Dat Vinicious Cantuária in het verleden reeds heeft samengewerkt met alternatievere gitaariconen als Arto Lindsay of Bill Frisell staat mooi op zijn cv, maar er is vrij weinig van te horen op deze cd. Op 'Horse and Fish' kiest hij eerder voor de integere Braziliaanse pop van geplukte gitaarakkoorden, soms met een beetje zwoelere reverb, percussie en de zo typerende halfgemompelde zang. De muziek klinkt licht en zacht, met een heel natuurlijke flow en is nergens commercieel geforceerd. Het bijkleuren van de gitaar-percussie-stem bezetting gebeurt door trompet en keyboards. Een echte Brazilaanse standaardsound dus, heel integer, maar meestal ook heel sterk gericht op de fans van het genre. De algemene muziekliefhebber zal aan deze cd iets minder hebben.
Wat opvalt is dat met name Cantuária's eigen nummers niet de meest beklijvende zijn. Met haast permanent herhaalde akkoordenschema's inspireren ze niet tot boeiende arrangementen. Van de wiegende sambapop van 'O Barquinho' tot het weemoedigere 'Perritos' blijft er zo weinig meer over dan alleen de "liedjes". De trompetsolo in 'Cubanos Postizos' klinkt alsof er één moest zijn, maar de beperkte inspiratie van Michael Leonart maken de muzikale relevantie ervan eerder bescheiden. De zwaarste tegenvallers zijn 'Tokyo' en 'Look the Sky' die sympathiek, maar onnodig verder kabbelen en daardoor doodbloeden. Met respectievelijk meer dan 6 en 7 minuten zijn die echt te lang. De band rond Cantuária bezit noch de muzikale ideeën, noch de muzikanten om deze duur vol te spelen.
Wanneer hij nummers van collega's aanpakt, lukt het soms wel, al dient gezegd dat het dan ook vaak de songs op zich zijn die muzikaal meer gewicht in de schaal werpen. De twee stukken van Antonio Carlos Jobim zijn bijvoorbeeld harmonisch veel rijker en draaien niet rond korte, herhaalde formules. 'O Nome Dela', dat Cantuária samen met Arto Lindsay schreef, wordt gekruid door een paar voorzichtige dissonanten en valt zo op in de stroom van deze cd. Het knapst is echter de opener 'Procissão' van Gilberto Gil en dit ligt niet uitsluitend aan de compositie. Cantuária laat de song hier drijven op openliggende, spooky gitaarakkoorden die later nog verder verwrongen wordt. Hierdoor gaat het nummer niet wiegen, maar zweven, wat het spookachtige verder versterkt. Dat dit gedurende meer dan 9 minuten fraai luistervoer blijft, laat zien dat Cantuária tot meer in staat is dan hij op andere momenten laat horen.
Dit laatste gaat ook gedeeltelijk op voor de live videoregistratie van 'Rio' (opgenomen in de hippe New Yorkse club Tonic). De fijn geplukte elektrische gitaar wordt hier enkel omgeven door percussie en occasioneel een trompet. Geen keyboards, maar wel wat humor wanneer Cantuária de slottekst van elke strofe systematisch vervangt door "blablabla". Geen echte dijenkletser, maar wel iets dat op de cd-tracks ontbreekt en de mindere momenten wat had kunnen redden. Misschien.

Meer over Vinicius Cantuária


Verder bij Kwadratuur

Interessante links
Agenda
Concertagenda
  • Geen concerten gevonden.