Een vrij zwaarmoedige largo van een kwartet strijkers is niet meteen de opener die bij een plaat van het alternatieve indielabel Domino verwacht wordt. Met een cd van het gelegenheidstrio Robert Wyatt, Gilad Atzmon en Ros Stephen wordt echter een andere muzikale koers gevaren. Wyatt heeft als de man met ‘de droevigste stem op aarde’ een rijk verleden in het jazz- en progrockwereldje (als oprochter van ondermeer Soft Machine), Atzmon is als Brits Israëli zowel door zijn virtuoos saxspel als zijn anti-Zionistisch gedachtengoed een veelbesproken muzikant en Stephen is als stichtster van het grootste Britse tangogezelschap Tango Siempre een toonbeeld van emotioneel sterk vioolspel. Samen delen ze een voorliefde voor jazzmuziek en componeerwerk, wat leidt tot een album waarin zowel enkele eigen nummers als songs van enkele grote componisten naar eigen hand worden gezet.
Het trio gaat voor een unieke samensmelting van erg poëtische, virtuoze jazz, klassieke toetsen met donkere ondertonen, en een snedig stukje pop-songwriterschap. Elf songs die allen baden in hetzelfde sombere, filmische wereldje geven blijk van de brede, diverse interesse van de drie artiesten.
De titeltrack is meteen zowat de meest opvallende bijdrage dankzij zijn erg lyrische, melancholische zang - een verdienste van Atzmons vrouw Tali – die dankzij een minimale, klassieke begeleiding alle vrijheid krijgt om heerlijk rond te zweven. Een voorzichtig tangoritme en klagend fluitspel zorgen voor een broeierig laatavondsfeertje die de vrouwelijke charmezang van ‘From the Ghosts Within’ mooi ondersteunt. Een andere opmerkelijk moment is het helemaal uit de toon vallende ‘Where Are they Now’, waarbij speels om elkaar krullende klarinetten (herken de melodie van ‘Midden in de Winternacht’!) plots verstoord worden door shuffles, snoeiharde breakbeats en Arabische raps.
Het overgrote deel van dit album gaat echter over subtiliteit en intimiteit. Het sobere jazzstuk ‘Maryan’ dat Wyatt samen met Philip Catherine schreef, bouwt mee aan het semiklassieke karakter van dit album. Schuifelend drumwerk en een behang van zwevende sax en viool bieden een emotioneel zwaarmoedige, gepaste ondersteuning aan de erg aparte, duistere stem van deze bijna bejaarde crooner.
Deze soundtrack voor een onbestaande film wel wat op een speeltuin waarin dit opmerkelijke trio beurtelings zijn interesses en kunde presenteert. Een fluitend ‘Round Midnight’ laat melancholische viool en accordeon samensmelten in een mooi Toots Tielemans versus Morricone-kader.
Vergeet echter niet dat er wel op een zeer hoog niveau wordt gespeeld. Songcomposities blijken zowel divers als apart, maar nooit te artificieel. Bovendien bulkt de cd van de intrigerende melodieën, zonder zijn mysterieuze en intieme sfeer te verzaken.
Spijtig genoeg glijdt deze plaat meer en meer richting complexe jazzmuziek. Het gezelschap maakt er een punt van werken van meesters als Duke Ellington of Thelonius Monk te herinterpreteren en dat op een technisch complexe, soms ronduit zwaar experimentele wijze. ‘In a Sentimental Mood’ blijkt een gepaste titel voor een (te) langdurig stuk triestig strijkersentiment. Speelsheid wordt ernst, klassiek glijdt meer en meer naar jazz en sfeer wordt danig verstoord. Een nachtelijke versie van Armstrongs bejubelde ‘Wonderful World’ als afsluiter waarin Wyatt weinig overtuigt als smartlapzanger faalt spijtig genoeg om het album toch weer wat open te trekken.