In 1994 genoot het Aurelia Saxophone Quartet veel bijval met Contrasexuando/Tango Nuevo, een cd die gewijd was aan het werk van tangogrootmeester Astor Piazzolla. Een uitgebreide, alom gevierde concerttournee volgde weldra. Twaalf jaren later besloten de vier Nederlanders om opnieuw een tangoprogramma samen te stellen, ditmaal gewijd aan de tango na Piazzolla. Hiervoor hebben ze beroep gedaan op bandoneonist Ville Hiltula en pianist Juan Pablo Dobal, die er in '94 al bij was. Het resultaat van deze samenwerking is 'Tangón', een cd die eind 2006 live werd opgenomen en recent verscheen bij Challenge Classics.
Doorheen heel 'Tangón' bewijst het kwartet zich zonder enige twijfel als een betrouwbaar ensemble, dat als het ware als één instrument klinkt. Elke ademhaling krijgt haar ruimte, elke frasering is doordacht en afgewerkt. Het vuur op deze cd komt echter niet zozeer van de Aurelia's dan wel van het schitterende spel van Hiltula, wiens schwung en virtuositeit de luisteraar mee op sleeptouw nemen. Samen met pianist Dobal creëert hij de ideale spanning in de quasi atonale, sterk geritmeerde opening van Juan Dargentons 'Corrido en Fuerte'. In dit nummer blijven de saxofonisten daarentegen – ondanks hun verzorgde spel – wat te veel op de achtergrond. Zij komen beter uit de verf in 'Travesía' of 'Una Memoria del Tango', twee werken van Gustavo Beytelmann. De bijtende, onverwachte accenten of de korte uithaaltjes in 'Travesía' tonen hen van een bijna agressieve kant die de korte poging tot lyriek in dit nummer onmiddellijk de kop indrukt. De opening van 'Una Memoria' baadt in opvallend tonalere, eerder melancholische sferen, wat een zachtere kant van het kwartet toont. Midden in het nummer grijpt Beytelmann echter terug naar de bruuskere, accentrijke stijl die 'Travesia' kenmerkt. In die passages springt vooral de dynamische uitbundigheid en de snijdende precisie van bandoneonist Hiltula in het oor. Hij wordt hierbij perfect ondersteund door Dobal, wiens parelende, kraakheldere spel nog meer tot zijn recht komt in diens passionele, meeslepende improvisatie, waarin hij intimiteit combineert met passages vol schwung en jazzy ritmiek. Het is ook de piano die samen met de bandoneon voor de meest sprankelende momenten zorgt in het slotnummer van 'Tangón', Piazzolla's bekende 'La Muerte del Angel'. De solopartijen worden virtuoos vertolkt, maar de bijtende ritmiek blijft toch wat op de vlakte, waardoor het contrast met het melancholische middendeel ietwat de mist in gaat.
Met 'Tangón' heeft het Aurelia Saxophone Quartet een zonder meer verdienstelijke plaat afgeleverd. Ondanks de bedenkingen bevat deze cd genoeg mooie momenten om de tangoliefhebber te overtuigen, al zal die er dan wel de te harde en te weinig afgeronde opnameklank moeten bijnemen...
Meer over V/C
Verder bij Kwadratuur
Interessante links