'Beyond the Sound Barrier' is de derde plaat van Wayne Shorters jongste kwartet. De titel kan alvast tellen en de verwachtingen lopen nog verder op als in het boekje blijkt dat Shorter de cd opdraagt aan een aantal mensen die de maatschappelijke en wetenschappelijke grenzen hebben opgeschoven. De Amerikaanse saxofonist toont zich hiermee een feminist (hij eert onder anderen de zwarte vrouwelijke stuntpiloot Bess Coleman) en een artiest die de grote ethische vragen niet schuwt (de opdracht aan Christopher Reeve is een expliciete steun aan het stamcelonderzoek). Bovendien geeft hij zichzelf hiermee de haast onmogelijke opdracht om een grensdoorbrekend album te maken. Of er echt grenzen worden doorbroken, is de vraag. Dat het een heel goed album is, staat vast.
'Beyond the Sound Barrier' is een wat ongewone live-plaat. Het is geen registratie van één concert, maar een verzameling van opnamen die in de periode 2002-2004 tijdens de wereldtournee zijn gemaakt. Op die manier heeft het kwartet net als bij een studiosessie de beste takes kunnen kiezen en heeft de plaat tegelijkertijd de intensiteit die bij live-opnamen horen. Het resultaat mag er wezen. Wayne Shorter is erin geslaagd om met dit kwartet, dat verder bestaat uit Danilo Perez op piano, bassist John Patitucci en Brian Blade op drums, een geheel eigen geluid te vinden. Met krachtige, enigszins repetitieve vegen zet Shorter de composities in de verf. Soms rustig en melodieus, dan weer zenuwachtig en afwachtend en op andere momenten massaal en furieus, maar altijd zeer effectief. Het kwartet neemt zijn tijd om een thema uit te diepen. In de openingstrack, 'Smilin' Through', bijvoorbeeld variëren Shorter en Perez lang en rustig, steeds intenser totdat drummer Brian Blade na meer dan zes minuten het nummer met een krachtige groove openbreekt en de compositie ineens verandert in een funky nummer. Dit alles volgt elkaar zeer logisch op. Ook de terugkeer naar het rustige thema verloopt bijna ongemerkt, waarna 'Smilin' Through' een even subtiel als hartverscheurend einde krijgt. Dit is allerminst een vast patroon. De plaat is gevarieerd en nauwelijks onder één noemer te vatten.
Het is haast ondoenlijk om alle instrumenten apart te bespreken. Het kwartet opereert namelijk als één lichaam. Iedereen speelt in dienst van de compositie en voor elkaar. Melodielijnen worden uitputtend verkend door de constante conversatie tussen saxofoon en piano, plotselinge ritmewisselingen worden moeiteloos opgepikt en even moeiteloos weer veranderd en thema's worden na eindeloze variaties als bij toverslag weer gevonden. Dit soort kwartetten zijn zeldzaam, maar Wayne Shorter lijkt een abonnement te hebben. Eind jaren zestig, begin jaren zeventig maakte hij al deel uit van het tweede grote kwartet van Miles Davis en nu heeft hij zijn eigen supergroep. En dat levert prachtige momenten op. Zo is het heerlijk om te luisteren naar vier muzikanten die na een meer dan elf minuten durende uitvoering van de al wat oudere Shorter-compositie, 'Joy Ryder', zelf verbaasd zijn over het overdonderende slot. Als Shorter met deze plaat van zichzelf vindt dat hij de geluidsbarrière heeft doorbroken, dan moeten we dat misschien maar van hem aannemen.
Meer over Wayne Shorter
Verder bij Kwadratuur
Interessante links