Radiohead door een strijkkwartet, het lijkt vooral spek voor de bek van wie op de Night of the Proms zijn voorliefde voor klassieke muziek gaat botvieren. Gelukkig is het kwartet van dienst hier Zapp4, het voormalige Zapp String Quartet, dat al jaren lang de grens bespeelt tussen jazz, wereldmuziek, klassiek en pop zonder deze insteken te verdunnen tot noch-vis-noch-vlees muziekjes.
Radiohead is natuurlijk een dankbare keuze. Enerzijds heeft de groep de stap kunnen zetten naar het massapubliek zonder daarbij de alternativo’s te schofferen. Anderzijds staat de muziek van de Britten stijf van de inventiviteit, details en gedaanteverwisselingen en het is dit facet dat de heren van Zapp4 overtuigend hebben aangeboord om hun versie van enkele Radioheadsongs te realiseren.
Realiseren en niet recreëren, want in tegenstelling tot de Scala’s van deze wereld, schrikken de muzikanten van Zapp4 er niet voor terug om de originele muziek stevig onder handen te nemen. Ze proberen immers niet het rockende strijkkwartet uit te hangen, maar zetten de muzikaliteit van de rockgroep over naar hun eigen klankidioom. Op die manier is ‘We Suck Young Blood’ veel meer een “klassieke” dan een rock-cd geworden.
Toegegeven, de zanglijnen van Thom Yorke verliezen al eens van hun aantrekkingskracht als ze zuiver instrumentaal gespeeld worden, maar de manier waarop het strijkkwartet het gebrek aan technologische middelen (geen distortion of andere effecten) opvangt, getuigt van verbeelding. Het combineren van speeltechnieken, het uitbreiden van de harmonisaties of het polyfoon uitwerken van het songmateriaal, doen haast vergeten dat het hier om covers gaat, terwijl het fundament van de songs wel grotendeels gehandhaafd wordt. Radioheadfans moeten dus niet wanhopen: de nummers blijven herkenbaar.
De manier waarop de leden van het kwartet samenspelen (drie van de vier werken al bijna vijftien jaar in deze formule samen) draagt verder bij tot de muzikale scherpte. De gelijkheid in de ritmische uitvoering, de exactheid qua intonatie en vooral de dynamische balans tussen de leden heft het muzikale resultaat nog een niveau hoger: niet alleen mooi meegenomen, maar eigenlijk ook noodzakelijk voor de ambitieuze arrangementen. Het is dan ook vreemd om enkele kleine slordigheden in de ritmiek (‘We Suck Young Blood’) of de intonatie (‘Exit Music’) te horen. Gelet op de precisie waarmee elders gespeeld wordt, zijn dit mogelijk met opzet aangebrachte oneffenheden, hoewel die niet echt iets bijdragen tot de rijkdom van de muziek.
Hoe sterk de muzikanten van Zapp4 de muziek naar hun hand zetten, wordt duidelijk wanneer ze invloeden van “hun” tradities in de muziek binnensmokkelen: de barokke bogen in ‘The Daily Mail’ of de fijne percussie van Afra Mussawisade die ‘Give up The Ghost’ in het Midden-Oosten plaatst. De symfonische ambities van het originele ‘Paranoid Android’ worden niet uitgebuit, maar naar kamermuziekniveau gebracht, waarbij de muziek verdiept wordt met een rijke harmonisatie en een complexe stemvoering.
In ‘We Suck Young Blood’ is het de leegte van het origineel die er aan moet geloven. Zapp4 kiest voor een warme harmonisatie die, aangevuld met zelf gekozen stijgende lijnen, wel heel erg naar Samuel Barbers ‘Adagio For String’ knipoogt. Dat de groep later kiest voor krassende uithalen, een (uitzonderlijk) rockende groove en zwalpend struinen, zonder dat de overgangen geforceerd aandoen, laat horen dat voor dit project niet over een nacht ijs gegaan werd. Zo kan het dus ook!