Op concerten gaat muziek van Pierre Boulez wel vaker een symfonie van Mahler vooraf, maar op cd is de combinatie Boulez/Mahler niet echt gebruikelijk. Michael Gielen nam echter een integrale Mahler cyclus op, waarbij elk werk van de meester werd verbonden, op een dubbel-cd, met muziek van belangrijke twintigste-eeuwse componisten zoals Berg, Webern, Schönberg of Kurtag. Boulez kon dus ook niet ontbreken en zijn uiterst precieze, spaarzame muzikale taal vormt een mooi aanvulsel op de transparante, doordachte manier waarop Gielen Mahlers laatste afgemaakte symfonie interpreteert.
Het is geen eenvoudige opgave om Mahlers negende gestalte te geven, zeker niet in de lange hoekdelen. Gielen is een van de weinige dirigenten die er wonderwel goed in slagen om het soms erg fragmentarische eerste deel eenheid en een diepe emotionaliteit, van verlies en melancholie mee te geven. Hij buit Mahlers zuchtende frases en het lichtjes kabbelende tempo uit en zo klinkt dit eerste deel precies zoals Mahler het bedoelt had; als een zachtaardig afscheid aan het leven, bij momenten dramatisch onderbroken door een herinnering aan de dood. Mahlers orkestrale textuur, die vaak erg dun is, klinkt onwerelds mooi, met uitstekende solisten in de blazers die erg veel sfeer kunnen maken. Zachtheid qua dynamiek en tederheid in de manier van spelen kenmerken dit deel veel meer dan gezwollen dramatische passages en dit komt, zo bewijst deze opname, veel beter over. De middendelen van de symfonie zijn als een herinnering aan het aardse leven: vaak vulgair maar soms ook hemels mooi. Gielen neemt het begintempo van het tweede deel, een gezapige Oosterijkse Ländler, behoorlijk traag, maar balanceert dit door meer opgewonden passages een vlot walstempo mee te geven. Zo worden de volkse elementen in dit deel goed benadrukt. En hoewel het derde deel misschien wat extra kracht en satire had kunnen gebruiken, in de fraseringen van houtblazers en strijkers, zorgt Gielen ook hier weer in de eerste plaats voor klaarheid en verstaanbaarheid. En de hemelse trompetroep in dit deel contrasteert meesterlijk met de brutale, ruwe klank van de trombones. Het laatste deel wordt gedragen door de warme, romantische, troostende klank van de strijkers, die naar het einde toe steeds ijler en ijler wordt. Gielen neemt hier een bewogen en vlot tempo en laat de muziek nergens stilvallen.
De muziek van Pierre Boulez wordt met een zelfde gevoel voor detail en duidelijkheid uitgevoerd. 'Rituel' is een betrekkelijk lang, ééndelig werk dat geschreven werd ter gedachtenis van Boulez' vriend en collega componist Bruno Maderna. De vijf 'Notations' zijn vrije orkestraties zijn van enkele van Boulez' vroegste werken, twaalf miniaturen die oorspronkelijk voor piano gecomponeerd werden. Boulez breidde de originele werkjes uit tot stukken van tussen de twee en zes minuten, om beter gebruik te kunnen maken van het brede scala aan orkestrale kleuren dat een symfonieorkest biedt. Het zijn enkele van Boulez' meest toegankelijke werken, onderling sterk contrasterend qua karakter en speelwijze. Vooral het slagwerk speelt een grote rol, met gongs en tamtams die in 'Rituel' de indruk van een begrafenisprocessie geven, en is bijzonder helder en goed verstaanbaar. Hier en daar loopt de polyfonie echter niet honderd procent gelijk, maar dat zijn details.
Het is geen gemakkelijke opgave om Mahlers laatste symfonie bevredigend te spelen. Want in tegenstelling tot veel van zijn vroegere werken, spreekt de muziek hier minder voor zichzelf, en kan de symfonie tot een eindeloos aanslepende abstractie vervallen, waar men snel op afhaakt. Gielen vermijdt deze valkuilen zorgvuldig, en zet samen met een orkest in topvorm, een inspirerende en interessante uitvoering neer, die veel muzikaal inzicht en inlevingsvermogen verraadt.