Violist Maxim Vengerov speelt op deze cd werken van de hand van de grootste vioolvirtuozen uit de geschiedenis van het instrument. Volgens een promotietekst op de website van EMI-Classics heeft Vengerov bewezen hun gelijke te zijn. In grote letters prijkt zijn naam op de cover, bóven die van de componisten. Het kost een beetje moeite om doorheen de Vengerov-verheerlijking te prikken en de muziek onbevooroordeeld te beluisteren.
Nicolò Paganini is het oervoorbeeld van de virtuoos die componeert om in zijn stukken het publiek te imponeren met een fenomenale beheersing van het instrument. Menig tijdgenoot aanzag hem als Satan in hoogsteigen persoon. Het hier opgenomen 'Cantabile' is echter één van de vredigste stukken uit zijn repertoire. Fritz Kreisler was als violist beroemd voor z'n prachtige toon. Dit moet hij, net als Vengerov hier, ongetwijfeld gedemonstreerd hebben in 'Liebesleid', een langzaam, zuchtend werk. Tegenhanger 'Liebesfreud' is natuurlijk vrolijker, soms wat grillig, met af en toe enthousiaste uithalen. Kreisler arrangeerde ook de achttiende variatie uit Sergeï Rachmaninovs 'Rhapsody on a theme of Paganini', oorspronkelijk voor piano en orkest. Deze melodie doet heel Hollywoodiaans aan, als een begeleiding bij het romantische hoogtepunt van een love story. Eveneens van Rachmaninov is de 'Vocalise', een prachtige oefening voor de stem, of hier voor Maxim Vengerovs viool. De vier stukken van Henryk Wieniawski vormen een beetje het vulproduct van deze cd. Ze zijn telkens opgebouwd volgens dezelfde negentiende-eeuwse succesformule. Aan de basis liggen enkele frisse themaatjes die zich goed lenen om virtuoos omspeeld te worden. Na een aantal intense hoogtepunten wordt de sfeer wat pastoraler, om uiteindelijk toch uit te monden in een spetterende finale. Eén van Wieniawskis opgenomen werken is een tarantella: een wilde mediterraanse dans. Ook van de Spanjaard Pablo de Sarasate staat er zo eentje op dit programma. Deze versie is oorspronkelijker, de virtuositeit vloeit voort uit de volkse vervoering van de dans. Als afsluiter speelt Vengerov een werk van de Belgische violist/componist Eugène Ysaÿe, een echte wereldster zo'n honderd jaar geleden. Eigenlijk is het stuk een vrije aanpassing voor viool van een piano-étude van Camille Saint-Saëns: een overweldigende finale voor deze cd. Eén track eerder valt John Williams' 'Theme from Schindler's List' op, een melodie die zich perfect thuis voelt in deze verzameling salonmuziek. Bovendien zal ze zeker de aandacht van een ruimer publiek op dit schijfje vestigen.
Deze EMI-Classics productie draait in de eerste plaats om de violist Vengerov. De muziek is bijna een excuus om hem te laten schitteren, ze is vaak maar net interessant genoeg om de uitgebreide virtuositeit te verantwoorden. Begeleidende pianist Ian Brown voert zijn ondersteunende taak perfect uit, maar wordt daarvoor niet eens beloond met een vermelding op de cover. Als men Vengerov op deze manier blijft commercialiseren, bestaat het gevaar dat hij een karikatuur wordt van slechts één aspect van zijn musiceren: het technische. Maar Maxim Vengerov zal binnenkort een sabbatperiode van zes maanden inlassen. Wie weet wat het resultaat daarvan zal zijn?
Meer over V/C
Verder bij Kwadratuur
Interessante links