De legendes rond het ontstaan van het 'Requiem' van Mozart zijn legio, en wie 'Amadeus' van Milos Forman gezien heeft, kent er alvast al eentje van. Zo zou Mozart vergiftigd geworden zijn, en zou zijn concurrent Salieri het werk besteld hebben met de macabere toespeling dat Mozart het werk voor zichzelf schreef. Hoeveel hiervan waar is, wordt best aan de muziekhistorici overgelaten maar feit is dat het werk door de eeuwen heen tal van mensen gefascineerd en geraakt heeft, zoals Mozart zelf wilde: hij zei een Requiem te willen schrijven "dat zowel zijn vrienden als vijanden nog lang na zijn dood zouden blijven bestuderen". In 1802 schreef Peter Lichtenthal een bewerking van het Requiem voor strijkkwartet - naar het model van J. Haydn die zijn 'Sieben Letzte Wörter' ook voor strijkkwartet bewerkte - dat het Quatuor Debussy herwerkt en opgenomen heeft.
Het grootste probleem aan soortgelijke bewerkingen is natuurlijk het reduceren van een groot aantal stemmen tot vier, en in sommige delen werd alleen de koorpartij bewaard. Wie verwacht de overweldigende grootsheid van het Requiem terug te vinden, zal allicht teleurgesteld worden, want de reductie brengt overwegend het intieme karakter in de muziek boven, waardoor de luisteraar eigenlijk de gevoelens van een religieus werk krijgt, vermomd in de 'sound' van een strijkkwartet. De twaalf delen van het Requiem gaan over verschillende aspecten van de dood, en zo bevat het werk zowel trage, plechtige, serene en droeve delen als ontstuimige passages waarin de uitvoerders al hun virtuositeit tevoorschijn moeten halen. Het storm-achtige 'Dies Irae' wordt bijvoorbeeld gevolgd door een sereen, lyrisch 'Tuba Mirum'. De interpretatie van het Quatuor Debussy is vooral heel sober maar ook vaak ontroerend - vooral in de trage zucht-motieven aan het begin van de 'Lacrimosa' en het mooie spel van dissonnanten in de 'Recordare', waar het droeve, plechtige karakter van het werk alle eer wordt aangedaan. Door de intieme sfeer van de bewerking komt ook de harmonieuze, evenwichtige schrijfstijl van het classicisme heel mooi tot uiting, en vooral de opening van het 'Lacrimosa' en de 'Domine Jesu' roepen met hun canonische verwerkingen en strict geordende lijnen herinneringen aan de koorwerken van J. S. Bach op. Helaas is de bewerking niet in alle delen even geslaagd en komt bijvoorbeeld de opening van het befaamde 'Confutatis Maledictis' een beetje plat over, ondanks het zowel virtuoze als gevoelige spel van het kwartet.
De wens van Mozart dat zijn 'Requiem' nog lang na zijn dood bestudeerd zou worden is allang vervuld geweest, en dit mooie plaatje draagt daar zeker bij toe. De luisteraar krijgt mooie, interessante muziek in een doorvoelde, vakkundige uitvoering die zeker zal bekoren.
Meer over W. A. Mozart
Verder bij Kwadratuur
Interessante links