Béla Bartók (1881–1945) en Paul Hindemith (1895–1963) zijn twee centrale figuren in de muziek van de eerste helft van de twintigste eeuw. Allebei ontwikkelden ze een erg persoonlijke, herkenbare muziektaal die de grenzen van de tonaliteit meermaals opzoekt. Het Zehetmair Quartett, dat zijn naam ontleent aan eerste violist – en tevens bekend soloviolist – Thomas Zehetmair, combineert op deze cd strijkkwartetten van beide meesters. Bartóks vijfde en Hindemiths vierde kwartet krijgen van het Zehetmair Quartett indringende uitvoeringen mee die verbluffen door hun fijnzinnige sfeerschepping en door hun technische perfectie.
Béla Bartók schreef zijn vijfde strijkkwartet in 1934. Het Allegro waarmee dit vijfdelige werk opent, zet onmiddellijk de toon: een harde, beklemmende sfeer waarin elke poging tot lyriek algauw in de kiem wordt gesmoord. Korte, ratelende uithalen wisselen af met snerpende, bijna brutale fortissimo akkoorden. Zowel hier als in het middendeel – een bijtend, volks Scherzo vol verrassende ritmen – speelt Bartók met grote dynamische contrasten. Een relatieve rust lijken de twee langzame delen te brengen, al heeft ook daar de lyriek het moeilijk om zich écht door te zetten. Eerder dan voor breedvoerige melodieën te kiezen, creëert Bartók een zachte, hypnotiserende sfeer die slechts af en toe doorbroken wordt door melodiefragmenten die de uitersten van de tessituur opzoeken. De vertolking van het Zehetmair Quartett vindt het perfecte evenwicht tussen de virtuositeit van de snelle en de bedwelmende kleuren van de langzame delen. Hindemiths kortere vierde kwartet, dat dateert uit 1921, lijkt iets meer ruimte te bieden voor lyriek, al verdrijven de harde akkoorden waarmee het tweede deel opent snel de quasi romantische sfeer die aan het eind van de openingsfuga gecreëerd was. Hindemiths melodisch meesterschap toont zich ten volle in het langzame derde deel, waar de altviool ontroert met een dromerige solo. Ook nu weer zetten de Zehetmairs een meeslepende uitvoering neer en schuwen ze waar nodig de ruwheid niet. Dat bewijst het dansante slotrondo, dat met zijn pittige ritmiek bijna de sfeer van een hels perpetuum mobile oproept.
Het moge duidelijk zijn: dit is kamermuziek van het hoogste niveau. Alleen jammer dat het luisterplezier al na een schamele 50 minuten over is...
Meer over V/C
Verder bij Kwadratuur
Interessante links