als Duke Ellington, Charlie Parker, Art Blakey, Sonny Rollins of John Coltrane. Eigenlijk waren alle grote jazzmuzikanten ook componisten. Ik heb dus momenteel geen concrete ideeën, maar ik heb ook al wel eens gedacht aan Tadd Dameron die ik erg waardeer als componist, of aan bepaalde stukken van Kenny Dorham.
Een heel ander verhaal is dat van het Globe Unity Orchestra dat in verschillende gedaanten te horen geweest is: soms zijn er acht muzikanten, soms het dubbele.
We hebben bepaalde vaste waarden in de groep, muzikanten die er bij zijn van in het begin. Ik probeer altijd om de band zoveel mogelijk samen te houden, maar natuurlijk zijn er af en toe wissels nodig, al was het maar omdat sommige van de oorspronkelijke muzikanten onze planeet reeds verlaten hebben. Zo komen er dus ook jongere muzikanten bij en probeer ik de continuïteit te bewaren. Wat we spelen hangt niet zozeer af van de beschikbare muzikanten, maar van de situatie. Meestal spelen we helemaal vrij geïmproviseerde concerten, wat meteen een speciaal kenmerk is van deze band. Soms zijn er echter ook speciale projecten zoals een opdracht door de radio of onze jubileumplaat ('Globe Unity – 40 Years', KVM). Die was opgevat als een retrospectieve waarin we enkele belangrijke stukken uit ons verleden nog eens wilden laten horen.
Wat meteen opvalt bij het beluisteren van 'Globe Unity – 40 Years' zijn de verschillen manieren van improviseren.
Elke speler heeft inderdaad zijn eigen stijl en karakter en daar hou ik wel van, maar natuurlijk moeten ze ook allemaal samen passen en dat is een lang proces. Wat alle muzikanten gemeenschappelijk hebben is dat ze stuk voor stuk vrij kunnen improviseren: zonder maat, structuur of akkoorden.
De ritmesectie is met twee drummers, een piano en het ontbreken van een bas opmerkelijk te noemen.
Ja, ik ben op een punt gekomen dat ik het Globe Unity Orchestra meer als een orkest van koperblazers begin te zien. Van daaruit werkt het heel goed met twee drummers en zonder bas. Bovendien kan ik met mijn linkerhand de basfunctie overnemen. Een tweede pianist? Daar heb ik nog niet aan gedacht. Het zou wel kunnen, maar dan zou het eerder iets zijn voor een speciaal stuk.
Jullie spelen zoveel mogelijk akoestisch?
Inderdaad, we proberen zoveel mogelijk versterking te vermijden omdat het de sound negatief beïnvloedt. We hebben meer en meer door dat we alleen wat nodig hebben voor de piano en een microfoon voor de solisten. Ook het gebruik van elektronica binnen het orkest zit er niet in. We houden van de natuurlijke sound van een muzikant die zijn instrument bespeelt.
De line up die door de jaren heen de band heeft gevormd is indrukwekkend te noemen. Wie had je er graag nog bij gehad?
Er zijn heel wat muzikanten waar we mee zouden willen spelen, maar ik ben nu heel tevreden met wie er in het orkest zit. Ik heb gehoord van een Amerikaanse trompettist Peter Evans, een goede en jonge muzikant. Natuurlijk zijn er nog andere: er zijn nog zoveel goede muzikanten. Welke precies, dat is moeilijk om te zeggen. Nu hebben we wel er enkele nieuwe in het orkest, zoals de trombonist Nils Wogram en Hendrik Walsdorf, een fantastische altsaxofonist uit Berlijn: iemand waar je zeker nog van gaat horen. Ik heb ook geprobeerd om de Nederlandse trombonist Wolter Wierbos er bij te halen, maar dat is niet glukt. Misschien is dat iets voor de toekomst.
Je hebt nog gestudeerd bij de modernistische componist Bernd Alois Zimmermann. Wat heb je precies van hem opgestoken?
Tijdens het einde van de jaren '50 en het begin van de jaren '60 studeerde ik in Keulen en daar had ik les van Zimmermann, toen een heel vooruitstrevend componist. Hij was een heel ruimdenkende, muzikale man die geïnteresseerd was in de zaken die wij deden. In die jaren kwam de freejazz op en met onder andere Buschi Niebergall, Manfred Schoof en Gerd Dudek had ik toen een kwintet. Zimmermann was geïnteresseerd en in zijn latere composities was er zelfs geregeld plaats voor geïmproviseerde jazz. Er was dus een nauwe samenwerking en daarnaast was ik enorm onder de indruk van zijn muzikale geest en de grote waarde van zijn composities. Ik heb zelfs nog meegespeeld in één van de eerste uitvoeringen van zijn opera 'Die Soldaten': de jazzmuziek van de scène in het officierscasino.
Speel je nu nog klassieke muziek?
Alleen nog voor mezelf, om te oefenen. Als uitvoerend muzikant ben ik een jazzmuzikant.
Meer over Alexander von Schlippenbach (Globe Unity Orchestra, Monk's Casino)
Verder bij Kwadratuur
- Alexander von Schlippenbach Trio - De Singer, Rijkevorsel
- Alexander von Schlippenbach - Schlippenbach plays Monk
- Schlippenbach Trio - Bauhaus Dessau
- Aki Takase & Alexander von Schlippenbach - Circuit
- Aki Takase & Alexander von Schlippenbach - Iron Wedding
- Globe Unity Orchestra - The Forge
- Schlippenbach / Dörner / Mahall / Roder / Jennessen - Four in One / Round About Midnight
- Globe Unity Orchestra - Globe Unity - 40 Years
- Alexander von Schlippenbach - Twelve Tone Tales – Vol. I & II
- Alexander von Schlippenbach - Only Thing Left
- Peter Brötzmann Group - Alarm
- The Globe Unity Orchestra & The Choir Of The NDR-Broadcast - Eerste stuk (fragment ‘Ovation’)
- The Globe Unity Orchestra & the Choir of the NDR-Broadcast - Hamburg ‘74