Als een kind van zijn tijd laat Yannis Kyrikaides zich niet in een hokje vangen. Deze uit Cyprus afkomstige, maar in Nederland wonende muzikant-componist is actief als geluidskunstenaar, componist van hedendaagse muziek, speelt af en toe nog eens ud en brengt samen met Andy Moor van The Ex eigentijdse interpretaties van het Griekse rebetika-repertoire. De link tussen deze diverse stijlen en achtergronden is ook terug te horen op de cd ‘Resorts & Ruins’. Toch is Kyriakides’ muziek niet beperkt tot vlot binnenschuivend eclecticisme. Meer dan behagen, wil hij eerder raken en vragen stellen.
‘Resorts & Ruins’ laat drie elektronische werken van Kyriakides horen, waarvan er twee gemaakt werden voor installaties. Van die twee is vooral het meer dan een half uur durende ‘Varosha (Disco Debris)’ heel direct en confronterend. Het stuk ontleent zijn naam aan de gelijknamige wijk van Famagusta (Cyprus), waar Kyriakides als kind op vakantie ging. Ooit een populaire toeristische bestemming, is de wijk sinds het afsluiten in 1974, ten gevolge van het Turks-Griekse dispuut, verworden tot een spookstad. De nostalgie, de vergane glorie en de herinneringen worden door Kyriakides heel pakkend verklankt door een combinatie van abstracte elektronica en locale amusementsmuziek. Die laatste is vaak banaal en kitscherig als goedkoop formicameubilair, maar krijgt in combinatie met de elektronica een aandoenlijke weemoed, alsof de luisteraar onder hypnose alles opnieuw beleeft.
Geluiden die vaag doen denken aan de sirene van een luchtalarm, regenruis, feedback of ontraceerbare klanken worden door Kyriakides minutieus gemonteerd en gemanipuleerd. Zo lijkt de spreekstem die het verhaal van Varosha vertelt de toonhoogte in de elektronica te triggeren en speelt de componist een spel van ritmische vrijheid en duidelijkheid, waardoor zelfs even de sfeer van DJ Krushs korrelige hiphopbeats kan opduiken, zonder dat die insteek uit de toon valt.
Geleidelijk aan krijgt de amusementsmuziek het steeds moeilijker om op gang te komen, alsof de herinnering aan Varosha’s glorietijd vervaagt. Het geluid wordt steeds synthetischer tot tenslotte op het einde van deze beklijvende luistertip alleen het geluid van de zee overblijft.
Heel anders is het opzet voor de drie reeksen ‘Covertures’, gemaakt voor het Nederlandse paviljoen op de biënnale van Venetië. Het geluid bestaat uit niets anders dan bevroren momenten uit de opera ‘L’incoronazione di Popea’ van Monteverdi en stemmen van mensenmassa’s. De confrontatie van het ogenschijnlijk statische, vaak onherkenbare orkestgeluid en de meer bewegende stemmen zorgen voor contrasten in dynamiek en beweging waardoor elk stukje een eigen sfeer meekrijgt: dreigend, opzwepend, onheilspellend of gewoon oorverblindend door de gelaagdheid en de kleine evoluties in de klank.
In de drie bewegingen op deze cd worden de brokken geluid telkens in een andere configuratie geplaatst. Worden ze in de eerste gescheiden door stiltes, alsof Kyriakides het geluid in een kader wil plaatsen, dan is het tweede stuk een grote golvende montage met een uitgerekte ontwikkeling. In het laatste deel worden de fragmenten tenslotte botweg naast elkaar geplaatst, waardoor het geluid in schokjes verloopt en de luisteraar lijkt te zappen van de ene volkstoeloop of operapassage naar de andere.
Ook voor het laatste stuk op de cd, ‘The One Hundred Words’ maakt Kyriakides gebruik van samples en zijn muzikale wortels. Het geluid bestaat alleen uit toonloze spreekstem van Kyriakides zelf en een opname van een Cypriotisch lied. De componist knutselt een grote, natuurlijke boog ineen die naast herkenbare muziek en spreekklanken (soms onherkenbaar kort geknipt) ook elektronisch knetsen, tikken, plopperen en zoemen laat horen.. Opnieuw knipt en monteert Kyriakides met een enorm gevoel voor detail en ontwikkeling, waarbij ritme, kleur en gelaagdheid de muziek ver over een loutere “sfeer” tillen en het stuk meer krijgt dan zomaar een rechtlijnig verloop. Geluidskunst op haar best: verhalend genoeg om te volgen, abstract genoeg om te prikkelen en steeds vol muzikale kwaliteit.