In juli 2001 op een muziekfestival in Verbier traden vier 'groten der aarde' samen op; pianiste Martha Argerich, violist Gidon Kremer, altviolist Yuri Bashmet en cellist Misha Maisky. Zij brachten een meesterlijke uitvoering van Brahms' eerste pianokwartet op.25. Een studio-opname kon dan ook niet lang uitblijven en het resultaat mag er absoluut wezen. Iemand die de namen van de uitvoerders kent mag dan ook niet verbaasd zijn dat deze cd tot de beste opnames van deze twee werken behoort.
Het pianokwartet in sol klein is een vrij vroege compositie maar al onmiskenbaar Brahms in de klassiek geïnspireerde dramatiek, de zorgvuldig geplaatste modulaties en alleszins in de 'Hongaarse' finale. Het werk begint ernstig met een enkele melodie in de piano die doorgegeven wordt aan de cello en verder het eerste deel vorm zal geven. De stille tragiek wordt bij momenten een kreet van pijn maar contrasteert met vrolijkere passages. Nadat het kwartet groots is ingezet volgt een scherzo, een licht en sneller tweede deel, dat doorgaans minder belangrijk en diepzinnig is. Maar ook hier heeft de muziek iets rusteloos en tragisch Het trio dat omsloten wordt door de twee scherzo-delen biedt weinig geruststelling. De rust komt pas in het trage derde deel. Een brede melodie in de drie strijkers wordt gevarieerd en verwerkt en leidt naar een mars-achtig tweede thema. De nachtelijke sfeer van dit deel wordt romantisch en rijk aan klank gebracht maar ook meditatief en vederlicht wanneer de muziek daarom vraagt. Het technische meesterschap van de vier muzikanten wordt dan nog eens ten toon gespreid in de wervelende finale 'alle Zingarese', geïnspireerd door (quasi) Hongaarse muziek. Maar de intens lyrische en melancholische 'zigeuner' passages, hoog op viool en altviool, laten horen dat dit deel veel meer bevat dan alleen maar virtuositeit. De vier fantasiestukken voor piano, viool en cello van Robert Schumann die mee op de cd staan zijn minder groots van opzet maar zeker niet minder de moeite waard. Het korte eerste deel, 'Romanze' is meteen volledig Schumann, in het innige pianospel en het quasi-improvisatorische karakter van de muziek. De vier delen contrasteren goed met elkaar: het duet waarin cello en viool met elkaar in dialoog gaan wordt omsloten door een vinnig scherzo enerzijds en een typische Schumann-finale in mineur marstempo anderzijds. Het stevige stapritme dat het thema zijn marsgevoel geeft wordt dan lyrischer verwerkt.
Dat deze cd een meesterwerk is behoeft verder weinig betoog. De vier muzikanten behoren tot de absolute wereldtop en weten perfect wat ze doen. Het kwartet van Brahms wordt op epische manier gebracht, soms intens dramatisch en lyrisch, dan weer wervelend en vrolijk. Wat valt er dan nog meer te zeggen, "Dit is een absolute aanrader."
Meer over V/C
Verder bij Kwadratuur
Interessante links