De in april overleden Russische cellist en dirigent Rostropovitsj stond bekend als een politiek geëngageerd figuur, omdat hij dissidente standpunten durfde innemen tegen het voormalige Sovjetregime. Toch wou de man liever niet de geschiedenis ingaan als politiek activist. "I'm not interested in politics", zei hij ooit, "that's for politicians. I'm a musician!" Daarmee vertolkte Rostropovitsj een standpunt waar muzikanten – uit alle genres – zich vaak achter scharen: partijpolitiek en muziek behoren gescheiden werelden te zijn, en wie toch maatschappijkritische ideeën heeft, verkondigt die via liedteksten. Zeldzaam zijn de muzikanten die hun naam expliciet verbinden aan politieke partijen, en net dát maakt de activiteiten van Yevgueni-frontman Klaas Delrue voor Groen! zo opmerkelijk. In tegenstelling tot zijn collega Tom Kestens (van Lalalover) heeft Delrue op de valreep beslist om bij de laatste verkiezingen toch maar niét mee te dingen voor een zitje in de Senaat: geen onverstandige beslissing, want hoelang kan iemand zijn idealisme volhouden temidden van het muffe rode pluche? Als er één plaats is waar er niet bijster veel wereldverbeterende daden (kunnen) worden verricht, is het de Senaat wel.
Het vijfkoppige Yevgueni is vanzelfsprekend geen afdeling binnen de partijstructuren van Groen!, maar toch is de link tussen de beide allesbehalve betekenisloos. Het voor de ecologisten kenmerkende verlangen naar "zachte waarden" en hun aversie voor het kille materialisme zijn namelijk ook alomtegenwoordig op Yevgueni's tweede cd. Even een greep uit de tekstthema's die Delrue de revue laat passeren: bedrijfsafdankingen en hoge werkdruk ('Robbie II'), Afrikaanse vluchtelingen die hun geluk beproeven in het Westen ('Honger'), daklozen die doodvriezen in de onderbuik van de rijke steden ('Marcel'). Sociaal engagement met hopen op 'Aan de Arbeid', hoewel toetsenist Geert Noppe onlangs in het tijdschrift Ons Recht meldde dat de band "niet te veel protestsongs" op zijn cd's wil zetten. Hij voegde eraan toe dat geëngageerde teksten vooral dienen om bepaalde mensen "te bevestigen in hun visie, en om ze te doen beseffen dat ze niet alleen staan". Wie niet overtuigd is van de noodzaak van sociale tendenzen in de samenleving, kon volgens Noppe wellicht niet worden overtuigd met één liedje... De nagel op de kop.
Daarom bevat 'Aan de Arbeid' niet enkel maatschappijkritische tracks, maar ook nummers met frivole en romantische ondertonen. Globaal gezien toont Delrue zich als een scherpe observator en een taalvaardige songsmid: zo zingt hij bijvoorbeeld over een "korst koffie die gisteren is gezet" en "onherkenbaar aan elkaar gerotte stukken fruit". Mooie metaforen zijn er ook: een auto die "door de nacht" rijdt, gedachten met een "opvallende kleur", een hart dat "soms zomaar even stopt". Af en toe maakt Delrue er zich nog wel wat te gemakkelijk vanaf, en vervalt hij in oppervlakkige rijmen als "nog een beetje? / jij zei niet nee / je knikte gedwee / zij dronk niet mee / dat was echt geen thee". Op 'Zo Donker' schurkt hij dan weer gevaarlijk dicht aan bij Luc De Vosiaanse woordenschat: "En we aanvaarden voor altijd / mijn ongeslagen broeder / dat de zon niet altijd schijnt". Gelukkig blijft het bij die ene song: Delrue kan zeker geen Gorki-epigonisme worden verweten. Hij heeft een heel eigen taalstijl, en zijn Nederlands klinkt vaak geïnspireerder dan dat van De Vos.
Toch is de buit – op artistiek vlak althans – voor Yevgueni nog niet helemaal binnen. De band (met een basisopstelling van akoestische en elektrische gitaren, drum, bas en toetsen) speelt bijzonder dynamisch en strak, maar de arrangementen en melodieën ontberen vaak de zweem originaliteit die de teksten wél hebben. Veel melodielijnen hebben een groot "meezinggehalte": op zich is daarmee niets mis, maar als je alle tracks na elkaar beluistert – inclusief deze van Yevgueni's eerste cd – valt het op dat veel refreinen onderling ietwat inwisselbaar zijn.
Voorts kan je je afvragen hoe 'Aan de Arbeid' zou klinken zónder de Hammondorgel-partijen van producer Wouter Van Belle: een track als 'Verloren zoon' zou er dan bijvoorbeeld wel erg mager uitkomen. Een groep moet er steeds naar streven om zélf zoveel mogelijk werk voor eigen rekening te nemen, inclusief de ornamentele details in de instrumentatie: de klankrijkdom van cd's wordt er immers verregaand mee door bepaald. Met zijn sterke muziektechnische bagage zou Yevgueni alleszins in staat moeten zijn om ook zónder instrumentale bijdragen Van Belle een muzikaal interessante plaat af te leveren. Deze opmerking kan overigens gerust worden beschouwd als muggenzifterij. Yevgueni staat immers al op een heel mooie hoogte, en kan in de toekomst enkel nog groeien.
Meer over Yevgueni
Verder bij Kwadratuur
Interessante links