De Brits-Japanse pianist Mitsuko Uchida maakte van het spelen van Mozart een van haar specialiteiten. Integrale opnames van Mozarts pianoconcerti en van Mozarts pianosonates werden enthousiast ontvangen. Hier vindt men haar terug als solisten en dirigente van het Cleveland Orchestra in twee van Mozarts latere werken, het drieëntwintigste concerto in A majeur, KV488 en het vierentwintigste in c mineur, KV491. Het zijn twee concerti die Mozart naar het midden van de jaren 1780 toe voor eigen gebruik in Wenen schreef. Mozarts muziek bleek enorm aan te slaan nadat hij net naar Wenen verhuisd was (vandaar de behoefte aan talrijke pianoconcerti voor openbare concerten) maar het publiek verloor haar interesse naar het eind van Mozarts korte leven toe. De twee concerti hier illustreren die ontwikkeling want waar het concerto in A, met haar zonnige karakter en mengeling tussen toegankelijkheid en inhoud volledig aan de verwachtingen van een achttiende-eeuws publiek zou voldoen, is het erop volgende concerto in c donkerder van toon – en dus verder verwijderd van de verwachtingen van een Weens concertpubliek, dat reageerde met onverschilligheid.
Mitsuko Uchida beheerst deze concerti uitstekend. Haar uitvoering is niet opvallend vernieuwend maar uitermate degelijk en muzikaal. Erg mooi is bijvoorbeeld hoe ze de langzame delen in beide concerti vorm geeft. Het middendeel van het c mineur concerto krijgt een knappe, kalme uitvoering mee maar het triestige langzame deel uit het A majeur concerto is zo mogelijk nog mooier. Uchida neemt voluit de tijd om elke noot te zetten en elke frase uit te spelen. Haar uitvoering gaat op snellere passages nooit agressief klinken en is ook niet opvallend gedreven (of gehaast) gespeeld. De finale van het c mineur concerto wordt rustigjes aan uitgevoerd maar de optimistisch gestemde finale van het andere concerto daarentegen bezit een lichtvoetig enthousiasme. De cadenza's zijn een moment van introspectie, niet voor niets een moment waarop de piano volledig a capella aan het woord is.
De blazers uit het orkest spelen een grote rol in het concerto in c mineur, waar ze vaak als een volledig onafhankelijke orkestgroep gebruikt worden. Dat concerto bezit van ook niet voor niets een opbouw die in haar breedte en in de ruimte die voor het orkest voorzien is, een haast symfonische opbouw. Op deze cd valt de goede balans op, niet alleen tussen orkest en pianiste maar ook tussen verschillende instrumenten en groepen onderling: de muzikanten van het Cleveland Orchestra vormen een hecht blok.
Deze interpretatie van twee van Mozarts bekendste pianoconcerti is dus niet echt opvallend vernieuwend maar wordt capabel en bovenal muzikaal uitgevoerd – en Mozarts pianoconcerti zelf blijven eindeloos aantrekkelijke werken.
Meer over Wolfgang Amadeus Mozart
Verder bij Kwadratuur
Interessante links