Kwadratuur interview

Ruim zes jaar geleden besloten drie jongelingen uit Sheffield om een soundtrack te schrijven voor de nooit uitgebrachte John Carpenter-film 'Stealth Bomber', die zich afspeelt in een communicatieve crisisperiode van '65 days of static'. Even later werd de nieuwe groep omgevormd tot een viertal en besloten de heren het zaakje wat serieuzer aan te pakken. Na zichzelf duchtig te promoten en op te treden tot ze er bij neer vielen, lieten de knapen van 65daysofstatic in 2004 het verbazende 'The Fall of Math' op de wereld los. Melodische gitaarmuren en donderende drums gingen de dans aan met dartelende pianoriedeltjes, terwijl alles overspoeld werd door fikse porties drum 'n bass, clicks 'n cuts en elektronica. De ijzersterke opvolger 'One Time For All Time' (2005) was al stukken melodieuzer dan zijn voorganger, maar het is het meest recente 'The Destruction of Small Ideas' dat – ja, ondanks een (te?) doffe productie – 65daysofstatic op zijn voorlopige hoogtepunt toont. Een vernieuwend geluid, steeds straffere composities en een zelden geziene energie zijn de grootste troeven van dit sympathieke kwartet, dat vorige week (op 31 oktober en 1 november) zowel in de Antwerpse Petrol als in de Brusselse AB als terechte headliner aantrad.

Aangezien er bij mijn aankomst in Petrol niet meteen een lege kamer te vinden is, gaan gitaristen Joe Shrewsbury en Paul Wolinsky rustig op zoek naar een geschikte interviewruimte. Een rommelkamertje naast de gang wordt meteen plechtig omgedoopt tot "the office" en we zetelen ons pseudo-koninklijk in drie rode plastieken kinderstoeltjes. Krap, maar best gezellig.

(foto: Steve Gullick)
(foto: Steve Gullick)

Poststonerindiedoom en aanverwanten

Gents, hebben jullie de voorbije dagen wat van Antwerpen kunnen genieten?

JOE: (trots) Zeker, we hebben de kathedraal gezien! And... some bars and stuff. (lacht)

Om meteen met de deur in huis te vallen: ik vind 'The Destruction of Small Ideas' zonder twijfel jullie beste album...

JOE: Dan ben je jammer genoeg één van de weinigen! PAUL: Dat is zelfs niets minder dan een controversiële mening! (lacht)

Er is in de pers inderdaad al heel wat inkt gevloeid over de kale productie, maar is het niet frustrerend dat daar zo vaak op wordt gefocust, in plaats van op hoe goed de songs wel niet zijn?

PAUL: Het geluid van het album is bij veel mensen in slechte aarde gevallen, maar we wilden gewoon niet dezelfde sound hebben als op onze eerste twee platen. Trouwens, live klinken de nummers zoals je ze écht moet horen. Ik geef wel toe dat ik me een stuk geruster voelde over het album vanaf het moment dat we op tournee gingen, want op het podium komen sommige nummers toch nog beter op hun pootjes terecht. JOE: Al die negatieve perskritiek is even een deuk in ons zelfvertrouwen geweest, maar daar hebben we ons ondertussen over gezet. Ik heb trouwens niet het gevoel dat ik onze productiekeuze tegenover eender wie moet verantwoorden.

Jullie wisten waarschijnlijk toch wel dat die keuze ietwat riskant was?

JOE: Tja, als je tegenwoordig als groep eens iets nieuws uitprobeert, slagen veel mensen al meteen tilt. PAUL: Inderdaad, wij werken niet volgens een bepaalde formule, zoals veel andere groepen die keer op keer hetzelfde album opnieuw maken. Groepen die alles volgens vastgeroeste methodes doen kunnen er in mijn ogen beter zo snel mogelijk mee ophouden.

Paul, jij zei reeds dat een debuut een spontaan opgebouwde best of van de eerste jaren van een groep is, terwijl een tweede album eerder een test is om te bewijzen of je als band ook op een korte periode een nieuwe plaat kan schrijven. Was 'One Time For All Time' in jullie geval een meer stresserende plaat om te maken dan 'The Fall of Math'?

PAUL: Absoluut. Ons debuut hebben we oorspronkelijk gewoon opgenomen om te zien hoe het zou klinken. Doordat we veel optraden, tegen jan en alleman logen dat we zogezegd al een platenlabel hadden en continu eigenhandig valse persberichten schreven, hebben we stilaan naam gemaakt. Daardoor hebben we die opnames later ook kunnen uitbrengen via Monotreme Records. 'One Time For All Time' moest daarentegen veel sneller worden opgenomen, met de nodige stress als gevolg.

Is dat album daarom ook een stuk korter dan jullie debuut?

JOE: Ja, maar blijkbaar vinden veel mensen die korte duur ook beter. 'One Time For All Time' kan perfect op één kant van een cassette, terwijl ons nieuwe album echt the fuckin' Bible is. Ik hou persoonlijk wel van langere platen, maar blijkbaar denkt de meerderheid daar anders over.

De laatste weken wordt er in de media weer heel wat gefocust op de hebzucht en corruptie van de stilaan uitstervende major labels, zeker nu groepen als Radiohead en Nine Inch Nails eigenhandig opstappen bij hun platenlabels. Moesten jullie ooit een aanbieding krijgen van een major, zouden jullie dan overwegen om zo'n contract te tekenen?

JOE: Nee, dat zou ik niet zien zitten. De nadelen van een indiegroep zijn ook meteen de voordelen. Er is misschien minder geld, promotie en faam mee gemoeid, maar je hebt wel veel meer artistieke vrijheid en vooral: je beheert je muziek tenminste zélf. PAUL: Majors bekijken groepen als vervangbare exportproducten waar zij snel even veel geld mee kunnen verdienen. Daar doen wij niet aan mee. Ik heb trouwens al meerdere groepen even alle moed zien verliezen toen een major label hen na een korte duw in de rug plots onverbiddelijk liet vallen, enkel omdat ze niet meteen "genoeg" albums verkochten. Yourcodenameis:milo is maar één voorbeeld. JOE: Ik weet dat het naïef klinkt, maar geld is echt een destructieve kracht als het op kunst aankomt. PAUL: Ook belangrijk om weten is dat zowel Radiohead als Nine Inch Nails zich die beslissing financieel kunnen permitteren, hé.

Om het even over iets leuks te hebben: jullie compositieproces...

JOE: Oooh yeah! PAUL: That's loads of fun! (hilariteit alom)

Hoe gaat dat eigenlijk in z'n werk: schrijft één iemand de basispartijen, jammen jullie...?

JOE: Geen flauw idee, om eerlijk te zijn. Elk nummer ontstaat echt op een aparte, unieke manier. Ook op dat vlak hebben wij geen vaste formule. Weet je, musicians shouldn't pretend to know what they're doing. Het enige dat ik weet is dat onze nummers héél veel tijd vragen. (lacht)

Ook jullie songtitels spreken wel vaker tot de verbeelding. Waar komen die vandaan bij een instrumentale band als jullie? Op de teksten kan je het in elk geval niet schuiven.

JOE: Dit antwoord gaat een teleurstelling zijn, maar die songtitels zijn er op een bepaald moment gewoon. Meestal zijn het niets meer dan flauwe grapjes die enkel wij gevieren echt snappen, soms is het de verwoording van een bepaalde sfeer of een beeld. PAUL: Onze songtitels betekenen iets voor onszelf, maar ik kan me inbeelden dat ze de rest van de wereld koud laten. Wij zijn in elk geval geen groep die rond de tafel gaat zitten om songtitels of artwork tot in de kleinste details te bespreken, laat dat duidelijk zijn.

En hoe zit het met jullie muziekstijl? Het woord 'postrock' lijkt wel aan jullie groepsnaam te kleven, terwijl anderen jullie dan weer afdoen als progressieve of zelfs math rock.

PAUL: Noem eens één "postrockgroep" die elektronica gebruikt zoals wij? JOE: Uiteraard spelen we geen van beide genres, maar wij denken dan ook niet in functie van genres. Als iemand ons vraagt wat voor muziek we spelen, verwijzen we gewoon naar onze albums: daar staat alles op. PAUL: Gisteren ontmoetten we nog iemand die ons zonder blikken of blozen beschreef als 'poststonerindie'. (lacht) JOE: Nee nee, 'poststonerindiedoom'!

Voila, bij deze hebben jullie al een titel voor jullie volgende album.

PAUL: Dat is eigenlijk helemaal niet zo'n slecht idee. (lacht) JOE: Maar serieus: 'poststonerindiedoom'? Now, that's a lot of things to cross-reference to. PAUL: Categoriseren blijft onvermijdelijk voor de pers, maar we trekken ons daar weinig van aan. In mijn ogen spelen wij gewoon popmuziek. Dat is ook onze grootste droom: een simpel popalbum schrijven dat zo goed is dat niemand het kan negeren. Neem nu 'Music for the Jilted Generation' van The Prodigy: dat is ook alternatieve, harde muziek, maar het is simpelweg zo sterk dat zowat iedereen er zich goed bij voelt. Dat is toch geweldig?

(foto: Steve Gullick)
(foto: Steve Gullick)

Zeg dat die van The Cure het gezegd heeft

Hoe je het ook draait of keert: vele mensen haken nog steeds af als het op instrumentale groepen aankomt, enkel omwille van het feit dat er geen zanger is. Wat zijn in jullie ogen de directe voor- en/of nadelen van een instrumentale band?

JOE: Ik denk dat je het zo niet mag bekijken: élke groep heeft zijn voor- en nadelen. De kwestie of je al dan niet een zanger hebt is eigenlijk totaal irrelevant. PAUL: Neem nu Arctic Monkeys: die muziek raakt mij persoonlijk niet meteen, maar Alex Turners unieke stem is zowat het belangrijkste ingrediënt van die groep. Bij ons is die muzikale verdeling gewoon helemaal anders. JOE: Oké, om toch maar één nadeel te noemen: groepen met zangers moeten op tour bijvoorbeeld soms enkele dagen vrijaf nemen om de stem van de zanger te laten rusten. PAUL: We denken eigenlijk gewoon niet over onze bezetting na. Soms betrap ik me erop dat ik in een bepaalde context denk: oh ja, wij hebben eigenlijk geen zanger! Het is trouwens ook grappig dat de meeste mensen nog steeds vaak denken dat de zanger of de frontman ook de kracht van een groep is, terwijl geen enkele goeie groep degelijk functioneert als er ook maar één lid wegvalt.

Hebben jullie zelf het gevoel dat sommige mensen nog niet volledig openstaan voor instrumentale acts?

JOE: Ergens misschien wel, maar... je hebt als instrumentale groep zo veel vrijheid! Dat compenseert voor mij alles. PAUL: En als je als instrumentale groep iets wil betekenen, moét je wel iets opvallends of origineels doen, want je kan geen clichémuziek verstoppen achter een hippe frontman. JOE: Dat is uiteraard ook de reden waarom al die populaire Engelse groepjes van tegenwoordig elkanders rotmuziek zomaar probleemloos kunnen kopiëren. Geen van hen heeft echt iets te bieden, maar die gasten krijgen veel meer kansen dan wij. Maar ja, we leven dan ook in a culture that embraces normality. PAUL: Veel belangrijke muziek van de voorbije eeuw is trouwens instrumentaal: ga het maar na. JOE: En Robert Smith heeft ons gezegd dat we nooit een zanger mogen aannemen... PAUL: Holala, namedropping! (lacht)

Oké, dat is erom vragen. Jullie gaan inderdaad volgend jaar op tour met The Cure. Vertel eens, hoe is dat tot stand gekomen?

JOE: (snel) Zij hebben ons gevraagd! Blijkbaar is Robert Smith een fan.

En zijn jullie ook fans van The Cure?

PAUL: Ja, toch wel. Het is niet mijn lievelingsgroep, maar ik luister er wel eens graag naar. JOE: Ik ben er vooral de laatste tijd nogal veel naar beginnen luisteren. Je begrijpt vast wel waarom. (glimlacht) PAUL: De tournee begint pas volgend jaar, maar vorige week hebben we toch al één keer voor The Cure geopend. Dat was in San Francisco, en we speelden in een amfitheater waar 25000 man binnenkon. Er waren wel slechts 2000 mensen, en die zaten dan nog helemaal achteraan. (lacht) Een vrij surreële ervaring, maar soit.

Indien jullie zelf de ultieme tournee mochten samenstellen, met wie zou je dan de hort op gaan?

JOE: Wij luisteren alle vier naar compleet verschillende dingen, dus zouden we kiezen voor artiesten waar we collectief van houden. Uiteraard zouden wij zonder twijfel eerst spelen...

Bescheiden.

PAUL: Nee, kwestie van alle andere groepen te kunnen zien. (lacht) JOE: Ik zou meteen kiezen voor Saul Williams, Tom Waits en Deftones. En de harpiste Joanna Newsom vind ik ook geweldig. PAUL: Radiohead als headliner zou ik wel zien zitten. JOE: (enthousiast) And I would get At The Drive-In back together!

Goed plan. Wat zijn jullie leukste en afschuwelijkste touranekdotes?

PAUL: Wel, gisteravond... (zwijgt verdacht)

Kom, wie 'a' zegt...

PAUL: (lacht) Gisteravond was ongetwijfeld één van onze zatste avonden ooit. Of dat nu positief of negatief is, daar ben ik nog niet helemaal uit. JOE: (jongensachtig blij) Een tijdje geleden hebben we in Noorwegen op een speedboat mogen rijden, dat was echt super! Ook het Dourfestival van vorige zomer was ongetwijfeld één van onze hoogtepunten tot hier toe. PAUL: Het lastigste voorval was een Duitser die enkele maanden geleden tegen onze bus was gereden. Hij was in fout, maar uiteraard belde hij de politie en maakte hij hen wijs dat het allemaal onze schuld was. En ze geloofden hem, aangezien hij een Duitser was en wij... tja...

...een stom buitenlands rockgroepje.

PAUL: Inderdaad. JOE: Onze autosleutel is ook eens afgebroken in het slot. (Paul jammert spontaan) Acht uur hebben we in de regen gestaan om dat op te lossen! Gezellig, hoor.

Tot slot: jullie hebben na de opnames van 'The Destruction of Small Ideas' ook allemaal jullie jobs opgegeven om volledig voor de band te kunnen gaan. Lukt dat, financieel?

JOE: Nauwelijks. We kunnen overleven, but it doesn't work on paper... PAUL: No, it doesn't work on paper. At all. JOE: Kijk, ik kan het me niet permitteren om dure zetels of een breedbeeldtelevisie te kopen, maar ik ben er ook van overtuigd dat niemand dat écht nodig heeft. Trouwens, hoe je het ook bekijkt: wij zitten uiteindelijk nog in een luxesituatie. Overal ter wereld zijn er mensen die over zoiets niet eens kunnen nadenken, omdat ze letterlijk van dag tot dag moeten zien te overleven. Ik ben echt dankbaar voor elk ogenblik dat ik dit kan meemaken. PAUL: Wij kunnen doen waar we in geloven. Zoiets koop je niet. JOE: Het merendeel van mijn vrienden heeft misschien veel meer geld dan ik, maar zij moeten elke morgen vroeg naar hun job vertrekken, terwijl ik me hier toch lekker in Antwerpen zit te amuseren en straks kan optreden. Serieus: denk je dat ik jaloers ben?

(foto: Steve Gullick)
(foto: Steve Gullick)

De geluidsman van 65daysofstatic ging die avond misschien opvallend vlot te werk, maar hij sloeg er daardoor ook in om de klank van het optreden – en dan nog in een zaal als Petrol – grotendeels naar de knoppen te helpen. Alle gitaarmelodieën en de drums verdronken in veel te luide bassen en geluidseffecten, maar dit alles was buiten de performance van 65 zelf gerekend. Na de loeiharde elektronica-intro 'Goodbye 2007' mocht 'The Far and Mechanised Glow of Eastern European Dance Parties' meteen de zaal doen daveren van de eerste rijen tot de bar achteraan. Vlak daarna volgde het obscure b-kantje 'The Major Cities of the World Are Being Destroyed One by One by the Monsters', het gloednieuwe 'Primer' en de oudjes 'Install a Beak in the Heart That Clucks Time in Arabic' en 'This Cat is a Landmine'. Na deze stevig opbouwende openingsronde steeg 65daysofstatic eventjes boven zichzelf uit in een overdonderend hoogtepunt. De furieuze publiekslieveling 'Await Rescue' vormde een stevige inleiding voor het melodieuze 'When We Were Younger and Better', maar het waren de bitterzoete anthem 'Radio Protector' en het withete 'A Failsafe' (met een fenomenale nieuwe intro) die de hele zaal omvormden tot één brok zwetende emotie. De ijzersterke afsluiters 'White Peak/Dark Peak' en vooral 'These Things You Can't Unlearn' stonden eveneens als een huis, maar konden toch net niet meer dezelfde vervoering teweegbrengen. Het viertal verdient overigens een extra pluim voor het feit dat een ondertussen voor de hand liggend nummer als 'Retreat! Retreat!' net niét werd gespeeld. Als een groep kan overtuigen ondanks een brak geluid (nu zelfs ook op podium!) is er meer aan de hand. 65daysofstatic, zo heet dat.

Meer over 65daysofstatic


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.