Het lijkt tegenwoordig meer en meer de gewoonte om cd's te vullen met een selectie uit werken die samen een mooi tijdskader of stijlbeeld vormen. Zo gaan Leif Ove Andsnes en Ian Bostridge een collectie cd's opnemen waarin een selectie piano solowerken van Schubert tegenover liederen van hem worden gezet. En ook deze cd vertrouwt op die formule. Er worden in de eerste plaats drie liedcycli van Franse componisten gebracht ('Les Nuits d'été' van Berlioz, 'Cinq Mélodies Grecques' van Ravel en Fauré's 'Trois Mélodies'), met contratenor David Daniels. Maar daarnaast kan men bijvoorbeeld ook Ravels 'Pavane pour une Infante Défunte' beluisteren of Fauré's 'Elégie' voor cello en orkest. En het geheel vormt een goed verteerbare want gevarieerde cd met Franse muziek.
Maar de plaat is opgebouwd rond David Daniels, die de cd opent met 'Les Nuits d'été'. Deze cyclus werd alleszins niet voor contratenor geschreven maar deze hoogste mannenstem past in feite goed bij de zes liederen. Daniels zingt als contratenor in een sopraanregister maar met minder vibrato en dramatiek dan je van een sopraan kan verwachten. Dat maakt zijn timbre erg zacht en delicaat maar het nadeel is dat hij soms wat geforceerd en, in luide passages, zelfs een beetje hysterisch overkomt. In de vrolijke 'Villanelle' waarmee de cyclus begint beschikt de zanger over een lichte, even toon maar wat verder in het werk ontbreekt een intimiteit die een sopraan gemakkelijker zou kunnen brengen. 'Le spectre de la Rose', een lied dat onlangs Lionel Lhote nog zong op de voorbije Elizabethwedstrijd klinkt wat plat, jammer genoeg. Het orkest doet nochtans erg zijn best om sfeer te scheppen binnen Berlioz' meesterlijke orkestratie. Daniels doet ook mooie dingen, maar extreme dynamiek en gevoelsuitingen liggen niet binnen de mogelijkheden van de(ze) contratenor. De meer vrolijke liederen, zoals Ravels 'Tout gai!' of Fauré's 'Mandoline' worden dan weer vlot gezongen en in 'En sourdine' van Fauré toont Daniels dat hij ook sfeervol zacht kan zingen maar over het algemeen ontbreekt het de zanger wat aan expressiviteit. Het voelt wat aan alsof hij werkelijk aan de top van register zit te zingen.
De instrumentale muziek op de cd vormt dan weer een mooie afwisseling met de liederen, of het nu de vertellende 'Pantomime' uit Berlioz' 'Les Troyens' is of Ravels wondermooie 'Pavane pour une Infante défunte'. Verder vindt de luisteraar ook Fauré's elegie voor cello en orkest, als afsluiter van de plaat, met als solist Guillaume Paoletti. Hoewel de elégie mooi afgewerkt is, komt hij niet als bijzonder 'speciaal' over. Paoletti speelt ongetwijfeld goed maar is ook weer geen Misha Maisky. Toch vormt deze serene muziek een passend afscheid van de hele cd.
Al bij al heeft de luisteraar hier toch iets moois in zijn handen: de muziek is gevarieerd qua stijl, componist en instrumentatie en past toch ook goed bij elkaar. Geen hoogvlieger misschien maar zeker ook geen misser.
Meer over V/C
Verder bij Kwadratuur
Interessante links