Het ziet er naar uit dat het de Vlaamse componist Wim Henderickx voor de wind gaat. Kort na het verschijnen van zijn fantastische bundeling werken door het HERMESensemble, gedistribueerd door Harmonia Mundi, valt hem nu opnieuw de eer te beurt dat een volledige opname aan zijn muziek wordt gewijd. Het is deze keer deFilharmonie, misschien wel Belgiës kwalitatief meest hoogstaande orkest, dat vier van zijn werken uitvoert, en daarmee ook debuteert onder het eigen label Royal Flemish Philharmonic Records. De internationale uitstraling van dit label wordt bekrachtigd door de Engelse naam, maar er is meer aan de hand: het label richtte meteen drie afzonderlijke pijlers op waaronder heel verschillend repertoire aan het publiek zal worden voorgesteld. Enerzijds zal er aandacht zijn voor het groot symfonisch repertoire. Chefdirigent Edo de Waart koos er daarom alvast voor Strauss' 'Alpensymfonie' met het orkest onder handen te nemen. Daarnaast wil deFilharmonie in de toekomst ook cd's uitbrengen met vergeten, Belgisch repertoire. "Belgian Boutique" moet een reeks exclusieve opnames opleveren die de luisteraar trots kan doen terugblikken op de (onbekende) componisten van het vaderland. Tot slot komt er ook een luik dat zich expliciet focust op hedendaagse muziek, van zowel binnen- als buitenlandse componisten. Deze opname met vier orkestwerken van Wim Henderickx, slagwerker maar ook docent compositie aan het conservatorium van Antwerpen, is wat dat betreft een gouden start voor wat een heel interessante projectreeks wordt.
De internationale allure die deFilharmonie voortaan wil uitstralen, reflecteert zich niet alleen in de voorkeur voor Engelse naamgeving. Tevens het feit dat niet Edo de Waart, maar wel de Brit Martyn Brabbins de eerste opnames met hedendaagse en Belgische muziek in goede banen leidt, wijst erop dat het bestuur van dit orkest zich manifest op de internationale cd-markt wil werpen. De vraag is of deFilharmonie daarvoor genoeg kwaliteit in de weegschaal kan leggen. Live bleek dat, in het grote repertoire, tot op heden niet altijd het geval. Deze opname met muziek van Henderickx laat echter vermoeden dat het hele labelconcept het collectief kwalitatief boven zichzelf doet uitstijgen. Daar het een aantal werken betreft die nog niet eerder op cd verschenen, is het moeilijk om te beoordelen of Martyn Brabbins het onderste uit de kan haalt. Het ziet er echter uit van wel, want zijn hypernauwkeurige interpretaties leveren telkens weer een enorm strak ritmisch plan op, hetgeen doet vermoeden dat deze creaties inderdaad volgens de verlangens van de componist tot stand zijn gekomen.
Bij hedendaagse muziek is het altijd moeilijk om als onervaren luisteraar tot de essenties door te dringen. Voor deze uitgave schreef journalist Tom Janssens, die momenteel met smeuïge, trendy klassieke muziek-recensies het mooie weer maakt bij De Standaard, een zeer toegankelijke tekst. Deze is vrij algemeen en wil een brede introductie zijn tot de muziek van Henderickx. Zo wordt diens fascinatie voor Oosterse elementen wat toegelicht en worden de gepresenteerde werken ingepast in een breder tijdskader: het afsluitende 'Variations' als zijnde het eerste werk dat de componist voor symfonisch orkest schreef, 'Tejas (What does the sound of the universe look like?)' anderzijds als een zeer recent orkestwerk (2009). Henderickx zelf zegt deze opname, door de combinatie van oud en nieuw werk, als een tweeluik te beschouwen, wat de ervaring voor de luisteraar alleen maar interessanter maakt. Gelukkig blijft Janssens in zijn interview met Henderickx niet aan de vlakte, maar wordt de luisteraar ook concreet muzikaal op weg gezet om deze werken te beluisteren, hoewel niet in overdreven mate. Het is immers aan de luisteraar zelf om deze muziek onbevangen tot zich te nemen, wat in deze hoog-energetisch, nauwkeurige setting eigenlijk geen probleem zou mogen geven. Wel is het jammer dat de cd geen ander werk met dat van Henderickx confronteert. In deze gedaante blijft het immers echt een cd voor het nichepubliek. Waarom niet 'Tejas' naast een 'Alpensymfonie' durven plaatsen, en de luisteraar op die manier verplichten over de grenzen heen te kijken? Zou dat de muzikale ervaring niet veel gedifferentieerder, rijker en vooral toegankelijker maken?