Op Zu's magistrale 'Igneo' mocht cellist Fred Lonberg-Holm al schitteren op drie tracks. Die samenwerking moet de muzikanten toen goed bevallen zijn want voor deze cd is Zu met Lonberg-Holm tot een kwartet uitgebreid. Ten opzichte van 'Igneo' is deze wijziging in de bezetting niet het enige verschil. 'Igneo' was een episch werk in vele opzichten: hard, meedogenloos, gedreven en energiek. De nummers op 'The Way of The Animal Powers' klinken wat abstracter en geschifter en lijken meer het resultaat van een jamsessie.
Het album bevat een aantal nummers die worden gedragen door wringende, haperende ritmes die stilvallen en plots bruusk weer opstarten. Zo opent 'Tom Araya is our Elvis' met een rudimentair traag ritme van drums, vervormde cello en distortionbas. Wanneer het ritme dan toch doorbreekt, klinkt een vuil loeiende baritonsaxofoon die wat later jammerend contrasteert met het meeslepende ritme. 'Things Fall Apart' is ook zo'n logge, lome brok met een stugge bas, een neuzelende sax, roffelende drums en tegendraads cellospel. Zu meet zich - vergeleken met vorig plaatwerk - bij momenten een behoorlijk vrije sound aan. 'Shape Shifting' is een mooi staaltje van ingehouden en langzaam opbouwende dreiging. Een schurende en zeurende cello en kabbelende drums vormen de basis waarop Massimo Pupillo subtiel hoge basnootjes plaatst. Bovendien accentueert hij de dreigende sfeer door occasioneel dezelfde lage basnoot door zijn solospel te weven. In 'Farewell to the species' wordt een mooie spanningsboog opgetrokken rond lange schurende cellodrones. Deze worden begeleid door gefriemel op bas, korte baritonsaxstoten en zachte percussie. 'A Fortress Against Shadows' is zelfs een stukje pure vrije improvisatie met een zacht reutelende baritonsax, de occasionele verstilde basnoot, gedempte percussie en een zacht zingend cellogeluid. Daarnaast schrikt Zu niet terug voor enige spielerei: 'Anatomy of a Lost Battle' bijvoorbeeld bevat een grappige tape van een psychiater met een verwoestende analyse van de (volgens hem althans) nogal geperverteerde geest van Monte Cazazza, een tijdsgenoot van en verwant met industrial noise pioniers Throbbing Gristtle. Of de afsluiter 'Every Seagull Knows' - opgebouwd rond een heftige ritmesample van bas, drums en cello - verrast door de eerst nog knappe zang van Jacopo Battaglia maar die klinkt echter al snel alsof hij door die alwetende zeemeeuwen van een hoge klif wordt verdrongen.
Wie een tweede 'Igneo' verwacht is bij een eerste beluistering mogelijk wat ontgoocheld maar dit schijfje groeit met iedere beluistering. Met deze nogal bizarre maar gevarieerde cd is ook duidelijk dat er bij Zu van een herhalingseffect voorlopig geen sprake is. Afklokkend op minder dan 26 minuten kan dit moeilijk een volwaardige cd worden genoemd maar als tussendoortje is dit een meer dan geslaagde oefening.
Meer over Zu
Verder bij Kwadratuur
Interessante links