Toen Matthew Thomas Dillon nog eenzaam muziek zat te maken met een eenvoudige viersporenrecorder en een bed vol synthesizers probeerde hij zich al voor te stellen hoe het zou zijn om te werken met "echte" instrumenten. Met 'Puddle City Racing Lights', het debuutalbum van de 26-jarige Brit, wordt deze vraag beantwoord. De plaat staat vol met mooie, complexloze liedjes waarin hij de massale gezelligheid van I'm From Barcelona koppelt aan popsongs met Ultratop potentieel en zijn typische hoge, nasale stemgeluid. Dat niet iedereen enthousiast zal zijn over dit timbre ligt voor de hand. Toch mag gezegd worden dat Dillons stem niet alle aandacht naar zich toe trekt en snel went. Bovendien klinkt ze hoogstens wat cartoonesk en niet lollig of zielig, wat mooi aansluit bij de heldere songs.
De eenvoudige pianopartijen vormen het vertrekpunt voor de composities, waarna brede cello- of contrabaslijnen worden toegevoegd. Wanneer de strijkers groter in aantal worden beginnen ze vaak ritmischer te spelen. De uitwerking van de strijkerbegeleiding varieert al eens van strofe tot strofe, maar nooit zodanig dat de muziek een totaal andere richting wordt uitgestuurd: het liedje blijft primeren op het compositorisch vernuft.
Drums, strijkers en meerdere zangstemmen maken de muziek (voornamelijk de refreinen) grootser, zonder de liedjes tot barstens toe op te blazen. Deze techniek bezorgt nummers als 'Tokyo Moon' en 'Fluorescent Lights' het aura van potentiële meezingers. Het fraaiste resultaat wordt echter verkregen in 'Fit', waar Dillon een klein spelletje speelt: de eerste aanzet tot doorgroeien is immers niet meer dan een schijnbeweging waarna de muziek meteen terugplooit. Later is het wel zover en met het opentrekken van de strijkers en een koor van achtergrondstemmen wordt een eerste stap gezet, die later opgetrokken wordt wanneer ook even een elektrische gitaar en enkele trompetten ingeschakeld worden. Afzonderlijk stellen de verschillende elementen niet zoveel voor, maar samen geven ze het nummer net iets meer en de timing ervan (als voorlaatste op de plaat) is dan ook voortreffelijk gekozen.
Door deze zo bekende, eenvoudige, maar nog steeds effectieve truc en de muzikale eenvoud van de nummers moet Windmill in staat zijn om een heel groot publiek aan te spreken. Sommige nummers, voornamelijk ballads als 'Tilting Trains' zouden zo in het repertoire van zangeressen à la Kelly Clarkson kunnen, maar door het unieke stemtimbre van Dillon en het vermijden van te veel bombast of pathetiek wordt ook op deze momenten de integriteit van de muziek bewaard.
Meer over Windmill
Verder bij Kwadratuur
Interessante links