Hoewel het genre deathcore nu niet bepaald bekend staat omwille van de uitmuntende bands, zijn er acts die grofweg in deze categorie gegooid worden, maar er duidelijk boven staan. Winds of Plague is zo'n act. Het voorgaande album 'The Great Stone War' was een conceptplaat die vol stond met agressief dichtgetimmerde death metal annex metalcore en die best als puik kon omschreven worden. Opvolger 'Against the World' laat de dichtgetimmerde sound meer voor wat het was, maar dat maakt dit plaatje er niet minder om.
Het enige nadeel dat een mens kan vinden aan Winds of Plague is het gebruik van soms wat kinderachtige teksten, maar dat is het dan ook zowat. De heren en dame weten best hoe ze moeten spelen, en subtiliteit is zelden aan hen besteed. Geen erg, want de brute moshfestijnen die de band op plaat pleurt, knallen als de beesten. Deze keer werd er veel meer ruimte gelaten voor de toetsenpartijen, waardoor de gitaren een beetje naar de achtergrond werden verschoven. Ook de meeste melodie komt uit de keyboards en dat is een beetje een vreemde aanpak. Vreemd, maar het werkt wel.
Zanggewijs wordt er flink gevarieerd: van een diepe grom tot schril gekrijs, het mag allemaal. Misschien niets nieuws onder de zon, maar de variatie in de zang houdt het geheel wel interessant en daardoor slaat de verveling nergens toe. Daarenboven werd er deze keer ook gezorgd voor een portie handige meebrulrefreinen die de band live geen windeieren gaan leggen. 'Refined in the Fire' is zo'n beukbeest, dat misschien tekstueel bulkt van de clichés, maar toch oh zo heerlijk blijft om mee te kwelen. Ook 'One for the Butcher' of 'Monsters' zijn heerlijk logge lappen metalcore met ballen en die sterk aanwezige toetsenpartijen.
Wie opnieuw een bruut en complexer stuk had verwacht in de trant van 'The Great Stone War' is er aan voor de moeite. Winds of Plague heeft de sound luchtiger gemaakt en opengetrokken, maar in alle eerlijkheid geeft dat de band wel meer een eigen gezicht en een degelijk album.