Een complete uitgave van Mozarts werken voor strijktrio, dat klinkt als een behoorlijk ambitieuze uitgave. Het strijktrio is echter een formatie waarvoor tot in de tijd van Mozart (en later eigenlijk ook) amper gecomponeerd werd en van de componist zelf zijn slechts twee grote werken bekend. Enerzijds Mozarts meesterlijke strijktrio KV 563 (een repertoirestuk voor elk zichzelf respecterend strijktrio) en anderzijds zes driestemmige preludes en fuga’s, transcripties van de muziek van Johan Sebastian en Wilhelm Friedemann Bach die Mozart op bestelling maakte.
Mozart doopte zijn strijktrio ‘Divertimento in Es’, maar louter diverterend is de muziek in geen geval. De naam verwijst veeleer naar de zesdelige structuur van het werk, een eigenschap die het divertimento als vorm kenmerkt. Mozart schreef het werk in zowat de meest vruchtbare periode van zijn leven, na het voltooien van de drie laatste meesterlijke symfonieën. De componist zat in zware geldnood en zijn dochter Theresia was pas gestorven. Het Divertimento capteert dan ook niet de vaak bejubelde frivole Mozart, als wel een donkere, melancholische schaduwzijde van de componist. In het eerste deel (‘Allegro’), met zijn plechtige openingsfrase en een hemelse altvioolpartij, waart een miniscuul verdriet doorheen de partituur – bijvoorbeeld bij de herneming van het tragische thema.
Het TrioFenix kiest voor een bescheiden tempo en laat de dramatiek in Mozarts compositie goed resoneren. In de meer vitale stukken hangt het trio iets te veel vast aan het verzorgde en trieste van hun uitvoering, wat het werk net iets te weinig veerkracht geeft. Puur technisch voeren de muzikanten echter mooi uit en Tony Nys (voormalig lid van het Quatuor Danel) speelt zijn dankbare altvioolpartij erg stevig. Ook cellist Karel Steylaerts staat zijn mannetje, met af en toe toch enkele technische onzuiverheden in de klank. Het trio, met een uitstekende Shirly Laub op viool, vindt echter een aangenaam evenwicht tussen de verschillende stemmen, want in dit strijktrio een absolute must is.
Het tweede deel (‘Adagio’) schetst een nog wanhopiger beeld, maar in de aandoenlijke vioolpartij (vederlicht geïnterpreteerd door Laub) spreekt een dromerige hoop naar een oplossing. Het hoogtepunt van dit adagio is ronduit verpletterend, wat tekenend is voor de kwaliteit voor de uitvoering. Ook in de volgende delen baant Mozart zich een weg tussen melancholie en getemperde vreugde, met het ‘Andante’ als kleine uitschieter.
De Bach-transcripties vragen per definitie om een latente droefheid en die steekt TrioFelix er zeker in. De fuga’s zijn degelijk uitgevoerd, maar nogal aan de pompeuze kant. Alweer legt TrioFenix het melancholische er iets te dik op, ten koste van de vinnige Mozart. Dat maakt de prachtige preludes en fuga’s KV 404a niet minder mooi, als wel lastig om drie kwartier naar te luisteren.
Al bij al levert TrioFenix met de ‘Complete Works for String Trio’ een doorleefde Mozart af, die alleen wat flexibiliteit mist in de meer beweeglijke bedrijven. De dubbelcd komt in een degelijke, maar weinig opwindende hoes, wat bij Fuga Libera helaas wel vaker het geval is. De muziek lijdt er echter niet onder : TrioFenix geeft Mozart een serieuze lezing waar zijn voltallige œuvre (en zeker het late divertimento) al langer op zit te wachten.
Meer over Wolfgang Amadeus Mozart
Verder bij Kwadratuur
Interessante links