De tijd dat het harmonieorkestrepertoire enkel uit marsen bestond ligt al ver achter ons. De laatste vijftig jaar zijn een groot aantal nieuwe werken gecomponeerd voor dit type orkest en zijn er ook veel arrangementen gemaakt van symfonische werken. Op deze cd staat staan twee nieuwgecomponeerde werken en een arrangement. Doorsnee harmoniemuziek dus.
Het eerste werk op deze plaat draagt de titel 'Symphonic Variations' en is van de hand van de jonge Zwitserse componist Oliver Waespi. Deze toondichter is vooral actief als componist van wedstrijdwerken en dat hoor je er jammer genoeg aan. Het stuk is behoorlijk moeilijk voor de uitvoerders, maar komt eigenlijk nooit open. Het gebrek aan een duidelijk hoofdthema of een duidelijke structuur zorgen ervoor dat de luisteraar eigenlijk altijd blijft wachten op iets wat niet komt. Het werk is opgebouwd uit een aantal fragmenten die op zich wel mooi zijn, maar die niks te maken hebben met wat er voor kwam of met wat er komen gaat, waardoor er nooit een geheel ontstaat. De uitvoering door de muziekkapel van het Zwitserse leger is degelijk, maar kan niet voorkomen dat dit werk vlug verveelt. Cantiphonia van de Belgische componist Bert Appermont is van een totaal ander niveau. Dit euphoniumconcerto heeft wel een duidelijke structuur en bovenal een mooi hoofdthema. De componist slaagt er in om een mooi en afwisselend concerto te schrijven waarin virtuositeit en romantische thema's elkaar vlot afwisselen. Deze componist schrijft vooral composities voor harmonieorkest en dit merk je. De orkestratie is ondanks de massieve klank van dit soort orkest helder genoeg zodat de euphonium altijd hoorbaar blijft. In het tweede deel van dit concerto haalt de componist zijn romantische kant helemaal boven. Het thema is een schitterende lang uitgesponnen zin die langzaam naar een hoogtepunt ontwikkeld. Alle clichés worden bovengehaald, maar wat zou daar verkeerd aan zijn. In het derde deel mag de solist zijn virtuositeit demonstreren. Hij beschikt over een fantastische flexibiliteit waardoor hij de zeer virtuoze passages vlotjes neemt.
Het derde werk zet de stijgende lijn in kwaliteit op deze cd verder. 'Der Rosenkavalier' van grootmeester Richard Strauss werd gearrangeerd door dirigent Jan Cober met een schitterend stuk als resultaat. 'Der Rosenkavalier' Strauss' meest lichtvoetige opera. De suite van dit werk is van de hand van Strauss zelf en bevat de bekendste melodieën eruit. Er is zelfs ruimte voor enkele walsthema's en polka's. Het arrangement op deze cd is zeer geslaagd. Arrangeur Jan Cober weet goed hoe een harmonieorkest werkt en heeft geen schrik om de orkestratie van Stauss door elkaar te halen. Zo komen bepaalde solo's voor de hobo bij de trompet terecht en zijn de vioolpartijen niet blind bij de klarinetten overgeschreven, maar worden ze verdeeld over het volledige orkest. Hierdoor blijft het werk transparant wat voor zo een soort bezetting een knappe prestatie is. Ook de uitvoering is erg degelijk. Vooral de schitterende klank van de klarinetten heeft een extra dementie aan dit werk.
Jan Cober is zo ongeveer de bekendste dirigent van harmonieorkesten ter wereld. Ook bij deze opname wordt duidelijk dat zijn naam en faam terecht zijn. Deze plaat combineert over het algemeen degelijke muziek met een al even degelijke opname, of wat had je anders van Zwitsers verwacht... Alleen jammer van het eerste werk dat duidelijk onder het niveau blijft.
Meer over V/C
Verder bij Kwadratuur
Interessante links