Hoewel het repertoire haast uitsluitend bestaat uit Poolse volksliederen die ze zelf ten velde zijn gaan optekenen, resulteert dit bij de Warsaw Village Band niet in nostalgie van klompen, kielen of rode en wit gespikkelde zakdoeken. Met hun explosieve folktrance kunnen ze zonder probleem op het danspodium van Pukkelpop staan: opzwepend, uitdagend en "in your face". Wie hierop stil kan blijven staan, is uit erg sterk en stug hout gesneden.
Bovendien kiezen ze niet voor de bekende weg van de beats om dit effect te bereiken. Integendeel, wat de Warsaw Village Band (WVB) zo geloofwaardig maakt, is dat ze de tranceroes weten te realiseren met hoofdzakelijk akoestische instrumenten. Centraal daarbij staan de violen en de cello die vaak repetitief hamerend in de weer zijn, wat aangevuld met de rudimentaire percussie voor een opwindende drive zorgt. Dit effect wordt nog versterkt door de zangtechniek van de "white voice", een manier van zingen die sterk tegen het roepen aanzit. Wanneer de verschillende vrouwenstemmen dan in eenvoudige meerstemmigheid zingen of zelfs bijgetreden worden door een heus dameskoor (het "Lipsk" Women's Choir) is er helemaal geen houden meer aan. De akoestische klanken worden verder aangevuld met sporadisch xylofoon, een jengelende hurdy gurdy of een klaterende dulcimer. Uit de elektronische hoek komen enkele streepjes sirene en vooral de knappe scratches van Feel-X. De manier waarop die een volwaardige ritmische laag vormt in het geheel van 'In the Forst' laat zien hoe traditioneel-muzikaal een (ondertussen bekend) effect kan aangewend worden.
De onhoudbare ritmische molen waarin de band het publiek gooit neemt soms haast rituele proporties aan. Van bezwerend ritueel in 'At the Front of the Gates' tot het mysterieuze van 'Let's Play, Musicians!'. De holle harmonie in de stemmen en de drone van de hurdy gurdy doen hier hun werk voortreffelijk. Opvallend bij de hele sfeer van de cd is dat referenties naar Balkan- of klezmermuziek zo goed als afwezig zijn. Nochtans heeft de muziek van de WVB alles in zich om bij deze genres één en ander te gaan lenen. Toch komen alleen in het begin van 'Polka from Sieradz Region' deze aanverwante stijlen even boven. Het knappe arrangement, de stapeling van verschillende partijen van snaarinstrumenten en de onregelmatige maatsoort die in deze volksdans opduikt, tonen aan dat het de groep om meer te doen is dan om ongebreideld plezier of loutere volksmuziek. Ze weten dit perfect in balans te brengen met artistieke ambities, zoals ook mag blijken uit 'Matthew'. Het ene moment is dit een zwalpende wals, het andere niet meer: eenvoudigweg omdat de accenten van plaats verglijden, haast zonder dat de overgang opvalt.
Een van de pakkendste tracks is 'I Slayed the Rye', een volkslied dat oproept tot verzet tegen heersers en onderdrukkers. Met hamerende strijkers in een echo-effect en de scherpe en staalhard rechtdoor klinkende stem van Magdalena Sobczak krijgt de luisteraar geen keuze: volgen is de enige optie. In vergelijking met deze dwingende muziek moet de Franse Revolutie een lachertje geweest zijn.
Meer over Warsaw Village Band
Verder bij Kwadratuur
Interessante links