Wanneer een tegenstander op zijn of haar zij geworpen kan worden, spreekt men in de sport judo van een 'yuko'. Dit leert in ieder geval een snelle Google-speurtocht rond deze term. Sinds kort kan daar echter ook zonder problemen de omschrijving 'zéér beloftevolle Belgische muziekgroep met een knappe en okselfrisse debuutplaat' aan toegevoegd worden. De release van Yuko's eersteling 'For Times When Ears are Sore' bij het relatief nieuwe label Debonair Music heeft er namelijk voor gezorgd dat deze verwachting en lofzang meer dan terecht zou zijn.
Het is zeer lang geleden dat een titel van een cd nog zo goed de lading dekte dan bij deze release. De met mespuntjes postrock en slowcore besprenkelde liedjes glijden namelijk langzaam en zonder al te veel stoorzenders voorbij. Het knappe is dat dit echter nergens leidt tot verveling of onverschilligheid, want daarvoor zijn de nummers te mooi en weten kleine klanktoevoegingen van o.a. een muziekdoosje, zaag of koffiemolen (!) de spanningsboog overal net strak genoeg te houden. Tussen het door de op de voorgrond tredende banjo wat naar neofolk neigende openingsnummer en het sterk aan Sigur Rós verwante en van mooie samenzang voorziene slotnummer weerklinkt in alle nummers hetzelfde melancholische sfeertje dat ook zo typisch is voor het gretig beluisterde Studio Brussel-programma 'Duyster', wat ondertussen al als een genre op zich kan worden beschouwd. Er wordt op 'For Times When Ears are Sore' dus net zo mooi geëxperimenteerd met weidse door gitaar gecreëerde klanktapijten als afgewisseld tussen ingetogen en meer uitbundige momenten, al zijn deze laatste ook hier zwaar in de minderheid. De gitaaruitbarstingen worden bovendien even spaarzaam als efficiënt aangewend, maar zitten de nummers bovenal als gegoten. Een ander muzikaal raakpunt van Yuko is de band Radiohead, en dat niet enkel wat de muzikale experimenteerdrang betreft. Vooral in het nummer 'Hurry, Back to the Meal Mobile' lijken zowel de stem van Kristof Deneijs als de muzikale omlijsting zwaar te zijn geïnspireerd door Thom Yorke en de zijnen. Het is echter des te opmerkelijker dat het nummer ook qua niveau niet moet onderdoen voor hun Engelse collega's! Doordat Yuko bestaat uit drie jongens en twee meisjes kan er tevens ook mooi afgewisseld worden tussen mannelijke en vrouwelijke stemmen in de backing vocals en samenzang, een verrijking die alleen voor zulke 'unisex-bands' weggelegd is uiteraard.
Met Yuko heeft België er plotsklaps een rijzende ster uit de blijkbaar onuitputtelijke bron van talentrijke indiebands bij. Door gretig te grabbelen in de grote ton der 'Duystere' muziekstijlen en er knap hun eigen ding mee te doen, eigenen de dames en heren van Yuko zich echter zelfzeker een eigen plekje toe in het nationale muzieklandschap. Ten slotte is ook het mooie hoesje waarin de cd verpakt zit, zeker nog even het vermelden waard. Of hoe alles bijna 100% klopt aan dit zeer knappe debuut!
Meer over Yuko
Verder bij Kwadratuur
Interessante links