In 2006 was de woonboot van trombonist Wolter Wierbos het toneel voor een reeks kleinschalige concerten voor een beperkt publiek. Schoon volk als Han Bennink, Ab Baars, Mary Oliver en Wilbert De Joode musiceerden er in een ongedwongen sfeer samen met de gastheer. Op het toepasselijk getitelde 'Deining' werden achttien opnames uit deze reeks verzameld, wat resulteert in een erg diverse compilatie.
Dit bijna exclusief Nederlandse onderonsje (Franky Douglas is als Surinamer de enige uitzondering) en het feit dat de meeste musici elkaar kennen van bij het ICP Orchestra zorgt voor een vertrouwde sound met af en toe van die typische doldwaze improvisaties. Han Bennink tokkelt zoals gewoonlijk op alles wat hij onder ogen krijgt en laat de drumstokken hierbij weer als een echte ratel- en roffelmachine in het rond zwieren. Op de ritmische cadans grommelt Wierbos vreemde trombonegeluiden die de grote werken in 'Op de Werf' illustreren. Met rietblazer Ab Baars (nog zo'n ICP-collega) gaat het er heel wat anders aan toe. Terwijl 'Buitengaats' nog een ruwe schets lijkt waarbij saxofoon en trombone op een weinig verfijnde manier tegen elkaar schuren, is 'Peer's Counting Song' een mooi duet waarbij Baars de sfeer bepaalt met een treurige klarinetmelodie.
In combinatie met Franky Douglas toont Wierbos een heel andere zijde van zijn muzikaal wezen. Met beheerste gitaarpartijen duwt Douglas zichzelf in een begeleidende rol in 'Visions' waardoor de trombone vrij spel krijgt om zes minuten lang melodieus te sprankelen. Ook de funky gitaarlicks van 'Innermission' zijn een vruchtbare voedingsbodem voor een speelse Wierbos die het hier overduidelijk naar zijn zin heeft. Mary Oliver was in tegenstelling tot de Surinamer duidelijk niet van plan een ondergeschikte rol te spelen tijdens het concert. In 'Hoog aan de Wind' wikkelt zij haar altviool met lange glissandi rond de trombone, die op sommige momenten lijkt te worden gemanipuleerd met zilverpapier, waardoor ze een kazoo-achtig geluid voortbrengt.
Andere vreemde klanken zijn te horen in de stukken met bassist Wilbert de Joode. De logge aangestreken snaren zorgen in 'Loefzijde' voor een angstaanjagende drone die Wierbos inspireert tot een kletterende trombonepartij, terwijl in 'Overstag' de contrabas herleid wordt tot een percussie-instrument. Deze opmerkelijke afwisseling van stuk tot stuk typeert 'Deining' van start tot finish. Het geleverde spel is nergens minder dan goed, maar daartegenover staat dat het jammer genoeg ook nooit echt memorabel wordt.
Meer over Wolter Wierbos
Verder bij Kwadratuur
Interessante links