Het was even schrikken toen het beloftevolle Quatuor Ebène ongeveer een jaar geleden met het album 'Fiction' op de proppen kwam, waarop het strijkkwartet zestien pop- en jazznummers vertolkte, bijgestaan door onder meer Nathalie Dessay (ook klassiek opgevoed) en Stacey Kent, een rasechte jazz-zangeres. Het kwartet leek daarmee ten prooi te vallen aan de grote popularisering waar bepaalde platengiganten hun onderdanen toe 'verplichten'. Toen in september van dit jaar eveneens een 'Fiction'-dvd werd aangekondigd, leek het erop dat liefhebbers van het kwartet zich dit jaar niet meer zouden kunnen verheugen op een schijfje met conservatief repertoire, waarmee dit kwartet ten slotte groot geworden is. Gelukkig was er even later al 'Dissonances', een opname met drie werken van Mozart, waarmee het Quatuor Ebène een terugkoppeling maakt naar eerder opgenomen Haydn-kwartetten voor het Franse Mirare. Vrij snel na die cd werden de vier talentvolle musici echter opgepikt door Virgin, dat het kwartet in 2008 een contract aanbood en meteen Ravel, Debussy en Fauré liet opnemen. Dat album werd internationaal de hemel ingeprezen en ook hun Brahms-interpretaties van een jaar later overtuigden vriend en vijand. Nu Quatuor Ebène een eeuw terug in de tijd gaat en de minder complexe harmonieën van Mozart aanpakt, kan men opperen dat het geluidstechnische maniërisme van dit kwartet zich wreekt op de spontaniteit van de werken, die aan lichtheid zouden kunnen verliezen door een te detaillistische aanpak. Het Quatuor Ebène houdt echter altijd het grotere plaatje in het oog en maakte van 'Dissonances' dan ook een schitterend album met drie bijna onovertroffen Mozart-uitvoeringen.
Zoals de titel doet vermoeden, is dit album opgebouwd rondom het strijkkwartet 'Dissonanten, KV 465'. Vooral het toonaardloze begin, waarin de verschillende stemmen zich richtingloos lijken op te richten, is een memorabel stuk muziekgeschiedenis geworden, maar het kwartet is in zijn geheel uiteraard schitterend. Het is het laatste van de serie Haydnkwartetten die Mozart aan "de meester van het strijkkwartet" zou opdragen en opvallend gemoedelijker qua toon dan enkele van zijn voorgangers, ondanks het gebruik van dissonanten. Mozart gebruikt hen echter niet met de bedoeling om heel bewust het tonale systeem op zijn grondvesten te doen daveren. Wel is het een muzikaal effect waar hij in alle onschuldigheid mee speelde, ook al in enkele minder belangrijke jeugdwerken. Schitterend hier is het totale evenwicht dat het Quatuor Ebène bereikt, zowel in het markeren van enkele indringende passages onderweg als in de verhouding tussen viool, altviool en cello. De minutieuze aanpak, die ertoe leidt dat zelfs de meest delicate akkoordnoten een resonerende perfectie krijgen, werpt in Mozart onherroepelijk zijn vruchten af en wie beweert dat 'Dissonances' te proper klinkt, doet dit ensemble onrecht aan. Van het briljante strijkkwartet KV 421, waarmee deze cd opent, speelt het Quatuor Ebène zelfs een donkere, ongeëvenaarde versie, met diepe celloklanken van Raphaël Merlin, die toch nooit uit de toon vallen. Elke keuze die dit kwartet maakt is een collectieve beslissing en in dit kwartet in re klein, niet toevallig dezelfde toonaard als Mozarts 'Requiem' en de dramatische ouverture tot 'Don Giovanni', wordt een enorme transparantie aan zeer veel melancholie gekoppeld.
Het kortere, speelse 'Divertimento, K138' slaat de brug tussen het dreigende openingswerk en de (dikwijls melancholische) schittering in het 'Dissonanten'-kwartet. Hierin toont het Quatuor Ebène tot wat voor lichtheid het in staat is, waarmee het kwartet overigens de recente Mozart-opname van het Jerusalem Quartet (bij Harmonia Mundi) in een minder flatterend daglicht plaatst. Dit Franse kwartet kan immers nog meer dartel klinken en maakt de partijen nooit intellectueel, laat staat dat de grote detailwerking echt gaat opvallen. Voor Mozart-liefhebbers is 'Dissonance' dus een ware ontdekking, ondanks het feit dat deze muziek al ettelijke keren uitstekend werd opgenomen in het verleden.