344 doden, dat was de tol van de ondergrondse mijnexplosie in de Pretoria Pit (een van de dertig mijnen in Westhoughton in Lancashire), de thuisbasis van de Wingates Band, op 21 december 1910. Twee mijnwerkers overleefden de op drie na zwaarste mijnramp in de Britse geschiedenis. Net zoals elders in Groot-Brittannië, waren de meeste brassbandmuzikanten werkzaam in de kolenmijnen en de Wingates Band verloor er die onzalige dag zeven leden. Elk jaar wordt de ramp herdacht en ter gelegenheid van de 100ste verjaardag, tevens 95 jaar na Wingates’ eerste plaatopname, werd deze cd uitgebracht. 

Onder leiding van dirigent David Thornton, de vermaarde euphoniumsolist die deze stoel trouwens bezette van 1993 tot 1997, werd een evenwichtige en weloverwogen selectie gemaakt van ouder en innoverend werk. Tussendoor zijn er een viertal fragmenten waarin ene Ben Byers, die deel uitmaakte van de brassband net als vijf van zijn broers, getuigt hoe hij als veertienjarige op de hoogte werd gebracht dat een van hun de tragedie niet had overleefd. 

Centraal staat een schitterend nieuw werk van Lucy Pankhurst, ‘In Pitch Black’, waarvoor ze overigens al werd genomineerd voor de British Composer Award, die eind november zal worden uitgereikt. Voor dit werk ging ze te rade bij de beelden en getuigenissen van de Pretoria Pit disaster en wilde ze het emotionele karakter van de gebeurtenissen in haar compositie verwerken. Het is een waardig eerbetoon geworden dat opent met de explosie gevolgd door een stilte waarna lage en donkere klanken een beklemmende atmosfeer evoceren. Deze geven ook de hartslag weer, terwijl de onderliggende ritmiek de ijdele pogingen van de slachtoffers oproept om zich te redden en later het gezwoeg van de reddingswerkers. Het kleine licht van hun lampen wordt weergegeven door een gedempte cornet, die fragmentjes speelt uit o.a. de mars ‘Wingates’. Aan het eind geven de acht slagen op het klokkenspel het uur van de explosie, waarna een vredige melodie met een knipoog naar Eric Balls ‘Resurgam (I Shall Rise Again)’ hun de eeuwige rust geeft. 

De andere stukken hebben alle op de een of andere manier te maken met Wingates, de mijnwerkers en/of het stadje Westhoughton en zijn grotendeels marsen en hymnes. Openingsmars ‘Honest Toil’ is van de hand van William Rimmer, die de band leidde van 1891 tot het jaar voor de mijnramp, en verder zijn er nog ‘The Pitman’, ‘Wingates’ (beide van John Greenwood) en de dodenmars uit Haendels oratorium ‘Saul’. De hymnes zijn voor het grootste deel bekend, maar doordat ze zo bewogen gespeeld zijn, verrijken ze het repertoire toch: ‘Abide With Me’, ‘Deep Harmony’ en de mijnwerkershymne ‘Gresford’, geschreven na de ramp in de gelijknamige mijn in 1934. Enkel ‘Crimond’ is minder gemeengoed, maar het is vrij waarschijnlijk dat dit werk tijdens de begrafenissen en herdenkingen kort na de ramp. Rest nog een oud wedstrijdwerk, Percy Fletchers ‘Labour And Love’, dat in 1913 het allereerste concourswerk was dat specifiek voor brassband werd geschreven. Het werk beoogde een weergave van de mentale toestand van de mijnwerker: het schijnbaar doelloze, angstaanjagende en uitzichtloze (want pikdonkere) werk in de mijnen (labour) dat verzacht wordt door de liefde in zijn leven (zijn vrouw en gezin) en hem nieuwe energie geeft. 

Als afsluiter is er het lied, ‘The Pretoria Pit Disaster’ solo gezongen door Tony Berry, lid van een andere familie die nauw bij Wingates betrokken was en is. De tekst staat op een traditionele melodie waar ook Shane MacGowan zijn ‘Song With No Name’ op entte. Hoewel het repertoire met uitzondering van Pankhursts nieuwste opus en Fletchers concourswerk vooral open deuren intrapt, blijft ‘Perspectives Of Pretoria’ een aanrader wegens de uitstekende uitvoering door Wingates en de mooie samenhang.

Meer over Wingates Band


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.