De zevenentwintigjarige Nederlandse zangeres Wende Snijders bracht haar prille jeugd door in het exotische Guinee-Bissau. Dankzij de kennis van het Frans die ze in Afrika verwierf, geraakte Wende later gepassioneerd door het Franse chanson. Na haar studies aan de Amsterdamse Kleinkunstacademie besloot ze dan ook enkele optredens te doen, waarin ze liedjes van o.a. Jacques Brel en Edith Piaf coverde. Wendes podiumprésence en zangtalent bleven niet lang onopgemerkt: bekende Nederlanders als Herman van Veen en Paul de Leeuw uitten hun lof, het aantal optredens nam toe en uiteindelijk kon een eerste cd niet uitblijven. Bij de noorderburen verscheen 'Quand Tu Dors' al een klein jaar geleden; sinds kort ligt het debuut ook in de Belgische rekken.
De plaat vangt aan met twee zelfgecomponeerde songs, 'Je Suis Comme Je Suis' en 'Quand Tu Dors', waarvan de teksten gebaseerd zijn op gedichten van de Franse auteur Jacques Prévert. Zorgvuldig uitgewerkte arrangementen zijn essentiële voorwaarden voor wie op een serieuze manier de traditie van het chanson uit de jaren vijftig en zestig wil doen herleven, en dat heeft Wende goed begrepen. Ze heeft zich dan ook laten bijstaan door een uitstekend gezelschap muzikanten en arrangeurs, hetgeen vanaf de eerste minuut hoorbaar is. 'Je Suis Comme Je Suis' begint met een kort, passioneel tangomotiefje van de viool en de accordeon, waarna de instrumenten hun geluidssterkte wat milderen om plaats te bieden aan Wendes stem. Die is vanaf de eerste maten krachtig en vol overgave, waardoor de openingsregel "Je suis comme je suis, je suis faite comme ça" onmiddellijk overtuigend overkomt. Het nummer duurt niet lang, maar op nauwelijks anderhalve minuut laat Wende de ene emotie na de andere op de luisteraar los: van bittere verontwaardiging over weekheid tot uitbundige vreugde. Ook de song 'Quand Tu Dors' mag er zijn: het meer barokke, symfonische arrangement past uitstekend bij Préverts lyrische poëzie.
Wendes eigen composities moeten zeker niet onderdoen voor het covermateriaal waaruit het merendeel van de cd bestaat. Natuurlijk evenaren ze het niveau van Brels meesterwerk 'Ne Me Quitte Pas' niet, een nummer dat Wende opnieuw vol overgave brengt en waarin ze ook bewijst dat ze probleemloos in de voetsporen van landgenote Liesbeth List kan treden als uitvoerster van Brels repertoire. Maar niet alle chansons van Brel zijn meesterwerken, en om die reden is Wendes versie van 'ça Va (Le Diable)' een tegenvaller: dit nummer uit de begindagen van Brels carrière ontbeert de muzikale en tekstuele verfijndheid die wél aanwezig is in zijn latere werk. Ook 'Chaque Fois', een vertaling van het Nederlandse lied 'Telkens Weer', is omwille van de stroperige tekst en dito melodie een ongelukkige keuze. Tracks als 'Je T'Attends' (origineel: Bécaud en Aznavour) en 'La Valse à Mille Temps' (opnieuw Brel) blijven gelukkig aan de goede kant van de pathosgrens.
De songkeuze op 'Quand Tu Dors' mag dan niet altijd even trefzeker zijn, Wendes stem en inlevingsvermogen zijn het des te meer. Wende heeft de wezenskenmerken van het chanson duidelijk tot in haar diepste vezels geabsorbeerd: het feit dat de zelfgecomponeerde nummers op geen enkele manier uit de toon vallen naast de veertig à vijftig jaar oude covers, wil wat zeggen. Kortom: een naam om in gaten te houden.
Meer over Wende
Verder bij Kwadratuur
Interessante links