Concerten van Zapp4, voorheen het Zapp String Quartet, zijn een zeldzaamheid op Belgische podia en dat is een spijtige zaak. Niet dat Belgische strijkkwartetten niet de moeite waard zijn (daarvoor hebben ensembles als het Spiegel String Quartet of het Quatuor Danel een te solide reputatie opgebouwd), maar het boeiende aan Zapp4 is dat het niet kan kiezen tussen jazz, klassiek en pop. Hun recentste album ‘Radiohunter’ is daar het klinkende bewijs van: er wordt in geen enkele richting echt kleur bekend.
De muziek van en door de muzikanten van het kwartet is te gesofisticeerd voor de populaire markt en te vlot en spontaan voor het die hard klassieke repertoire. Daarmee dreigt Zapp4 tussen twee stoelen te vallen, al kan het repertoire van de groep evenzeer een breed publiek aanspreken. De muziek op ‘Radiohunter’ is harmonisch, beweeglijk en vloeit elegant, zonder ook maar ergens goedkoop te worden. Integendeel: de composities verzanden niet in gemakkelijk werk maar zijn knap uitgebouwd, waarbij de uitgeschreven muziek lijkt te primeren op de improvisatie. Lijkt, want de natuurlijkheid van de muzikale ontwikkeling laat beide opties open. Bovendien blijft het geheel toegankelijk en bovendien rijk aan herkenbare referenties zonder te vervallen in gratuit eclecticisme. Swing, drive en filmische aspecten – die doorgaans al eens voor een kleffe atmosfeer kunnen zorgen – worden hier geloofwaardig en smaakvol geïntegreerd.
De grote kracht van de leden van het kwartet ligt daarbij in hun sterk samenspel en een uitstekende onderlinge balans. Dit is niet alleen te horen in de homogene passages, maar ook wanneer een of meerdere muzikanten zich losmaken uit het geheel en de muziek gaat uitwaaieren. De exactheid en de souplesse waarmee dat gebeurt, maken van ‘Radiohunter’ een indrukwekkende plaat, waarbij alles vanzelfsprekend blijft klinken.
Hoe soepel Zapp4 kan draaien is te horen in de stukken van altviolist Oene van Geel: de stevige pizzicatodrive van de titeltrack of de secuur gespeelde zigeunerswing van ‘De Hamer’. In violist Jeffrey Bruinsma’s ‘After Dark’ domineert dan weer een Indische riff, terwijl van Geels ‘Unseen’ abstracter klinkt, waarbij de groep wisselt tussen polyfonie en strak afgelijnde, gezamenlijke bewegingen.
In de laatste tracks zoekt de groep meer de klassieke wereld op, waarbij het kwartet maximaal als geheel wordt uitgespeeld. ‘Bollywood’ is ondanks de suggestieve titel de meest open compositie. Harmonisch verkleurende wolken, licht strijken en zachte dissonanten zorgen voor een wazigheid die eens niet resulteert in pseudo-impressionisme, maar in een eigen klankwereld waarbij de individuele muzikanten helemaal opgaan in het groepsgeluid. ‘BMW’ (een compositie van violist Jasper le Clercq) is dan weer de meest evoluerende compositie op de cd. Van regelmatig hakkende, dissonante akkoorden schuift de muziek in een snelle, spokende drive waarna de muzikanten quasi chaotisch door elkaar beginnen spelen om later het klankbeeld te laten opklaren. In een volgende beweging wordt de muziek strakker, waarna er beklijvende tremolo’s opduiken alvorens de hakkende akkoorden van het begin terugkeren. De hele trip wordt afgewerkt in dik zes minuten, zonder dat er drastische breuken ontstaan. Een sterk staaltje compositie én uitvoering dat op ‘Radiohunter’ eerder regel dan uitzondering is.